Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009XC0718(01)

    Beschikking van de Commissie van 27 februari 2008 tot vaststelling van het definitieve bedrag van de dwangsom die bij beschikking C(2005) 4420 def. aan Microsoft Corporation is opgelegd (Zaak COMP/C-3/37.792 — Microsoft) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 764 definitief)

    PB C 166 van 18.7.2009, p. 20–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.7.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 166/20


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 27 februari 2008

    tot vaststelling van het definitieve bedrag van de dwangsom die bij beschikking C(2005) 4420 def. aan Microsoft Corporation is opgelegd

    (Zaak COMP/C-3/37.792 — Microsoft)

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 764 definitief)

    (Alleen de tekst in de Engelse taal is authentiek)

    2009/C 166/08

    Op 27 februari 2008 heeft de Commissie een beschikking goedgekeurd tot vaststelling van het definitieve bedrag van de dwangsom die Microsoft Corporation bij beschikking C(2005) 4420 def. (hierna „de beschikking van februari 2008”). Overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1/2003  (1) publiceert de Commissie hierbij de namen van de partijen en de belangrijkste punten van de beschikking — met inbegrip van de opgelegde sancties —, daarbij rekening houdend met het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun zakengeheimen. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van de beschikking in de authentieke taal en in de werktalen van de Commissie is te vinden op de website van DG COMP:

    http://europa.eu.int/comm/competition/index_en.html

    1.   SAMENVATTING VAN DE ZAAK

    1.1.   Achtergrond van de zaak

    1.

    Op 24 maart 2004 stelde de Commissie in het kader van een procedure overeenkomstig artikel 82 van het EG-Verdrag (zaak COMP/C-3/37.792) beschikking 2007/53/EG vast, die gericht was aan Microsoft Corporation (hierna: „Microsoft”) (2). In deze beschikking („de beschikking”) stelde de Commissie onder andere vast dat Microsoft inbreuk had gepleegd op artikel 82 van het EG-Verdrag („artikel 82 EG”) en artikel 54 van de EER-Overeenkomst („artikel 54 EER”) door van oktober 1998 tot de datum van de beschikking te weigeren bepaalde specifieke „informatie inzake compatibiliteit” (3) vrij te geven aan uitgevers van besturingssystemen voor werkgroepservers, zodat zij compatibele producten konden ontwikkelen en distribueren.

    2.

    Artikel 5, onder a) en c) van het dictum van de beschikking luidt als volgt:

    „a)

    Microsoft Corporation dient binnen een termijn van 120 dagen, ingaande op de datum van kennisgeving van deze beschikking, de informatie inzake compatibiliteit ter beschikking te stellen aan elke onderneming die besturingssystemen voor werkgroepservers wenst te ontwikkelen en te distribueren, en zij dient dergelijke ondernemingen onder redelijke en niet-discriminatoire voorwaarden toestemming te geven om de informatie inzake compatibiliteit te gebruiken om besturingssystemen voor werkgroepservers te ontwikkelen en te distribueren […]

    c)

    Microsoft Corporation dient binnen een termijn van 120 dagen, ingaande op de datum van kennisgeving van deze beschikking, een evaluatiemechanisme op te zetten dat geïnteresseerde ondernemingen in staat zal stellen om informatie in te winnen over de reikwijdte en gebruiksvoorwaarden van de informatie inzake compatibiliteit; wat dit evaluatiemechanisme betreft, mag Microsoft Corporation redelijke en niet-discriminatoire voorwaarden stellen om te verzekeren dat enkel voor evaluatiedoeleinden toegang wordt gegeven tot de informatie inzake compatibiliteit”.

    1.2.   Niet-naleving van de beschikking

    3.

    Gezien de voortdurende niet-naleving van de beschikking door Microsoft heeft de Commissie meer dan één jaar na de goedkeuring ervan op 10 november 2005 een beschikking gegeven waarbij zij Microsoft een dwangsom oplegde overeenkomstig artikel 24, lid 1, van Verordening nr. 1/2003 („de beschikking ex artikel 24, lid 1”). Artikel 1 van deze laatste beschikking luidt als volgt:

    „Microsoft Corporation dient ervoor te zorgen dat zij tegen 15 december 2005, de verplichtingen zoals beschreven in artikel 5, onder a) en c), van Beschikking C(2004) 900 van de Commissie van 24 maart 2004 ten volle nakomt.

    Indien zij deze verplichtingen niet nakomt, wordt Microsoft Corporation vanaf die datum een dwangsom van 2 miljoen EUR per dag opgelegd.”.

    4.

