EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IP0048

Versterking van de rol van Europese KMO's in de internationale handel Resolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2009 over versterking van de rol van Europese KMO's in de internationale handel (2008/2205(INI))

PB C 67E van 18.3.2010, p. 101–111 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 67/101


Versterking van de rol van Europese KMO's in de internationale handel

P6_TA(2009)0048

Resolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2009 over versterking van de rol van Europese KMO's in de internationale handel (2008/2205(INI))

(2010/C 67 E/12)

Het Europees Parlement,

gezien het Europese Handvest voor het midden- en kleinbedrijf dat op 19 en 20 juni 2000 door de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomst te Feira is aangenomen,

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad over de strategie van Lissabon, die op 23 en 24 maart 2000 te Lissabon zijn aangenomen,

gezien Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 over de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (1),

gezien de mededeling van de Commissie van 21 januari 2003: „Eerst aan de kleintjes denken in een groter wordend Europa” (COM(2003)0026),

gezien de mededeling van de Commissie van 10 november 2005 getiteld „Het communautair Lissabon-programma uitvoeren – een modern KMO-beleid voor groei en werkgelegenheid” (COM(2005)0551),

gezien de mededeling van de Commissie van 4 oktober 2006 getiteld „Europa als wereldspeler: wereldwijd concurreren – Een bijdrage aan de EU-strategie voor groei en werkgelegenheid” (COM(2006)0567),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 22 mei 2007 over Europa als wereldspeler – externe aspecten van het concurrentievermogen (2),

gezien de mededeling van de Commissie van 4 oktober 2007 getiteld „Het midden- en kleinbedrijf: de sleutel tot meer groei en werkgelegenheid. Tussentijdse evaluatie van het moderne KMO-beleid” (COM(2007)0592),

gezien de mededeling van de Commissie van 18 april 2007 getiteld: „Europa als wereldspeler: een sterker partnerschap voor markttoegang ten behoeve van Europese exporteurs” (COM(2007)0183),

gezien het verslag over de openbare raadpleging over de strategie van de Europese Unie voor markttoegang dat op 28 februari 2007 door de Commissie (DG Handel) is gepresenteerd,

gezien het slotrapport van de Groep deskundigen over ondersteuning van de internationalisering van KMO's (3), dat door de Commissie (DG Ondernemingen en Industrie, bevordering van het concurrentievermogen van KMO's) in december 2007 is gepubliceerd,

gezien de mededeling van de Commissie van 25 juni 2008 getiteld „Denk eerst klein: Een 'small business act” voor Europa (COM(2008)0394),

gezien de mededeling van de Commissie van 6 december 2006 getiteld „Europa als wereldspeler – de handelsbeschermingsinstrumenten van Europa in een veranderende wereldeconomie – Groenboek voor een openbare raadpleging” (COM(2006)0763),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 september 2006 over de economische en commerciële betrekkingen tussen de EU en India (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 25 oktober 2006 over het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement over antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen van derde landen tegen de Gemeenschap (2004) (5),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 april 2006 over de evaluatie van de Doha-ronde na de ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie van Hongkong (6),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 oktober 2006 over de economische en commerciële betrekkingen tussen de EU en de Mercosur met het oog op het sluiten van een interregionale associatieovereenkomst (7),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 juni 2006 over de trans-Atlantische economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (8),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 13 oktober 2005 over de vooruitzichten voor de handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en China (9),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 september 2005 over de toekomst van de textiel- en kledingsector na 2005 (10),

gezien het werkdocument van de Commissie van 14 november 2006 dat bij de mededeling van de Commissie is gevoegd: „Economische hervormingen en concurrentievermogen: de belangrijkste boodschappen uit het verslag over het Europese concurrentievermogen 2006” (SEC(2006)1467),

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel van 23 en 24 maart 2006 (7775/1/2006),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 maart 2006 over de inbreng in de Europese Voorjaarsraad 2006 in verband met de strategie van Lissabon (11),

gezien de met consensus aangenomen verklaring van 2 december 2006 ter gelegenheid van de jaarlijkse zitting van de Parlementaire Conferentie over de WTO,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 april 2008 over een routekaart voor hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (12),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 juli 2006 over de oorsprongsaanduiding (13),

gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 12 februari 2007 betreffende de overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO en de KMO's,

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie internationale handel en de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0001/2009),

A.

