Wybierz funkcje eksperymentalne, które chcesz wypróbować

Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex

Dokument 52013XC1214(05)

    Informatienota — Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik: Informatie betreffende maatregelen die door de lidstaten overeenkomstig artikel 8 zijn vastgesteld

    PB C 366 van 14.12.2013, str. 33—34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.12.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 366/33


    INFORMATIENOTA

    Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik: Informatie betreffende maatregelen die door de lidstaten overeenkomstig artikel 8 zijn vastgesteld

    (2013/C 366/08)

    Artikel 8 van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad (1) bepaalt dat de lidstaten om redenen van openbare veiligheid of uit mensenrechtenoverwegingen een verbod kunnen instellen op of een vergunning verplicht kunnen stellen voor de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst van bijlage I voorkomen. Overeenkomstig artikel 8, lid 4, moeten dergelijke maatregelen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Nederland heeft de Commissie ter kennis gebracht dat het Regeling Stcrt. 2013 nr. 8590 van 28 maart 2013 betreffende de tussenhandel in en de uitvoer van bepaalde producten voor tweeërlei gebruik naar Syrië heeft ingetrokken en vervangen door Regeling Stcrt. 2013 nr. 25632, die op 13 september 2012 is bekendgemaakt en waarbij de volgende maatregelen zijn ingesteld:

    1.

    Een vergunningsplicht voor de uitvoer van bepaalde producten voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst in bijlage I voorkomen, om redenen van openbare veiligheid of uit mensenrechtenoverwegingen. Deze maatregel geldt voor de uitvoer, met bestemming Syrië en Egypte, van de volgende producten die kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie:

    Nr.

    Product

    1.

    De vuurwapens, munitie en toebehoren als hieronder genoemd:

    1.1.

    Vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen

    1.2.

    Munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1 en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen

    1.3.

    Vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen

    2.

    Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen

    3.

    De volgende voertuigen  (2):

    3.1.

    Voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing

    3.2.

    Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren

    3.3.

    Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructie-materieel met bescherming tegen kogels

    3.4.

    Voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden

    3.5.

    Voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen (3)

    3.6.

    Voor de in de punten 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen voor oproerbeheersing

    4.

    De volgende explosieven en aanverwante apparatuur:

    4.1.

    Apparatuur en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van: apparatuur en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere apparatuur of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties)

    4.2.

    Ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen

    4.3.

    De volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen, en aanverwante stoffen:

     

    a)

    amatol

     

    b)

    nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %)

     

    c)

    nitroglycol

     

    d)

    penta-erythritoltetranitraat (PETN)

     

    e)

    picrylchloride

     

    f)

    2, 4, 6-trinitrotolueen (TNT)

    5.

    De volgende beschermende apparatuur die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen  (4):

    5.1.

    Lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken

    5.2.

    Kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden

    6.

    Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur

    7.

    Nachtzicht- en thermische beeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vallen

    8.

    Scheermesprikkeldraad

    9.

    Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm

    10.

    Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen

    11.

    Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen

    Een vergunningsplicht voor de uitvoer, met bestemming Syrië, van bepaalde soorten laboratoriumapparatuur: laboratoriumapparatuur voor het analyseren, destructief of niet-destructief, of het detecteren van stoffen, inclusief onderdelen en toebehoren voor deze apparatuur, en specifiek bedoeld voor medisch gebruik. De vergunningsplicht voor de bovengenoemde producten is ingesteld bij Regeling 2013 nr. 24410 van 2 september 2013. Deze vergunningsplicht is ingesteld na de bekendmaking van Verordening (EU) nr. 697/2013 (5), die uitsluitend betrekking had op laboratoriumuitrusting voor het destructief of niet-destructief analyseren of detecteren van stoffen, met uitzondering van uitrusting, met inbegrip van onderdelen of toebehoren, specifiek bedoeld voor medisch gebruik. Vóór de bekendmaking van Verordening (EU) nr. 697/2013 van de Raad maakten beide vergunningsplichten deel uit van nationale regeling 2013 nr. 8590 van 28 maart 2013.


    (1)  PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.

    (2)  Dit punt is niet van toepassing op voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor brandbestrijding.

    (3)  Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term „voertuigen” ook opleggers en aanhangwagens.

    (4)  Dit punt heeft geen betrekking op: 1) apparatuur speciaal ontworpen voor sportactiviteiten; 2) apparatuur speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.

    (5)  Verordening (EU) nr. 697/2013 van de Raad van 22 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 198 van 23.7.2013, blz. 28).


    Góra