Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012TN0071

    Zaak T-71/12: Beroep ingesteld op 17 februari 2012 — Meskarian/Raad

    PB C 109 van 14.4.2012, p. 28–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.4.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 109/28


    Beroep ingesteld op 17 februari 2012 — Meskarian/Raad

    (Zaak T-71/12)

    2012/C 109/57

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoeker: Mohammed Reza Meskarian (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Zaiwalla, P. Reddy en F. Zaiwalla, Solicitors, D. Wyatt, QC (Queen’s Counsel), en R. Blakeley, Barrister)

    Verweerder: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    Verzoeker verzoekt het Gerecht:

    punt 13 van tabel A van de bijlage bij besluit 2011/783/GBVB van de Raad (1) en bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad (2) nietig te verklaren voor zover het van toepassing is op verzoeker;

    te verklaren dat de artikelen 19, lid 1, sub b, en 20, lid 1, sub b, van besluit 2010/413/GBVB van de Raad (3) en artikel 16, lid 2, van verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad (4) niet van toepassing zijn op verzoeker;

    te verklaren dat ondanks artikel 60, lid 2, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie de nietigverklaring van de litigieuze handelingen onmiddellijk in werking treedt; en

    verweerder te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

    1)

    Eerste middel:

    onbevoegdheid van de Raad van de Europese Unie om een bevriezing van tegoeden en een reisverbod onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid („GBVB”) op te leggen voor een interne aangelegenheid van de Europese Unie.

    2)

    Tweede middel:

    er is niet voldaan aan de criteria voor plaatsing op een lijst op grond van besluit 2010/413/GBVB van de Raad en verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad wat verzoeker betreft.

    3)

    Derde middel:

    het opleggen van beperkende maatregelen aan verzoeker is kennelijk in strijd met zijn mensen- en grondrechten en met het evenredigheidsbeginsel.

    4)

    Vierde middel:

    de beperkende maatregelen die door verweerder aan verzoeker zijn opgelegd zijn strijdig met verweerders procedureverplichtingen en het recht van verdediging van verzoeker.

    5)

    Vijfde middel:

    voor zover de beroepen tot nietigverklaring van de vermelding op een lijst van ofwel Persia’s International Bank of van Bank Mellat succesvol zijn, moet ook de vermelding op de lijst van verzoeker nietig worden verklaard.


    (1)  Besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB 2011, L 319, blz. 71).

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB 2011, L 319, blz. 11).

    (3)  Besluit van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB (PB 2010, L 195, blz. 39).

    (4)  Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB 2010, L 281, blz. 1).


    Top