overwegende dat de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) van de Europese Unie, die worden gedefinieerd als ondernemingen met minder dan 250 werknemers en een omzet van minder dan 50 miljoen EUR, staan voor 23 miljoen ondernemingen (99% van het totaal) en 75 miljoen banen (70%) in de Europese Unie,

B.

overwegende dat meer dan 96% van de KMO's in de Europese Unie minder dan 50 mensen in dienst heeft en minder dan 10 miljoen EUR aan jaarlijkse omzet genereert, waardoor hun mogelijkheden om goederen en diensten over de nationale grenzen te exporteren, vanwege de hoge vaste kosten in verband met internationale handel beperkt zijn,

C.

overwegende dat hun internationale prestaties om die reden structureel zwak zijn, alhoewel 8% van de KMO's in de Europese Unie de nationale grens overgaat en exporteert, en bijna 3% van de KMO's de export van goederen buiten de Europese Unie als prioriteit beschouwt; overwegende dat de top tien van de EU ondernemingen alleen al 96% van de export en de directe buitenlandse investeringen van de Unie realiseert,

D.

overwegende dat de groei in derde landen naar verwachting groter is dan die op de interne markt, hetgeen weer nieuwe exportmogelijkheden creëert voor KMO's,

E.

overwegende dat KMO's binnen de Europese Unie te maken zullen krijgen met heviger concurrentie van concurrenten uit derde landen,

F.

overwegende dat een open markt en eerlijke concurrentie binnen een gemondialiseerde economie de beste mogelijkheden zullen bieden voor KMO's,

G.

overwegende dat geïnternationaliseerde bedrijven een grotere capaciteit tot innovatie blijken te hebben; overwegende dat internationalisering en innovatie drijvende krachten zijn achter concurrentie en groei, die van groot belang zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie van Lissabon ten aanzien van groei en werkgelegenheid,

H.

overwegende dat internationalisering concurrentievermogen en groei genereert, bijdraagt aan de expansie van ondernemingen en dus aan de werkgelegenheid en dat de KMO's verantwoordelijk zijn voor 80% van de nieuwe banen in de Europese Unie,

I.

overwegende dat de KMO's bij internationalisering te maken hebben met specifieke problemen zoals het gebrek aan internationale ervaring, moeilijkheden bij de toegang tot financiering, gebrek aan ervaren personeel, een erg ingewikkeld internationaal regulerend kader en dat deze obstakels hen ervan weerhouden de noodzakelijke structurele veranderingen door te voeren om profijt te kunnen trekken uit internationale activiteiten,

J.

overwegende dat de KMO's die internationaal actief zijn, een rol dienen te spelen bij de vernieuwing van het economische landschap in de Europese Unie en deel zullen uitmaken van de volgende generatie grote ondernemingen die de Europese Unie nodig heeft om het gewenste niveau van 3% van het BBP aan investering in onderzoek en ontwikkeling te bereiken,

K.

overwegende dat de KMO's in de Europese Unie een cruciaal belang hebben in de markten die geografisch en cultureel het meest nabij zijn, dat wil zeggen de grensregio's van de Europese Unie, zoals de mediterrane landen of de westelijke Balkan,

L.

overwegende dat het concurrentievermogen afhangt van de capaciteit om de KMO's adequate bescherming te garanderen tegen illegale handelspraktijken en dat de verwerkende industrie in de Europese Unie een belangrijke sector vertegenwoordigt voor de economische groei en de werkgelegenheid,

Het multilaterale kader en de WTO

1.

benadrukt dat het WTO-systeem sterker rekening moet houden met de rol van de KMO's en hun belangen; herinnert eraan dat KMO's een duidelijk en functioneel internationaal regelgevingskader nodig hebben;

2.

nodigt de Commissie uit om in de context van de WTO-onderhandelingen te zorgen voor eenvoudiger regels die specifiek van toepassing zijn op de KMO's binnen de vrijhandelszones en voor specifieke bepalingen met betrekking tot de behoeften van KMO's;

3.

verzoekt de Commissie en de lidstaten hun prioriteiten in multilateraal verband te herzien door te ijveren voor opheffing van de tarifaire en niet-tarifaire belemmeringen en de internationale handel te bevorderen via de nodige maatregelen ter vereenvoudiging en harmonisatie van de regelgeving;

4.

