Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0473

    Zaak C-473/12: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 7 november 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV)/Geoffrey Englebert, Immo 9 SPRL, Grégory Francotte (Verwerking van persoonsgegevens — Richtlijn 95/46/EG — Artikelen 10 en 11 — Informatieplicht — Artikel 13, lid 1, sub d en g — Uitzonderingen — Omvang van uitzonderingen — Privédetectives die handelen voor controle-instantie van gereglementeerd beroep — Richtlijn 2002/58/EG — Artikel 15, lid 1)

    PB C 9 van 11.1.2014, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.1.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 9/13


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 7 november 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV)/Geoffrey Englebert, Immo 9 SPRL, Grégory Francotte

    (Zaak C-473/12) (1)

    (Verwerking van persoonsgegevens - Richtlijn 95/46/EG - Artikelen 10 en 11 - Informatieplicht - Artikel 13, lid 1, sub d en g - Uitzonderingen - Omvang van uitzonderingen - Privédetectives die handelen voor controle-instantie van gereglementeerd beroep - Richtlijn 2002/58/EG - Artikel 15, lid 1)

    2014/C 9/19

    Procestaal: Frans

    Verwijzende rechter

    Grondwettelijk Hof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV)

    Verwerende partijen: Geoffrey Englebert, Immo 9 BVBA, Grégory Francotte

    In tegenwoordigheid van: Nationale beroepsunie van privédetectives van België (NBPD), Beroepsvereniging van verzekeringsinspecteurs en -experts VZW (BVVIE), Ministerraad

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Grondwettelijk Hof (België) — Uitlegging van de artikelen 11, lid 1, en 13, lid 1, sub d en g, van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281, blz. 31) en van artikel 6, lid 3, VEU — Volledige harmonisatie? — Mogelijkheid voor een lidstaat om te voorzien in een beperking van of een uitzondering op de onmiddellijke informatieplicht van de betrokkene — Omvang van de uitzondering op deze plicht — Daaronder begrepen de beroepsactiviteiten van privédetectives — Bij ontkennend antwoord, verenigbaarheid van artikel 13 van richtlijn 95/46/EG met artikel 6, lid 3, VEU, meer in het bijzonder gelet op het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie

    Dictum

    Artikel 13, lid 1, van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaten niet verplicht zijn, maar wel de mogelijkheid hebben, om een of meerdere van de in die bepaling opgenomen uitzonderingen op de verplichting om de betrokkenen over de verwerking van hun persoonsgegevens te informeren, in hun nationale recht om te zetten.

    De activiteit van een privédetective die voor een beroepsorganisatie onderzoek verricht naar schendingen van de beroepscode van een gereglementeerd beroep, in casu het beroep van vastgoedmakelaar, valt onder de uitzondering van artikel 13, lid 1, sub d, van richtlijn 95/46.


    (1)  PB C 26 van 26.1.2013.


    Top