EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0423

Zaak C-423/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Kammarrätt i Stockholm, Migrationsöverdomstol (Zweden) op 17 september 2012 — Flora May Reyes/Migrationsverket

PB C 355 van 17.11.2012, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 355/11


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Kammarrätt i Stockholm, Migrationsöverdomstol (Zweden) op 17 september 2012 — Flora May Reyes/Migrationsverket

(Zaak C-423/12)

2012/C 355/19

Procestaal: Zweeds

Verwijzende rechter

Kammarrätten i Stockholm, Migrationsöverdomstolen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Flora May Reyes

Verwerende partij: Migrationsverket

Prejudiciële vragen

1)

Kan artikel 2, lid 2, sub c, van richtlijn 2004/38 (1) aldus worden uitgelegd dat een lidstaat, in bepaalde omstandigheden, van een rechtstreekse descendent die 21 of ouder is, — om hem als ten laste en dus als familielid in de zin van de definitie ervan in artikel 2, lid 2, sub c, van richtlijn 2004/38 te beschouwen — kan eisen dat hij heeft geprobeerd werk te vinden, steun voor zijn levensonderhoud van de autoriteiten van zijn land van herkomst te krijgen en/of anderszins in zijn eigen levensonderhoud te voorzien, hoewel is gebleken dat zulks niet mogelijk was?

2)

Welk belang heeft het voor de uitlegging van het vereiste „die te hunnen laste zijn” in artikel 2, lid 2, sub c, van richtlijn 2004/38 dat een bloedverwant — op basis van zijn persoonlijke omstandigheden zoals leeftijd, opleiding en gezondheid — wordt geacht goede vooruitzichten te hebben om werk te vinden en bovendien voornemens is om in de lidstaat te werken, hetgeen zou betekenen dat niet langer is voldaan aan de voorwaarden om te gelden als familielid ten laste in de zin van die bepaling?


(1)  Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (Voor de EER relevante tekst) (PB L 158, blz. 77).


Top