meent dat het internationale handelsbestel minder lasten voor KMO's met zich mee zou moeten brengen en dat overwogen moet worden een snel werkend en goedkoop systeem van internationale arbitragegerechten in te voeren, dat KMO's de mogelijkheid biedt om de lange procedures en moeilijkheden te vermijden die een juridisch geschil met de douane- of handelsautoriteiten in een aantal derde landen met zich meebrengt;

5.

verzoekt de Commissie en de lidstaten zich actief in te zetten voor een alomvattende multilaterale overeenkomst inzake „handelsfacilitatie”, om onder meer EU-KMO's de mogelijkheid te bieden volledig profijt te trekken van de mondialisering en de openstelling van de markten in derde landen;

6.

steunt in het bijzonder een ferm standpunt in de onderhandelingen over de ‧trade facilitation procedures‧ voor de verlaging van de kosten voor douaneprocedures die kunnen oplopen tot 15% van de waarde van de verhandelde goederen, via transparante en vereenvoudigde procedures, harmonisatie van internationale standaarden en effectieve registratie van de herkomst van de goederen en modernisering van douanecontroles;

7.

benadrukt het belang voor de KMO's van de afsluiting van onderhandelingen over alle hoofdstukken van de Doha-ronde;

De mededeling „Europa als wereldspeler”

8.

steunt de inspanningen van de Commissie om de Europese Unie te voorzien van een alomvattende strategie die alle externe aspecten van het Europees concurrentievermogen dekt en bijdraagt aan de volledige verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie van Lissabon, maar betreurt de afwezigheid van specifieke initiatieven ten behoeve van KMO's, die tweederde van de werkgelegenheid in de EU verschaffen; verzoekt de Commissie en de Raad om deze lacune onverwijld te verhelpen en ambitieuze maar realistische doelstellingen ter bescherming van de belangen van KMO's vast te stellen en de noodzakelijke middelen en hulpbronnen ter beschikking te stellen; wijst op het belang van een effectieve verordening inzake handelsbarrières als aanvullend instrument hiervoor;

9.

is van oordeel dat een wederzijdse liberalisering van de handel noodzakelijk is voor de KMO's en acht het in dat licht opportuun dat de Commissie een expliciet antwoord formuleert op de exportproblemen van EU-KMO's, waarin zij aangeeft met welke nationale of Europese middelen de Europese Unie de KMO's zou kunnen helpen om hun prestaties op de wereldmarkten te verhogen;

Hervorming van handelsbeschermingsinstrumenten

10.

is verheugd over het besluit van de Commissie om de voorstellen voor de hervorming van de handelsbeschermingsinstrumenten in bovengenoemd groenboek ter openbare raadpleging in te trekken;

11.

is van mening dat de hervormingen van de Commissie het extern concurrentievermogen van het bedrijfsleven in de Europese Unie niet zou hebben gebaat, maar zelfs ernstige extra schade zou hebben berokkend aan de bedrijfstakken in de Europese Unie die reeds onder druk staan van illegaal gesubsidieerde of onrechtmatig door dumpingpraktijken bevoordeelde buitenlandse producten; beklemtoont dat het handelsbeschermingssysteem een nagenoeg gerechtelijke procedure moet blijven op basis van objectieve en feitelijke beoordelingen, met als doel te zorgen voor voorspelbaarheid en rechtszekerheid;

12.

is van oordeel dat bij afwezigheid van internationaal erkende mededingingsregels het huidige Europese handelsbeschermingssysteem de beste remedie vormt om te zorgen voor een gelijkwaardig speelveld voor alle spelers en is van oordeel dat EU-ondernemingen, en dan met name KMO's, een versterkt mechanisme ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken nodig hebben;

13.

benadrukt dat het handelsbeschermingssysteem bedoeld is om de belangen van producenten en werknemers te beschermen tegen verzwakking als gevolg van dumpingpraktijken of onwettige subsidies; verzoekt de Commissie, gezien het belang van handelsbeschermings-instrumenten, onderzoeken met name voor KMO's transparanter, voorspelbaarder en toegankelijker te maken;

14.

beveelt de Commissie en de lidstaten aan maatregelen te nemen op het gebied van informatie en opleiding voor KMO's om hen te stimuleren gebruik te maken van handelsbeschermingsinstrumenten; is van mening dat de Commissie, vanuit een neutrale positie, gerichte steun moet bieden aan KMO's in alle stadia van handelbescherming-onderzoeken; acht het in verband hiermee noodzakelijk om de dienstverlening van de HBI-helpdesk voor KMO's te verbeteren;

15.

