EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0262

Zaak C-262/10: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 september 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Döhler Neuenkirchen GmbH/Hauptzollamt Oldenburg (Communautair douanewetboek — Verordening (EEG) nr. 2913/92 — Artikel 204, lid 1, sub a — Regeling actieve veredeling — Schorsingssysteem — Ontstaan van douaneschuld — Niet-nakoming van verplichting om aanzuiveringsafrekening binnen voorgeschreven termijn in te dienen)

PB C 355 van 17.11.2012, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 355/4


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 september 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Döhler Neuenkirchen GmbH/Hauptzollamt Oldenburg

(Zaak C-262/10) (1)

(Communautair douanewetboek - Verordening (EEG) nr. 2913/92 - Artikel 204, lid 1, sub a - Regeling actieve veredeling - Schorsingssysteem - Ontstaan van douaneschuld - Niet-nakoming van verplichting om aanzuiveringsafrekening binnen voorgeschreven termijn in te dienen)

2012/C 355/04

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Döhler Neuenkirchen GmbH

Verwerende partij: Hauptzollamt Oldenburg

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesfinanzhof — Uitlegging van artikel 204, lid 1, sub a, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302, blz. 1), en van artikel 859, punt 9, van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 (PB L 253, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 993/2001 (PB L 141, blz. 1) — Schending van de verplichting om binnen de voorgeschreven termijn de aanzuiveringsafrekening voor de regeling actieve veredeling in te dienen — Ontstaan van douaneschuld voor het geheel van de goederen die onder de veredelingsregeling zijn geplaatst als sanctie voor dit verzuim toelaatbaar

Dictum

Artikel 204, lid 1, sub a, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005, moet aldus worden uitgelegd, dat de schending van de verplichting van artikel 521, lid 1, eerste alinea, eerste streepje, van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening nr. 2913/92, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 214/2007 van de Commissie van 28 februari 2007, om binnen 30 dagen na afloop van de aanzuiveringstermijn de aanzuiveringsafrekening bij het controlekantoor in te dienen, een douaneschuld doet ontstaan voor het geheel van de aan te zuiveren invoergoederen, met inbegrip van die welke buiten het grondgebied van de Europese Unie zijn wederuitgevoerd, voor zover de voorwaarden van artikel 859, punt 9, van voornoemde verordening nr. 2454/93 worden geacht niet te zijn vervuld.


(1)  PB C 246 van 11.9.2010.


Top