EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011FN0052

Zaak F-52/11: Beroep ingesteld op 24 april 2011 — ZZ/EIB

PB C 186 van 25.6.2011, p. 37–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/37


Beroep ingesteld op 24 april 2011 — ZZ/EIB

(Zaak F-52/11)

2011/C 186/70

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (Strassen, Luxemburg) (vertegenwoordiger: L. Isola, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank

Voorwerp en beschrijving van het geding

Enerzijds, nietigverklaring van de brief waarbij de president van de EIB heeft verklaard dat naar aanleiding van het besluit van het onderzoekscomité tot afwijzing van de door verzoeker wegens psychisch geweld ingediende klacht, geen verdere actie nodig was en nietigverklaring van andere, met het onderzoek naar psychisch geweld verband houdende besluiten. Anderzijds, vaststelling van het feit dat verzoeker slachtoffer is van psychisch geweld.

Conclusies van de verzoekende partij

nietigverklaring van de brief van 1 september 2010, voor zover de president van de EIB, afgezien van het feit dat hij geen enkele maatregel heeft getroffen voor het psychisch geweld dat verzoeker sinds jaren ondergaat, heeft vastgesteld dat hij de gegrondheid van het betoog van het onderzoekscomité kon controleren;

nietigverklaring van het rapport en de conclusies van het onderzoekscomité van 30 juni 2010, voor zover het geen enkel onderzoek heeft ingesteld naar het gedrag van het comité van beroep en van de leden ervan, voor zover het psychisch geweld heeft gedefinieerd en, ten slotte, voor zover het het bezwaar heeft afgewezen en zijn onderzoek heeft beperkt tot het gedrag van enkele personen en op willekeurige wijze geen onderzoek heeft ingesteld naar bepaalde aangevoerde feiten;

nietigverklaring van de brieven van 17 november en 30 november 2010, waarbij de president van de EIB, in het kader van de procedure op grond van artikel 41 van het personeelsreglement, verzoeker niet heeft toegestaan om zichzelf te vertegenwoordigen, terwijl de Bank werd vertegenwoordigd door één van de eigen werknemers;

nietigverklaring van het bericht van 14 april 2011 waarbij de directeur personeelszaken heeft geweigerd om een vergoeding te betalen;

nietigverklaring van alle daarmee verband houdende, daarop volgende en daaraan voorafgaande maatregelen, waaronder die welke het Comité voor psychisch geweld heeft gebruikt;

vaststelling dat verzoeker slachtoffer was van psychisch geweld;

veroordeling van de EIB tot stopzetting van het psychisch geweld jegens verzoeker en tot vergoeding van de fysieke, immateriële en materiële schade, alsmede verwijzing in de kosten van het geding, inclusief rente en opwaardering van het verschuldigde bedrag.


Top