betreurt het dat slechts een gering aantal onderzoeken bedrijfstakken met een hoge KMO-concentratie betrof; verzoekt de Commissie onverwijld al het mogelijke te doen om de huidige praktijk te corrigeren teneinde de rechten van KMO's effectiever te beschermen en hen gemakkelijker toegang te verzekerentot de bescherming van de handelsbeschermingsinstrumenten;

16.

is van mening dat in dit opzicht het begrip „deel van de totale communautaire productie” in de verordening inzake handelsbarrières (14) KMO's reeds mogelijkheden biedt om klachten in te dienen, maar vraagt de Commissie te zorgen dat beroesporganisaties waarin KMO's sterk vertegenwoordigd zijn, de mogelijkheid krijgen KMO's formeel te vertegenwoordigen ten overstaan van de Commissie, zonder dat de huidige drempel wordt gewijzigd;

17.

verzoekt de Commissie te komen met een adequate en snelle reactie op derde landen die op willekeurige manier gebruik maken van handelsbeschermingsregels, in het bijzonder waar deze praktijken schadelijk blijken voor KMO's uit de EU;

Intellectuele eigendomsrechten (IER) en herkomstaanduiding

18.

benadrukt dat een doeltreffende bescherming van IER een noodzakelijke voorafgaande voorwaarde vormt voor het ontwikkelen van nieuwe technologieën door KMO's, met het oog op het opstarten van internationale activiteiten; wijst er daarom op dat de invoering van een efficiënter en eenvoudiger systeem voor IER een essentieel instrument voor de bevordering van de internationalisering van KMO's;

19.

vestigt de aandacht op de grote toename in de afgelopen jaren van het aantal schendingen van IER waarvan KMO's in de Europese Unie de dupe zijn en op het feit dat vervalsing niet alleen de grote bedrijven treft maar ook de KMO's die erin geslaagd zijn kwalitatief en competitief sterke producten te ontwikkelen en die ernstige, soms voor het voortbestaan van de onderneming levensbedreigende schade ondervinden door vervalsing;

20.

vraagt de Commissie en de lidstaten zich met hernieuwde energie in te zetten voor preventie en repressie van namaakpraktijken, via zowel adequate interne beleidsmaatregelen als internationale initiatieven op multilateraal vlak (bijvoorbeeld de handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak) en op bilateraal vlak (nieuwe economische samenwerkingsovereenkomsten met derde landen) waarin naar behoren rekening wordt gehouden met de impact van namaak op KMO's; benadrukt dat voor KMO's de bescherming van geografische aanduidingen en patentrechten even belangrijk, zo niet nog belangrijker is dan de bescherming van handelsmerken en auteursrechten; vraagt de Commissie en de lidstaten ervoor te zorgen dat de hoge normen inzake gegevensbescherming in de Europese Unie niet door deze maatregelen worden geschonden;

21.

vraagt de Commissie en de lidstaten de KMO's te stimuleren om gebruik te maken van instrumenten, zoals octrooien/patenten, ter bescherming van hun know-how en om zich te beschermen tegen kopiëring en/of vervalsing;

22.

vraagt de Commissie en de lidstaten bovendien om toe te zien en te reageren op schendingen van IER, en bij hun eigen handelspartners aan te dringen op een striktere naleving van de TRIPS-overeenkomst en de eigen nationale regelgeving tot bescherming van de industriële en intellectuele eigendom;

23.

roept de Commissie en de lidstaten op de controle op de import door de douaneautoriteiten te verbeteren, om zo te zorgen voor een doelmatiger bescherming tegen producten die de IER van EU-ondernemingen schenden;

24.

betreurt de vertraagde invoering van het communautair systeem voor de aanduiding van het land van herkomst voor enkele uit niet-Europese landen afkomstige goederen (zoals textiel en schoeisel) (15) en uit zijn bezorgdheid over deze duidelijke schending van de rechten van de EU-consumenten; nodigt de Commissie en de lidstaten uit om onverwijld de hinderpalen weg te werken die tot dusver in de weg stonden aan de inwerkingtreding van deze regelgeving en om de Europese herkomst van deze producten te promoten, die door de consumenten vaak wordt gezien als een garantie voor kwaliteit, veiligheid en eerbiediging van hoge productienormen;

Strategie voor toegang tot de markten van derde landen

25.