    In de beschikking ex artikel 24, lid 1 werden voorlopig twee aspecten vastgesteld van de niet-naleving door Microsoft van haar verplichtingen krachtens artikel 5, onder a) en c), van de beschikking van 2004. Ten eerste had Microsoft niet de volledige en accurate technische documentatie verstrekt die de informatie inzake compatibiliteit had moeten bevatten. Ten tweede werden de vergoedingen die destijds door Microsoft voor toegang tot of gebruik van informatie inzake compatibiliteit werden aangerekend als onredelijk beschouwd.

    5.

    Nadat de beschikking ex artikel 24, lid 1 was goedgekeurd, verschafte Microsoft een technische beschrijving van de protocollen met betrekking tot communicatie tussen Windows pc's en werkgroepservers (de „technische documentatie”) (4). Hernieuwd onderzoek van de door Microsoft verschafte verschillende versies van de technische documentatie leidde tot de conclusie dat deze de geïnteresseerde ondernemingen nog steeds niet van volledige en accurate informatie inzake compatibiliteit voorzag zoals in de beschikking van 2004 wordt verlangd.

    6.

    Op 12 juli 2006 gaf de Commissie een beschikking overeenkomstig artikel 24, lid 1, van Verordening nr. 1/2003 waarin het definitieve bedrag van de dwangsom die door de beschikking ex artikel 24, lid 1 voor de periode tussen 16 december 2005 en 20 juni 2006 aan Microsoft was opgelegd met betrekking tot het eerste aspect van de in die beschikking vastgestelde niet-naleving, namelijk het feit dat Microsoft geen volledige en accurate technische documentatie met informatie inzake compatibiliteit had verstrekt, op 280,5 miljoen EUR wordt vastgesteld.

    7.

    Bij de beschikking van 12 juli 2006 werd tevens artikel 1 van de beschikking ex artikel 24, lid 1 gewijzigd aangezien hierdoor de dwangsom die aan Microsoft was opgelegd wegens niet-naleving van haar verplichtingen uit hoofde van artikel 5, onder a) en c), van de beschikking van 2004 vanaf 1 augustus 2006 werd verhoogd tot 3 miljoen EUR per dag.

    8.

    Terwijl het werk aan de technische documentatie werd voortgezet, onderzocht de Commissie het tweede aspect van de in de beschikking ex artikel 24, lid 1 vastgestelde niet-naleving, te weten het feit dat Microsoft de informatie inzake compatibiliteit niet onder redelijke voorwaarden beschikbaar heeft gesteld.

    9.

    Nadat op 1 maart 2007 een mededeling van punten van bezwaar aan Microsoft was gezonden, zond Microsoft de Commissie op 21 mei 2007 herziene overeenkomsten inzake „work group server protocol program” („WSPP”), waarin de toegang tot en het gebruik van de informatie inzake compatibiliteit wordt geregeld. In deze overeenkomsten was een vergoedingentabel opgenomen met lagere tarieven dan voordien. Microsoft verklaarde dat het deze lagere tarieven met „terugwerkende kracht” vanaf de datum van goedkeuring van de beschikking van 2004 zou toepassen. Microsoft had al eerder enkele malen herziene versies van haar vergoedingsregelingen inzake WSPP overgelegd, waarvan de eerste versie van 29 oktober 2004 dateerde, en had de geldende vergoedingspercentages verscheidene keren verlaagd.

    1.3.   Procedurestappen

    10.

    Op 1 maart 2007 werd een mededeling van punten van bezwaar aan Microsoft gericht (hierna: „de mededeling van punten van bezwaar”), waarin de voorlopige conclusie werd getrokken dat Microsoft haar verplichting informatie inzake compatibiliteit onder redelijke en niet-discrimatoire voorwaarden beschikbaar te maken, nog niet is nagekomen.

    11.

    Op 23 april 2007 zond Microsoft haar antwoord op de mededeling van punten van bezwaar en wees de onderneming de mogelijkheid van een hoorzitting van de hand.

    12.

    Op 21 mei 2007 zond Microsoft overeenkomsten inzake „work group server protocol program” („WSPP”), waarin de toegang tot en het gebruik van de informatie inzake compatibiliteit wordt geregeld. Deze overeenkomsten bevatten onder andere een herziene vergoedingentabel („de vergoedingsregeling van 21 mei 2007”). Microsoft verklaarde dat zij „nu officieel de lagere tarieven zou lanceren” en deze met terugwerkende kracht vanaf de datum van goedkeuring van de beschikking zou toepassen. Microsoft had al eerder enkele malen herziene versies van haar vergoedingsregelingen inzake WSPP, waarvan de eerste versie van 29 oktober 2004 dateerde, overgelegd en had de geldende vergoedingspercentages, na enkele gedachtewisselingen, verscheidene keren verlaagd. Al deze vergoedingsregelingen moesten als onredelijk worden beschouwd overeenkomstig de criteria inzake prijsstelling waarop de beschikking is gebaseerd en waarmee in de met Microsoft overeengekomen beginselen inzake prijsstelling („WSPP Pricing Principles”) rekening is gehouden. Deze beginselen berusten op drie criteria die de waarde weerspiegelen van de informatie inzake compatibiliteit van Microsoft voor de gebruikers met uitsluiting van de „strategische waarde” die voortkomt uit de marktmacht van Microsoft in de markt voor besturingssystemen voor client-pc’s of de markt voor besturingssystemen voor werkgroepservers (dat wil zeggen eigen ontwerp en innovatie van Microsoft en vergelijking met soortgelijke technologieën).

