Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0382

    Zaak C-382/12 P: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 september 2014 — MasterCard, Inc., MasterCard International, Inc., MasterCard Europe SPRL/Europese Commissie, Banco Santander, SA, Royal Bank of Scotland plc, HSBC Bank plc, Bank of Scotland plc, Lloyds TSB Bank plc, MBNA Europe Bank Ltd, British Retail Consortium, EuroCommerce AISBL, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Hogere voorziening — Incidentele hogere voorzieningen — Ontvankelijkheid — Artikel 81 EG — Open systeem voor betalingen met debetkaarten, kaarten met uitgestelde debitering en kredietkaarten — Multilaterale fall-back-afwikkelingsvergoedingen — Ondernemersvereniging — Maatregel met mededingingsbeperkende gevolgen — Criterium voor rechterlijke toetsing — Begrip „nevenrestrictie”  — Objectieve noodzakelijkheid en evenredigheid — Geschikte „contrafeitelijke hypothesen”  — Tweeledige systemen — Behandeling van bijlagen bij het verzoekschrift in eerste aanleg)

    PB C 409 van 17.11.2014, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    17.11.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 409/4


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 september 2014 — MasterCard, Inc., MasterCard International, Inc., MasterCard Europe SPRL/Europese Commissie, Banco Santander, SA, Royal Bank of Scotland plc, HSBC Bank plc, Bank of Scotland plc, Lloyds TSB Bank plc, MBNA Europe Bank Ltd, British Retail Consortium, EuroCommerce AISBL, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

    (Zaak C-382/12 P) (1)

    ((Hogere voorziening - Incidentele hogere voorzieningen - Ontvankelijkheid - Artikel 81 EG - Open systeem voor betalingen met debetkaarten, kaarten met uitgestelde debitering en kredietkaarten - Multilaterale fall-back-afwikkelingsvergoedingen - Ondernemersvereniging - Maatregel met mededingingsbeperkende gevolgen - Criterium voor rechterlijke toetsing - Begrip „nevenrestrictie” - Objectieve noodzakelijkheid en evenredigheid - Geschikte „contrafeitelijke hypothesen” - Tweeledige systemen - Behandeling van bijlagen bij het verzoekschrift in eerste aanleg))

    2014/C 409/04

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirantes: MasterCard, Inc., MasterCard International, Inc., MasterCard Europe SPRL (vertegenwoordigers: E. Barbier de La Serre, V. Brophy en B. Amory, advocaten, en T. Sharpe, QC)

    Andere partijen in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Bottka en N. Khan, gemachtigden), Banco Santander SA, Royal Bank of Scotland plc (vertegenwoordigers: D. Liddell, solicitor, en M. Hoskins, barrister), HSBC Bank plc (vertegenwoordiger: R. Thompson, QC), Bank of Scotland plc, Lloyds TSB Bank plc (vertegenwoordigers: K. Fountoukakos-Kyriakakos en S. Wisking, solicitors, en J. Flynn, QC), MBNA Europe Bank Ltd (vertegenwoordiger: A. Davis, solicitor), British Retail Consortium (vertegenwoordigers: R. Marchini, advocate, en A. Robertson, barrister), EuroCommerce AISBL (vertegenwoordiger: J. Stuyck, advocaat), Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: M. Holt en C. Murrell, gemachtigden, bijgestaan door J. Turner, QC, en J. Holmes, barrister)

    Dictum

    1)

    De principale hogere voorziening en de incidentele hogere voorzieningen worden afgewezen.

    2)

    MasterCard Inc., MasterCard International Inc. en MasterCard Europe SPRL worden verwezen in de kosten die zij zelf hebben gemaakt in het kader van de principale hogere voorziening en de incidentele hogere voorzieningen, alsook in de kosten die de Europese Commissie in het kader van de principale hogere voorziening heeft gemaakt.

    3)

    Royal Bank of Scotland plc, Bank of Scotland plc en Lloyds TSB Bank plc worden verwezen in hun eigen kosten en in de kosten die de Europese Commissie in het kader van hun respectieve incidentele hogere voorzieningen heeft gemaakt.

    4)

    HSBC Bank plc, MBNA Europe Bank Ltd, British Retail Consortium, EuroCommerce AISBL en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland dragen elk hun eigen kosten.


    (1)  PB C 319 van 20.10.2012.


    Top