wijst erop dat vergemakkelijking van de toegang tot de markten voor KMO's ertoe kan bijdragen dat nieuwe banen worden gecreëerd en bestaande banen worden beschermd, dat de knowhow en de specifieke kenmerken van het EU-bedrijfsleven worden behouden en uitgewisseld en de EU-landen en hun partners een basis wordt gegeven voor een solide en duurzame economische groei;

26.

is verheugd over de inspanningen die de Commissie onderneemt om KMO's markttoegang in derde landen te verschaffen; roept de Commissie en de lidstaten op te zorgen voor een goed functioneren van de markttoegangsteams van de EU in derde landen, met name in opkomende economieën, en daarbij de relevante professionele organisaties te betrekken;

27.

verzoekt de Commissie en de lidstaten de informatievoorziening over markten in derde landen te verbeteren te verspreiden en om onder meer speciale rubrieken voor KMO's in te voeren en om de markttoegangsdatabank (Market Access Database) te stroomlijnen en aldus de toegang voor met name de KMO's te vergemakkelijken;

28.

nodigt de Commissie uit de Market Access Database te vereenvoudigen om het voor de KMO's makkelijker te maken deze database te raadplegen; verzoekt de Commissie bovendien maatregelen te nemen om dit soort databanken te publiceren;

29.

wenst dat de markttoegangsteams (Market Access Teams), die de delegaties van de Commissie in derde landen hebben opgezet, worden versterkt en dat binnen deze teams een desk wordt ingericht die speciaal belast is met het volgen van de KMO-gerelateerde kwesties, samengesteld uit specialisten op het gebied van ondernemerszaken;

30.

ondersteunt de oprichting, in de leidende markten India en China, van European Business Centers die samenwerken met de nationale Kamers van Koophandel en de vertegenwoordiging van bedrijven zodat de KMO's in staat gesteld worden partners te vinden met relevante vaardigheden zodat zij deze lokale markten kunnen betreden;

31.

is van mening dat een geslaagde strategie voor toegang tot de markten ook afhankelijk is van steun op het niveau van informatie en van meer invloed die de nationale Kamers van Koophandel kunnen aanwenden buiten de Europese Unie; steunt de bilaterale programma's die de specifieke toegang van KMO's tot derde markten bevorderen, gezien de successen van AL INVEST (Latijns-Amerika) MEDINVEST (Middellandse Zeegebied) en PROINVEST (Afrika);

32.

wijst erop dat standarisatie totinnovatie en concurrentievermogen kan leiden, door de toegang tot markten te bevorderen en operabiliteit mogelijk te maken; moedigt de Commissie aan de Europese normen internationaal nog sterker te bevorderen;

Europese Small Business Act, concurrentiekracht en internationale handel

33.

is ingenomen met het Small Business Act-initiatief van de Commissie als een grote kans om op een doelmatige wijze het hele EU-beleid te betrekken op KMO's, acht volledige betrokkenheid van de lidstaten en de EU-instellingen op dit gebied noodzakelijk opdat het principe „Eerst aan de kleintjes denken” wordt toegepast;

34.

stelt vast dat er uiterst concurrerende EU-KMO's bestaan die wereldleiders zijn in bijzonder gespecialiseerde nichemarkten en bijgevolg een drijvende kracht vormen voor de strategie van Lissabon;

35.

is van mening dat de internationalisering van de KMO's een hoofddoel is van het handelsbeleid en een hoeksteen moet zijn van de Europese Small Business Act, die zal fungeren als een stabiel, unitair, bindend en alomvattend kader voor het beleid van de Commissie ten behoeve van KMO's;

36.

is van mening dat KMO's om hun aanwezigheid op markten van derde landen te bevorderen personeel moeten inzetten dat zich specifiek bezig houdt met internationalisering, hetgeen zelden het geval is; verzoekt daarom de Commissie en de lidstaten de oprichting te promoten van dienstenconsortia ter ondersteuning van KMO's bij het proces van internationalisering, teneinde dit obstakel te overwinnen;

37.

moedigt versterking aan van alle beleidsmaatregelen voor innovatie en het opstarten van KMO's; steunt de oprichting van Europese samenwerkingsverbanden ter bevordering van het concurrentievermogen die open staan voor KMO's en die in staat zijn de kritische massa te bereiken die nodig is om stand te houden in de internationale concurrentieslag; steunt tevens de uitbreiding en bijstelling van programma's voor toegang voor KMO's tot financiële middelen voor internationale ontwikkeling en maatregelen die hun vaste operationele kosten moeten verlagen; wijst erop dat het uniforme Europese octrooi en het statuut van de Europese Vennootschap zo snel mogelijk moeten worden aangenomen om de overgang naar handel buiten de Gemeenschap te bevorderen;