    13.

    Op 24 juli 2007 werd een „letter of facts” aan Microsoft gezonden waarin de wijzigingen die Microsoft na de goedkeuring van de mededeling van punten van bezwaar in de vergoedingsregeling had aangebracht, werden geëvalueerd en de onderneming werd verzocht haar opmerkingen te maken, wat zij op 31 augustus 2007 deed.

    14.

    Op 22 oktober 2007 voerde Microsoft een nieuwe vergoedingsregeling voor de WSPP-overeenkomsten in. In deze nieuwe regeling is een „No Patent Agreement” vastgelegd, die toegang tot informatie inzake compatibiliteit en het gebruik ervan mogelijk maakt middels een eenmalige betaling van 10 000 EUR. Een octrooilicentieovereenkomst die voorziet in een octrooilicentie voor de gedeelten van de informatie inzake compatibiliteit die volgens Microsoft door octrooien worden bestreken is hetzij wereldwijd beschikbaar tegen een vergoeding van 0,4 % van de netto-inkomsten van de licentiehouder of voor een gesplitst bedrag dat een vergoeding van 0,25 % in de EER en van 3,87 % wereldwijd omvat. Toen zij de beschikking van 27 februari 2008 vaststelde, was de Commissie van oordeel dat de vergoedingsregeling van 22 oktober 2007 geen aanleiding meer geeft tot bezwaren betreffende de redelijkheid en de niet-discriminerende aard van de vergoedingspercentages.

    1.4.   De onderneming en het betrokken product

    15.

    Microsoft is een softwarebedrijf waarvan het hoofdkantoor is gevestigd in Redmond, in de staat Washington, VS. De omzet van Microsoft voor het boekjaar van juli 2006-juni 2007 bedroeg 51 120 miljoen USD. Microsoft heeft wereldwijd 78 500 mensen in dienst en is aanwezig in alle landen van de EER.

    16.

    De bij de huidige procedure betrokken producten zijn de „Windows-besturingssystemen voor werkgroepservers”, zoals omschreven in artikel 1, lid 9, van de beschikking.

    1.5.   Aard van de niet-naleving

    17.

    Volgens punt 1003 van de beschikking bestaat de doelstelling van de beschikking erin „ervoor te zorgen dat de concurrenten van Microsoft producten kunnen ontwikkelen die interopereren met de Windows-domeinarchitectuur, die in native modus wordt ondersteund door het dominante product dat het Windows-besturingssysteem voor client-pc’s is, en zo op rendabele wijze kunnen concurreren met het besturingssysteem voor werkgroepservers van Microsoft”.

    18.

    Zoals in punt 1008 van de beschikking wordt bepaald, moet „Microsoft de informatie vrijgeven en het gebruik daarvan toestaan onder redelijke en niet-discriminatoire voorwaarden; dit geldt in het bijzonder voor ii) eventuele vergoedingen die Microsoft daarvoor zou aanrekenen; deze vergoeding mag geen weerspiegeling zijn van de strategische waarde die resulteert uit Microsofts macht op de markt voor pc-besturingssystemen of de markt voor besturingssysteem voor werkgroepservers”.

    19.

    In de beschikking van februari 2008 wordt op basis van een onderzoek van de gewijzigde WSPP-overeenkomsten die op 21 mei 2007 door Microsoft tezamen met de WSPP-vergoedingsregeling die daarin wordt toegepast onderzocht of Microsoft artikel 5, sub a, van de beschikking naleeft. Aangezien in deze vergoedingsregeling lagere vergoedingspercentages zijn vastgelegd dan in vorige versies van de WSPP-overeenkomsten, is de evaluatie a fortiori tevens van toepassing op de vergoedingsregelingen van deze vorige versies. In het kader van de regeling is vastgelegd dat 0,5 % van de netto-inkomsten van de begunstigde wordt betaald voor alle WSPP-protocollen in het kader van de „WSPP No Patent Agreement” en 0,7 % van de netto-inkomsten van de begunstigde wordt aangerekend voor alle octrooilicenties inzake WSPP-protocollen op basis van de „WSPP Patent Only Agreement”.

    20.

