Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011XP1125(01)

    Bijdrage XLVI — Conferentie van parlementaire commissies voor Uniezaken van de parlementen van de Europese Unie (COSAC) — Warschau, 2 - 4 oktober 2011

    PB C 345 van 25.11.2011, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    25.11.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 345/1


    BIJDRAGE XLVI

    Conferentie van parlementaire commissies voor Uniezaken van de parlementen van de Europese Unie (COSAC)

    Warschau, 2-4 oktober 2011

    2011/C 345/01

    1.   Meerjarig financieel kader

    1.1.

    Met inachtneming van a) de aanhoudende economische en financiële crisis in een aantal lidstaten, b) de buitensporige begrotingstekorten, die meerdere lidstaten ertoe dwingen vergaande bezuinigingsprogramma's ten uitvoer te leggen, en c) de sociale onrust, die de euroscepsis aanwakkert, enerzijds, en de toenemende behoeften en uitdagingen in verband met duurzame economische ontwikkeling van de Europese Unie, implementatie van de Europa 2020-strategie en de mondiale concurrentiestrijd, anderzijds, steunt COSAC de inspanningen van de instellingen van de EU die geresulteerd hebben in het voorstel voor het meerjarig financieel kader 2014-2020, dat de grondslag zal vormen voor debat en besluitvorming in de Europese Unie. Het resultaat van de discussie zal evenwel rekening moeten houden met de nationale begrotingskaders en de nationale begrotingstrategieën.

    1.2.

    COSAC acht het noodzakelijk de regels en procedures in verband met de accumulatie, toewijzing en benutting van de eigen middelen van de Europese Unie te vereenvoudigen en transparanter te maken, en spoort de instellingen van de EU aan hiertoe passende maatregelen te nemen. De nationale parlementen en het Europees Parlement zullen deze specifieke maatregelen te zijner tijd op hun merite beoordelen.

    1.3.

    COSAC heeft een gedegen analyse gemaakt van de voorstellen voor verschillende vormen van Europese belastingen als nieuwe bron van inkomsten voor de begroting van de EU. COSAC is van oordeel dat de particuliere sector en/of individuen, in een periode waarin de crisis zeker nog niet is overwonnen, geen nieuwe financiële lasten moeten worden opgelegd. In sommige gevallen zou een dergelijke maatregel de betrokken partijen in de EU zelfs een concurrentienadeel ten opzichte van hun mondiale tegenspelers kunnen opleveren.

    1.4.

    In het licht van de moeilijke huidige omstandigheden en de vele problemen in verband met de noodzaak van verbetering van de planning, goedkeuring en uitvoering van toekomstige EU-begrotingen vraagt COSAC de bevoegde instellingen met klem het wetgevingswerk op dit gebied te versnellen en, daar waar mogelijk, vaker onderwerp te laten zijn van gedegen raadplegingsprocessen.

    1.5.

    COSAC spoort de instellingen van de EU aan onderhandelingen te voeren over en goedkeuring te hechten aan een meerjarig financieel kader 2014-2020 dat het mogelijk maakt het middellange- en langetermijnbeleid van de EU te implementeren in overeenstemming met het Europese beginsel van solidariteit, en rekening houdend met de nog altijd voortdurende economische en financiële crisis. In dit verband benadrukt COSAC dat het cohesiebeleid, samen met een billijk en rechtvaardig gemeenschappelijk landbouwbeleid, een essentieel instrument vormt voor en een belangrijke rol speelt bij het bevorderen van solidariteit, het verkleinen van de economische en sociale verschillen tussen de lidstaten, en het verwezenlijken van de strategische doelstellingen van de EU. Waarbij de blik gericht moet blijven op het bevorderen van groei en ontwikkeling van de minst ontwikkelde regio's.

    1.6.

    COSAC onderstreept het bijzondere belang van EU-financiering voor projecten met een Europese dimensie die er mogelijkerwijs niet in slagen voldoende privéfinanciering aan te trekken, maar die wel cruciaal zijn voor het verwezenlijken van de beleidsdoelstellingen van de Unie ten aanzien van een goed functionerende interne markt.

    1.7.

    COSAC verwelkomt de aankondiging van het Poolse voorzitterschap dat het van plan is op 20 en 21 oktober 2011 een conferentie over het meerjarig financieel kader te houden. COSAC is ook verheugd over het voornemen van het voorzitterschap om vertegenwoordigers van de nationale parlementen uit te nodigen en onderstreept het belang van een vroegtijdige betrokkenheid van de nationale parlementen.

    1.8.

