Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CB0257

    Zaak C-257/13: Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 14 november 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal des affaires de sécurité sociale des Bouches du Rhône — Frankrijk) — Anouthani Mlamali/Caisse d’allocations familiales des Bouches-du-Rhône (Prejudiciële verwijzing — Artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Onvoldoende preciseringen betreffende feitelijke en juridische context van hoofdgeding en betreffende redenen die noodzaak van antwoord op prejudiciële vraag rechtvaardigen — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)

    PB C 102 van 7.4.2014, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.4.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 102/11


    Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 14 november 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal des affaires de sécurité sociale des Bouches du Rhône — Frankrijk) — Anouthani Mlamali/Caisse d’allocations familiales des Bouches-du-Rhône

    (Zaak C-257/13) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Onvoldoende preciseringen betreffende feitelijke en juridische context van hoofdgeding en betreffende redenen die noodzaak van antwoord op prejudiciële vraag rechtvaardigen - Kennelijke niet-ontvankelijkheid))

    2014/C 102/14

    Procestaal: Frans

    Verwijzende rechter

    Tribunal des affaires de sécurité sociale des Bouches du Rhône

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Anouthani Mlamali

    Verwerende partij: Caisse d’allocations familiales des Bouches-du-Rhône

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunal des affaires de sécurité sociale des Bouches du Rhône — Uitlegging van artikel 11 van richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PB L 16, blz. 44) — Onderdaan van derde land die legaal op grondgebied verblijft — Afwijzing van verzoek om gezinsbijslagen ten behoeve van minderjarig kind ten laste dat zelf onderdaan van derde land is — Omzeiling van juridische regeling inzake gezinshereniging — Afwijzing gemotiveerd door niet- overhandiging van door nationaal vreemdelingen- en migratiebureau afgegeven medisch certificaat — Gelijke behandeling

    Dictum

    Het verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal des affaires de sécurité sociale des Bouches-du-Rhône (Frankrijk) bij beslissing van 13 mei 2013 is kennelijk niet-ontvankelijk.


    (1)  PB C 207 van 20.7.2013.


    Top