    De beschikking van februari 2008 handelt met name over de verplichting van Microsoft overeenkomstig artikel 5, sub a, van de beschikking van 2004 niet-geoctrooieerde informatie inzake compatibiliteit tegen een redelijke vergoeding beschikbaar te stellen.

    21.

    In de beschikking van februari 2008 geeft de Commissie aan dat de beginselen inzake de tarificatie voor WSPP de redenering achter de beschikking van 2004, die in de overwegingen 1003 en 1008, onder ii), tot uiting komt, afdoende weerspiegelen. In de beschikking van 27 februari 2008 wordt geconcludeerd dat bij gebrek aan overtuigend bewijs aangaande het innovatieve karakter van vrijwel alle niet-geoctrooieerde protocoltechnologie van Microsoft die is bekendgemaakt met de technische documentatie van de informatie inzake compatibiliteit en gelet op de marktwaarde van vergelijkbare technologieën (zie overzicht van de beginselen inzake tarifering voor WSPP in punt 10), de vergoedingsregelingen van Microsoft van vóór 22 oktober 2007 op grond van artikel 5, sub a, van de beschikking als onredelijk moeten worden beschouwd. Deze beoordeling wordt bevestigd zowel door verslagen van de toezichthoudende trustee als door externe technische deskundigen, zoals TAEUS.

    2.   DEFINITIEVE BEDRAG VAN DE DWANGSOM

    2.1.   Relevante periode van niet-naleving

    22.

    Deze beschikking van februari 2008 heeft betrekking op de periode van 21 juni 2006 tot 21 oktober 2007 („de betrokken periode”).

    2.2.   Definitief bedrag van de dwangsom voor de relevante periode

    23.

    In de beschikking van 27 februari 2008 wordt het definitieve bedrag van de aan Microsoft opgelegde dwangsom op 899 miljoen EUR voor de betrokken periode vastgelegd.

    24.

    Overeenkomstig artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 kan de Commissie, wanneer de betrokken onderneming de verplichting is nagekomen ter afdwinging waarvan de dwangsom was opgelegd, de uiteindelijk verschuldigde dwangsom op een bedrag vaststellen dat lager is dan het uit de oorspronkelijke beschikking voortvloeiende bedrag.

    25.

    Bij de berekening van het definitieve bedrag van de dwangsom is onder andere met de volgende elementen rekening gehouden:

    de aanhoudende niet-naleving van de verplichting inzake een redelijke en niet-discriminerende vergoeding gedurende een periode van meer dan vijftien maanden;

    de verdere toename van het in de beschikking van 2004 vastgestelde risico dat de daadwerkelijke concurrentie op de markt voor besturingssystemen voor werkgroepservers wordt uitgeschakeld;

    het vermogen van Microsoft om voordeel te halen uit de niet-naleving van haar verplichtingen;

    de noodzaak dwangsommen vast te stellen die evenredig zijn en hoog genoeg zijn om niet-naleving te ontmoedigen;

    het feit dat vanaf 21 mei 2007 aanzienlijk lagere percentages zijn toegepast;

    het feit dat de beschikking van februari 2008 beperkt is tot niet-geoctrooieerde informatie inzake compatibiliteit.

    2.3.   Conclusie

    26.

    Voor de periode tussen 21 juni 2006 en 21 oktober 2007 wordt in de beschikking van 2008 het definitieve bedrag van de dwangsom die bij beschikking C(2005) 4420 def. van de Commissie van 10 november 2005 aan Microsoft Corporation is opgelegd wegens niet-naleving van haar verplichting uit hoofde van artikel 5, sub a, van de beschikking van de Commissie informatie inzake compatibiliteit onder redelijke en niet-discriminatoire voorwaarden aan geïnteresseerde ondernemingen beschikbaar te stellen, op 899 miljoen EUR vastgesteld.


    (1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

    (2)  PB L 32 van 6.2.2007, blz. 23.

    (3)  De term „informatie inzake compatibiliteit” wordt in artikel 1, lid 1, van de beschikking als volgt omschreven: „de volledige en nauwkeurige specificaties van alle protocollen die in Windows-besturingssystemen voor werkgroepservers zijn geïmplementeerd en die worden gebruikt door Windows-werkgroepservers voor de verlening aan Windows-werkgroepnetwerken van bestanddelings- en printerdiensten en diensten van beheer van gebruikers en gebruikersgroepen, inclusief de Windows-domeincontrolediensten, de Active Directory-dienst en de Group Policy-dienst”.

    (4)  In artikel 1, lid 2, van de beschikking van 2004 wordt een „protocol” gedefinieerd als „een geheel van regels voor de interconnectie en interactie tussen verschillende gebruiksgevallen van Windows-besturingssystemen voor werkgroepservers en Windows-besturingssystemen voor client-pc’s die zijn geïnstalleerd op verschillende computers in een Windows-werkgroepnetwerk”.


    Top