38.

beschouwt politieke en financiële steun ter bevordering van product- en procesvernieuwing, verbetering van de toegang tot financiële middelen en fiscale aspecten, alsmede samenwerking op het gebied van onderzoek en technologie-overdracht, als de meest geëigende middelen om de productiviteit van KMO's te vergroten, hetgeen de basis vormt van elke eventuele succesvolle internationaliseringsstrategie voor KMO's;

39.

is van oordeel dat internemarktbeleid gericht moet zijn op het verbeteren van de situatie van KMO's in de Europese Unie door een KMO-vriendelijk bedrijfsklimaat te creëren en door te waarborgen dat KMO's de kansen die de interne markt biedt, ten volle kunnen benutten; oordeelt voorts dat dit beleid, waar van toepassing, ook de internationale rol van KMO's moet versterken;

40.

roept de Commissie op na te gaan hoe de interne markt EU-bedrijven verder kan helpen internationaal te concurreren;

41.

verwelkomt het contract dat de Commissie heeft toegekend en ondertekend voor een studie over de internationalisering van KMO's; is van mening dat de studie een uitvoerig overzicht zal geven van de mate van internationalisering van EU-KMO's; verzoekt de Commissie doeltreffende maatregelen te nemen om de prestaties van KMO's in de gemondialiseerde wereld te bevorderen;

42.

merkt op dat competente en hoogopgeleide ondernemers van groot belang zijn om de uitdagingen van de internationale handel te kunnen aangaan; doet daarom een beroep op de Commissie en de lidstaten om het aanbod van opleidingsprogramma's voor ondernemers over het geglobaliseerde bedrijfsmilieud (zoals het Enterprise Europe Network of het „Gateway to China”-programma) te vergroten; vraagt om intensievere samenwerking tussen KMO's en universiteiten ter verbetering van onderzoek en innovatie; vraagt de Commissie te overwegen een bijzonder EU-uitwisselingsprogramma voor jonge ondernemers te creëren, naar het voorbeeld van het Erasmus- en het Leonardo da Vinci-programma;

43.

is verheugd over de organisatie van een ‧Europese week van de KMO‧ in mei 2009 en stelt voor dat van dit evenement wordt gebruikgemaakt om KMO's informatie te verstrekken over de manier waarop zij hun exportactiviteiten buiten de Europese Unie kunnen ontwikkelen;

Vrijhandelsovereenkomsten

44.

verzoekt de Commissie meer aandacht te besteden aan de evaluatie van de effecten die de nieuwe generatie vrijhandelsovereenkomsten met derde landen op de EU-KMO's kan hebben en daar rekening mee te houden in de fase van de onderhandelingen;

45.

is van mening dat de Commissie zich moet richten op sluiting van vrijhandelsovereenkomsten of andere handelsovereenkomsten die gunstig zijn voor de Europese economie in haar geheel en voor de KMO's in het bijzonder, of die handelsconcessies op gelijk niveau bieden, behoudens de gevallen waarin het gaat om de minst ontwikkelde landen;

46.

beklemtoont het belang om economische en handelsbetrekkingen te bevorderen tussen de Europese Unie en derde landen die deelnemen aan de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst, en roept de Commissie op in haar handelsbetrekkingen met deze landen speciale aandacht te besteden aan KMO's;

47.

beveelt de Commissie aan om permanent toezicht op deze overeenkomsten te waarborgen en onverwijld op te treden in geval van niet-nakoming van de door de partners aangegane verplichtingen;

48.

wijst op het belang voor KMO's van markten die geografisch in de buurt liggen en verzoekt de Commissie in de handelsbetrekkingen met deze landen bijzondere aandacht te schenken aan KMO's; begroet in deze context de verwijzing naar het Initiatief ter ontwikkeling van het bedrijfsleven in de mediterrane regio, dat is opgenomen in de Verklaring van de Top van Parijs van 13 juli 2008 over de Unie voor het Middellandse Zeegebied;

49.

wijst op de belangrijke rol van KMO's in de overdracht van technologie op het gebied van klimaatverandering en op het belang van actieve deelname van de KMO's aan ontwikkelingshulp;

Overheidsopdrachten

50.

