This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006XC1130(06)
Notice of initiation of an anti-dumping proceeding concerning imports of ferro-silicon originating in the People's Republic of China, Egypt, Kazakhstan, the former Yugoslav Republic of Macedonia and Russia
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van ferrosilicium uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van ferrosilicium uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland
PB C 291 van 30.11.2006, p. 34–37
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
30.11.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 291/34 |
Bericht van inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van ferrosilicium uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland
(2006/C 291/09)
Op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (hierna „de basisverordening” (1) genoemd) is bij de Commissie de klacht ingediend dat de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade lijdt door de invoer met dumping van ferrosilicium uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland.
1. Klacht
De klacht werd op 16 oktober 2006 ingediend door het Comité de liaison des industries ferro-alliages (EUROALLIAGES) (hierna „de klager” genoemd) namens producenten die goed zijn voor een groot deel — in dit geval meer dan 50 % — van de totale productie van ferrosilicium in de Gemeenschap.
2. Product
De klacht heeft betrekking op ferrosilicium, dat doorgaans wordt aangegeven onder de GN-codes 7202 21 00, 7202 29 10 en 7202 29 90, uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland (hierna „het betrokken product” genoemd). Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
3. Dumping
De bewering dat het betrokken product met dumping uit Egypte en Rusland wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde van dit product, vastgesteld aan de hand van de prijzen op de binnenlandse markt, met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.
De bewering dat het betrokken product met dumping uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de berekende normale waarde van dit product met de prijzen bij uitvoer naar de Gemeenschap.
Gelet op artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van de klacht de normale waarde voor de Volksrepubliek China en Kazachstan vastgesteld aan de hand van de geconstrueerde normale waarde in het in punt 5.1 d) genoemde land met een markteconomie. De bewering dat het betrokken product met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus berekende normale waarde met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Gemeenschap.
De aldus vastgestelde dumpingmarges zijn aanzienlijk voor alle genoemde exportlanden.
4. Schade
De indiener van de klacht heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland zowel absoluut als in termen van marktaandeel gestegen is.
De hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokken product wordt ingevoerd hebben onder meer een ongunstige invloed gehad op het marktaandeel, het verkoopvolume en de prijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze bedrijfstak aanzienlijk zijn verslechterd.
5. Procedure
Na overleg met het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de klacht door of namens de bedrijfstak van de Gemeenschap is ingediend en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden. De Commissie opent derhalve een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.
5.1. Procedure voor het vaststellen van dumping en schade
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade is ontstaan.
a) Steekproef
Aangezien kennelijk een groot aantal bedrijven bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening van een steekproef gebruikmaken.
i) Steekproef van importeurs
Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is gebruik te maken van een steekproef en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle importeurs of hun vertegenwoordigers binnen de in punt 6 b) i) vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en naam van een contactpersoon; |
— |
de totale omzet van het bedrijf in euro in de periode van 1 oktober 2005 tot en met 30 september 2006; |
— |
het totale aantal werknemers; |
— |
een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met het betrokken product; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product uit de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland die in de periode van 1 oktober 2005 tot en met 30 september 2006 in de Gemeenschap is ingevoerd en verkocht en de waarde daarvan in euro; |
— |
de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (2) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product; |
— |
alle andere gegevens die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn. |
— |
Door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie geeft het bedrijf te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Indien het bedrijf in de steekproef wordt opgenomen, betekent dit dat het een vragenlijst moet beantwoorden en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. Indien het bedrijf zich niet bereid verklaart in de steekproef te worden opgenomen, wordt het geacht geen medewerking aan het onderzoek te hebben verleend. De gevolgen hiervan zijn vermeld in punt 8. |
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de haar bekende organisaties van importeurs.
ii) Definitieve samenstelling van de steekproef
Opmerkingen over de samenstelling van de steekproef moeten binnen de in punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.
De Commissie zal de steekproef pas definitief samenstellen na raadpleging van alle betrokken partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproef te worden opgenomen.
De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de in punt 6 b) iii) vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en moeten medewerking verlenen bij het onderzoek.
Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokkene minder gunstig zijn (zie punt 8).
b) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de bedrijfstak van de Gemeenschap, aan verenigingen van communautaire producenten, aan de producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland, aan verenigingen van producenten/exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan verenigingen van importeurs die in de klacht zijn genoemd en aan de autoriteiten van de betrokken exporterende landen.
Producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, Egypte, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Rusland
Deze moeten zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen de in punt 6 a) i) vermelde termijn per fax contact met de Commissie opnemen om te vernemen of zij in de klacht zijn genoemd, zodat zij zo nodig een vragenlijst kunnen aanvragen. De in punt 6 a) ii) vermelde termijn geldt voor alle belanghebbenden.
c) Het schriftelijk en mondeling inwinnen van informatie
Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd om hun standpunt uiteen te zetten, andere gegevens dan de antwoorden op de vragenlijst te verstrekken en bewijsmateriaal te leveren. De Commissie moet binnen de in punt 6 a) ii) genoemde termijn in het bezit van deze gegevens en dit bewijsmateriaal zijn.
Verder zal de Commissie de partijen horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 a) iii) vermelde termijn worden ingediend.
d) Selectie van een land met een markteconomie
Overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening overweegt de Commissie Noorwegen te kiezen als vergelijkbaar derde land met een markteconomie met het oog op de vaststelling van de normale waarde voor de Volksrepubliek China en Kazachstan. Eventuele opmerkingen over de keuze van dit land moeten binnen de in punt 6 c) vermelde termijn worden toegezonden.
e) Status van marktgericht bedrijf
Voor producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China en Kazachstan die kunnen aantonen dat zij op marktvoorwaarden werken, dat wil zeggen dat zij aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c), van de basisverordening voldoen, zal de normale waarde, op hun verzoek, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening worden vastgesteld. Deze verzoeken, van bewijsmateriaal vergezeld, moeten binnen de in punt 6 d) vermelde termijn worden ingediend. De Commissie zal aanvraagformulieren toezenden aan alle producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China die in de klacht zijn genoemd, aan de producenten/exporteurs in Kazachstan die in de steekproef zijn opgenomen, aan organisaties van producenten/exporteurs die in de klacht zijn genoemd en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China en Kazachstan.
5.2. Procedure voor de beoordeling van het belang van de Gemeenschap
Indien de aantijgingen van schadelijke dumpingpraktijken waar blijken te zijn, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Gemeenschap is antidumpingmaatregelen te nemen. De bedrijfstak van de Gemeenschap, importeurs en representatieve verenigingen van producenten en importeurs, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de in punt 6 a) ii) vermelde algemene termijn contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de in punt 6 a) iii) vermelde termijn ook om een mondeling onderhoud verzoeken, onder opgave van de bijzondere redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die overeenkomstig artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden als deze informatie samen met het nodige bewijsmateriaal wordt ingediend.
6. Termijnen
a) Algemene termijnen
i) Om een vragenlijst of andere formulieren aan te vragen
Vragenlijsten en andere formulieren moeten zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen 10 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, worden aangevraagd.
ii) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.
De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten de antwoorden op de vragenlijst doen toekomen binnen de in punt 6 b) iii) vermelde termijn.
iii) Mondeling onderhoud
Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook verzoeken door de Commissie te worden gehoord.
b) Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef
i) |
De in punt 5.1 a) i) genoemde gegevens moeten uiterlijk 15 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen, aangezien de Commissie de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie wil raadplegen over de definitieve samenstelling van de steekproef. |
ii) |
Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, als bedoeld in punt 5.1 a) ii), moeten binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen. |
iii) |
De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten uiterlijk 37 dagen nadat deze bedrijven is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen. |
c) Bijzondere termijn voor de keuze van het land met een markteconomie
Belanghebbenden kunnen opmerkingen maken over de voorgenomen keuze van Noorwegen als derde land met een markteconomie (zie punt 5.1 d)) met het oog op de vaststelling van de normale waarde voor de Volksrepubliek China en Kazachstan. Deze opmerkingen moeten binnen 10 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.
d) Bijzondere termijn voor het indienen van aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld en/of een individuele behandeling te krijgen
De in punt 5.1 e) bedoelde aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld en/of aanvragen voor een individuele behandeling op grond van artikel 9, lid 5, van de basisverordening, moeten, met voldoende bewijsmateriaal, binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragenlijsten en correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (3) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat B |
Kamer: J-79 5/16 |
B-1049 Brussel |
Fax: (32-2) 295 65 05. |
8. Niet-medewerking
Indien belanghebbenden geen toegang verlenen tot de nodige gegevens, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies, in zowel positieve als negatieve zin, worden getrokken.
De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van de beschikbare gegevens gebruikmaken. Indien een belanghebbende geen of onvoldoende medewerking verleent, en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor hem minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.
9. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen uiterlijk 9 maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden genomen.
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) Zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1) voor de betekenis van het begrip verbonden bedrijf.
(3) Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk op grond van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).