Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0561

Zaak T-561/14: Beroep ingesteld op 25 juli 2014 — One of Us e.a./Parlement e.a.

PB C 409 van 17.11.2014, p. 45–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 409/45


Beroep ingesteld op 25 juli 2014 — One of Us e.a./Parlement e.a.

(Zaak T-561/14)

2014/C 409/65

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: European Citizens’ Initiative One of Us e.a. (vertegenwoordiger: C. de La Hougue, advocaat)

Verwerende partijen: Europees Parlement, Europese Commissie en Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietigverklaring van mededeling COM(2014) 355 final van de Commissie;

subsidiair, nietigverklaring van artikel 10, lid 1, sub c, van verordening (EU) nr. 211/2011;

verwijzing van de verwerende partijen in de kosten van de verzoekende partij.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen drie middelen aan.

1.

Met het eerste middel wordt gesteld dat de Commissie een onbevredigend antwoord heeft gegeven op het wetgevingsvoorstel van de verzoekende partijen en op de kwesties die door verzoekende partijen aan de orde worden gesteld in het burgerinitiatief „Eén van ons”, aangezien de Commissie i) niet antwoordt op het feit dat het menselijk embryo een menselijk wezen is en ii) niet ingaat op kennelijke tegenstrijdigheden.

2.

Met het tweede middel wordt schending van het democratische proces gesteld, aangezien de Commissie:

geen juridische redenen noemt waarom zij weigert om het voorstel van de verzoekende partijen aan het Parlement toe te zenden;

de vereisten van verordening nr. 211/2011 (1) onjuist opvat en een monopolie op het wetgevingsproces behoudt, in strijd met de Verdragsbepalingen over de institutionele dialoog;

haar juridische en politieke conclusies niet afzonderlijk formuleert, zoals is vereist bij verordening nr. 211/2011.

3.

Met het derde middel wordt aangevoerd dat verordening nr. 211/2011 niet met de Verdragen verenigbaar is. De verzoekende partijen stellen dat:

het indruist tegen de doelstellingen van het Verdrag van Lissabon om de democratische legitimiteit van de instellingen te verbeteren en de deelname van de Europese burger aan het democratische proces te bevorderen, dat de Commissie een burgerinitiatief kan afwijzen op subjectieve en arbitraire gronden zonder dat het Parlement dit onderzoekt;

het tegen de rechtsstaat ingaat wanneer de beslissing van de Commissie niet door de rechter kan worden getoetst.


(1)  Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PB L 65, blz. 1).


Top