herinnert eraan dat overheidsopdrachten behoren tot de meest veelbelovende sectoren voor de Europese economie en voor KMO's in het bijzonder; uit zijn bezorgdheid over de beperkingen die blijven bestaan in veel derde landen, die weigeren Europese ondernemingen soortgelijke toegang te garanderen tot hun aanbestedingsprocedure, of die vaak weinig transparante en weinig billijke normen toepassen;

51.

is van mening dat EU-KMO's dezelfde mate van voordelen en mogelijkheden op het gebied van overheidsopdrachten in de belangrijkste geïndustrialiseerde landen (waaronder de Verenigde Staten, Canada en Japan) moeten hebben als zij genieten binnen de EU; roept de Commissie daarom op te garanderen dat EU-KMO's betere toegang krijgen tot de markten voor overheidsaanbestedingen in derde landen en eerlijke concurrentievoorwaarden genieten in de sectoren van de overheidsopdrachten, waar nodig door toepassing van het wederkerigheidsbeginsel;

52.

is van mening dat de Europese Unie onderbouwde en doelmatige maatregelen moet nemen om de gelijke rechten voor EU-ondernemingen en in het bijzonder KMO's te verzekeren;

53.

vraagt de Commissie om realistische en constructieve voorstellen voor te leggen met het oog op toekomstige heronderhandelingen en versterking van de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten;

54.

is van mening dat de overheidsopdrachten een kernhoofdstuk moeten zijn in alle bilaterale en regionale handelsbesprekingen die worden gevoerd door de Europese Unie om zo te komen tot een evenwichtige opening van die openbare-aanbestedingsmarkten;

55.

begroet het in de mededeling „Europa als wereldspeler” opgenomen voorstel van de Commissie om gerichte restricties toe te passen op Europese overheidsopdrachten voor de landen die geen toegang bieden tot hun overheidsmarkten; verzoekt de Commissie het Parlement verslag uit te brengen over de tot nu toe geboekte resultaten en over de initiatieven die zij wil ontplooien om voor EU-KMO's een betere toegang tot de overheidsopdrachten van derde landen te verkrijgen;

Landbouwproducten en geografische benamingen

56.

herinnert aan het belang van toegang tot de landbouwmarkten voor de EU-KMO's in de landbouwsector en verzoekt de Commissie om in het kader van de toekomstige multilaterale en bilaterale handelsonderhandelingen de aan de sector toegekende resterende tarifaire bescherming niet op te geven, maar juist te garanderen dat de meest concurrerende en bekend Europese landbouwproducten niet onterecht worden benadeeld door anticoncurrentiepraktijken van andere WTO-leden; is van oordeel dat wezenlijke vooruitgang ten aanzien van geografische aanduidingen onontbeerlijk is voor een evenwichtige uitkomst inzake de landbouw in het kader van de onderhandelingen van Doha;

57.

steunt de initiatieven van de Commissie om een duidelijker en evenwichtiger internationaal referentiekader op het gebied van de geografische benamingen in te voeren; vindt het onaanvaardbaar dat de geografische benamingen en aanduidingen van talrijke agro-levensmiddelen al te vaak ten nadele van vooral EU-KMO's worden gebruikt; verzoekt de Commissie en de lidstaten dringend om vastberaden op te treden tegen landen die onrechtmatig van deze niet-tarifaire belemmeringen gebruik maken om hun eigen markt te beschermen;

58.

steunt de invoering van een internationaal multilateraal register met geografische aanduidingen die de KMO's de mogelijkheid biedt om hun eigen geografische aanduidingen op eenvoudige en economische wijze te beschermen; vindt het noodzakelijk dat de lijst met beschermde geografische aanduidingen wordt aangevuld en uitgebreid tot alle EU-producten die door hun aard, of plaats of wijze van productie de EU-KMO's een ‧comparatief voordeel‧ geven ten opzichte van soortgelijke producten uit derde landen;

59.

verzoekt de andere WTO-leden dringend om de met geografische aanduidingen beschermde EU-producten volledige toegang te waarborgen en zo nodig nationale producten die deze benamingen onrechtmatig gebruiken uit de handel te halen, of in elk geval volledige toegang te verlenen aan communautair beschermde geografische benamingen en beschermde aanduidingen van herkomst die reeds in gebruik zijn of soortnamen zijn geworden;

Ondersteuning voor de internationalisering van de KMO's

60.

