EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012TN0056

Zaak T-56/12: Beroep ingesteld op 9 februari 2012 — IRISL Maritime Training Institute e.a./Raad

PB C 109 van 14.4.2012, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.4.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 109/22


Beroep ingesteld op 9 februari 2012 — IRISL Maritime Training Institute e.a./Raad

(Zaak T-56/12)

2012/C 109/48

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: IRISL Maritime Training Institute (Teheran, Iran), Kara Shipping and Chartering GmbH & Co. KG (Hamburg, Duitsland), Kheibar Co. (Teheran, Iran), Kish Shipping Line Manning Co. (Kish Island, Iran), Fairway Shipping Ltd (Londen, Verenigd Koninkrijk) en IRISL Multimodal Transport Co. (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: F. Randolph en M. Lester, Barristers, en M. Taher, Solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 71) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 11), nietig verklaren, voor zover zij verzoeksters betreffen;

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van hun beroep voeren verzoeksters vier middelen aan, waarmee zij betogen dat de Raad bij het opnemen van hun namen in de lijsten bij het bestreden besluit en de bestreden verordening:

heeft nagelaten om een toereikende en voldoende motivering te geven;

de criteria voor plaatsing op de lijst niet heeft nageleefd, en/of een kennelijke beoordelingsfout heeft gemaakt door vast te stellen dat deze criteria in het geval van verzoeksters waren vervuld en/of verzoeksters in de lijst heeft opgenomen zonder dat daarvoor een afdoende juridische basis bestond;

verzoeksters’ rechten van verdediging en recht op een daadwerkelijke rechterlijke toetsing niet in acht heeft genomen; en

verzoeksters’ grondrechten, met inbegrip van het recht op bescherming van hun eigendom, handelszaak en reputatie, zonder rechtvaardiging heeft geschonden, zonder de evenredigheid in acht te nemen.


Top