    COSAC spoort de instellingen van de EU aan de doelstelling van het verbeteren van de controleerbaarheid en de transparantie van het beheer van EU-middelen op te nemen in de onderhandelingen over het meerjarig financieel kader. COSAC verzoekt de lidstaten, met volledige inachtneming van het standpunt van de Commissie, de controleerbaarheid en de transparantie van de benutting van EU-middelen op nationaal niveau te verbeteren.

    2.   Twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon — Parlementaire ervaring

    2.1.

    COSAC neemt met tevredenheid kennis van haar eerste debat — twee jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon — over de beoordeling van de parlementaire ervaring en goede praktijken.

    2.2.

    COSAC is verheugd dat de nationale parlementen nauw betrokken zijn bij de subsidiariteitscontroles onder Protocol nr. 2 over de toepassing van het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel bij het Verdrag van Lissabon. De nationale parlementen nemen verschillende standpunten in over de implementatie in de praktijk van het subsidiariteitsbeginsel. COSAC is van oordeel dat de nationale parlementen en de instellingen van de EU actief informatie over de toepassing van Protocol nr. 2 zouden moeten uitwisselen en elkaar van hun praktijken op dit gebied op de hoogte zouden moeten brengen, en dat de toepassing van Protocol nr. 2, méér dan nu het geval is, een vast onderdeel van de dialoog tussen de betrokken partijen zou moeten vormen.

    2.3.

    In overeenstemming met artikel 5 van Protocol nr. 2 onderstreept COSAC dat de nationale parlementen de hen toegekende bevoegdheden alleen kunnen uitoefenen indien de financiële gevolgen van ontwerpwetgeving van de EU en, in het geval van richtlijnen, de gevolgen daarvan voor de nationale wettelijke stelsels, kunnen worden beoordeeld. Verder herinnert COSAC eraan dat ontwerpwetgeving van de EU gerechtvaardigd moet worden aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren. COSAC wijst erop dat de subsidiariteitsanalyses in de toelichtingen van de Commissie tot nu toe niet aan de vereisten van artikel 5 voldoen.

    2.4.

    COSAC neemt nota van de bezorgdheid van de nationale parlementen in verband met de kwaliteit en het onafhankelijke karakter van de effectbeoordelingen van ontwerpwetgeving van de EU, die als schematisch en, wat de inhoud betreft, als onbevredigend worden gekenmerkt. COSAC herinnert aan de suggestie van een aantal nationale parlementen om de volledige tekst van de effectbeoordelingen altijd in alle officiële talen van de EU te laten vertalen.

    2.5.

    COSAC is blij met het debat dat zij heeft gehouden over de samenwerking van de nationale parlementen met de Commissie. COSAC vraagt de Commissie bij de eigen beoordeling van de staat van de Unie en bij het opstellen van het eigen werkprogramma rekening te houden met de uitkomsten van dit debat.

    2.6.

    In beginsel is COSAC tevreden over de nauwe en open samenwerking tussen de nationale parlementen en de Commissie krachtens het Verdrag van Lissabon. De informele politieke dialoog tussen de Commissie en de nationale parlementen zal bijdragen tot een versterking van de parlementaire dimensie in het besluitvormingsproces van de EU. Wel wijst COSAC erop dat, in overeenstemming met artikel 6 van Protocol nr. 2, in met redenen omklede adviezen altijd moet worden aangegeven waarom het desbetreffende ontwerp het subsidiariteitsbeginsel niet in acht neemt, in plaats van waarom dit wel het geval is.

    2.7.

    COSAC verzoekt de Commissie preciezer en inhoudelijker te reageren op met redenen omklede adviezen over ontwerpwetgeving van de EU. Veel nationale parlementen zijn van oordeel dat de Commissie in haar reacties in grotere mate aandacht moet besteden aan specifieke twijfels die door de nationale parlementen tot uitdrukking zijn gebracht. COSAC verzoekt de Commissie het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar reacties op met redenen omklede adviezen, of bijdragen in het kader van de informele politieke dialoog, een termijn van drie maanden respecteren.

    2.8.

    COSAC wijst op de bezorgdheid die door meerdere nationale parlementen tot uitdrukking is gebracht, soms in met redenen omklede adviezen, dat de bevoegdheden die aan de Commissie zijn verleend om regelgeving in de vorm van gedelegeerde handelingen op te stellen, te vergaand zijn. COSAC stelt vast dat dit zou kunnen leiden tot een situatie waarin bepaalde essentiële elementen, die aan ontwerpwetgeving van de EU zijn voorbehouden, aan de controle van de nationale parlementen ontsnappen.

    2.9.

    Wat verdere interparlementaire samenwerking betreft, benadrukt COSAC het belang van intensievere communicatie als onderdeel van de dialoog en van het uitwisselen van informatie en goede praktijken tussen de commissies voor Uniezaken van de nationale parlementen van de lidstaten van de EU en het Europees Parlement.


    Top