is van mening dat nationale of regionale programma's voor ondersteuning bij internationalisering van KMO's een nuttig instrument zijn en goede resultaten opleveren; vraagt door te gaan met de cofinanciering uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en vraagt meer financiële middelen toe te kennen aan transnationale samenwerkingsprojecten, ontwikkeld door bedrijfstakorganisaties, met als doel de internationalisering en de exportcapaciteit van de KMO's te ondersteunen, samen nieuwe markten te openen en gemeenschappelijke marketingstrategieën in derde landen te ontwikkelen;

61.

benadrukt de noodzaak de toegang te verbeteren tot financiering, in het bijzonder microkredieten, voor KMO's; gelooft dat de communautaire instrumenten zoals het Europees Investeringsfonds, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en de gezamenlijke Europese middelen voor micro- tot middelgrote ondernemingen (Joint European Resources for Micro to Medium Enterprises; JEREMIE) kunnen bijdragen aan het creëren van gunstiger voorwaarden voor toegang tot de financiering van KMO's met internationaliseringsplannen;

62.

is van mening dat de vorming van joint ventures of andere samenwerkingsovereenkomsten tussen KMO's moeten worden gestimuleerd als strategie om nieuwe markten te penetreren, directe investeringsprojecten te ontwikkelen in derde landen en deel te nemen aan openbare aanbestedingen; vraagt de Commissie middelen vrij te maken, vooral via de doelstelling inzake ‧Europese territoriale samenwerking‧, om transnationale samenwerking tussen KMO's in de Europese Unie te stimuleren;

Slotoverwegingen

63.

is van mening dat de ontwikkeling en internationalisering van de EU-KMO's bijzondere aandacht en steun nodig heeft bij de vaststelling van het handelsbeleid van de EU;

64.

verzoekt de Commissie en de lidstaten KMO's in de huidige financiële crisis alle steun te verlenen door te zorgen dat er permanent krediet beschikbaar is om hun ontwikkeling te bevorderen;

65.

verzoekt de Commissie en de lidstaten onderling samen te werken met het oog op de vaststelling van een coherent en op de lange termijn gericht beleid dat EU-KMO's in staat stelt zich op harmonieuze wijze en met een hoger groeipercentage te ontwikkelen en nieuwe markten te veroveren en meer in het algemeen hun exportactiviteiten en internationalisering te versterken;

66.

vraagt de Commissie en de lidstaten om de ontwikkeling van de EU-KMO's te waarborgen via adequate politieke en financiële steun voor modernisering en opleiding van leidinggevend personeel en werknemers; benadrukt in dit verband het belang van permanente scholing van werknemers in KMO's en het scheppen van gunstige voorwaarden voor voortzetting van dergelijke activiteiten; acht het van essentieel belang dat de Europese Unie zich volledig ontfermt over de bescherming van deze rijkdom aan kennis, tradities en knowhow die KMO's hebben opgebouwd en positief gebruikt;

67.

meent dat een betere coördinatie moeten worden gegarandeerd in de Gemeenschap, en tussen de Commissie, de lidstaten en andere belanghebbende partijen; vraagt tijdig geïnformeerd te worden over elk toekomstig initiatief op het gebied van het externe concurrentievermogen van KMO's en nauw betrokken te worden bij alle toekomstige initiatieven die de Europese Unie zal ondernemen;

*

* *

68.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regeringen en parlementen van de WTO-leden, evenals aan de WTO.


(1)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.

(2)  PB C 102 E van 24.4.2008, blz. 128.

(3)  http://ec.europa.eu/enterprise/entrepreneurship/support_measures/internationalisation/report_internat.pdf.

(4)  PB C 306 E van 15.12.2006, blz. 400.

(5)  PB C 313 E van 20.12.2006, blz. 276.

(6)  PB C 293 E van 2.12.2006, blz. 155.

(7)  PB C 308 E van 16.12.2006, blz. 182.

(8)  PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 235.

(9)  PB C 233 E van 28.9.2006, blz. 103.

(10)  PB C 193 E van 17.8.2006, blz. 110.

(11)  PB C 291 E van 30.11.2006, blz. 321.

(12)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0180.

(13)  PB C 303 van 13.12.2006, blz. 881.

(14)  Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad van 22 december 1994 tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld (PB L 349 van 31.12.1994, blz. 71).

(15)  Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de aanduiding van het land van oorsprong op bepaalde producten uit derde landen (COM(2005)0661).


Top