EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/178/21

Zaak C-113/05 P: Beschikking van het Hof van 30 maart 2006 — European Federation for Cosmetic Ingredients (EFfCI)/Europees Parlement, Raad van de Europese Unie (Hogere voorziening — Richtlijn 2003/15/EG — Beroep tot nietigverklaring — Cosmetische producten — Bescherming van volksgezondheid — Dierproeven — Verbod op stoffen die kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn — Gedeeltelijk klaarblijkelijk niet-ontvankelijke en gedeeltelijk klaarblijkelijk ongegronde hogere voorziening)

PB C 178 van 29.7.2006, p. 13–13 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

29.7.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/13


Beschikking van het Hof van 30 maart 2006 — European Federation for Cosmetic Ingredients (EFfCI)/Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

(Zaak C-113/05 P) (1)

(Hogere voorziening - Richtlijn 2003/15/EG - Beroep tot nietigverklaring - Cosmetische producten - Bescherming van volksgezondheid - Dierproeven - Verbod op stoffen die kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting zijn - Gedeeltelijk klaarblijkelijk niet-ontvankelijke en gedeeltelijk klaarblijkelijk ongegronde hogere voorziening)

(2006/C 178/21)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: European Federation for Cosmetic Ingredients (EFfCI) (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en C. Mereu, advocaten)

Andere partijen in de procedure: Europees Parlement (vertegenwoordigers: K. Bradley en M. Moore, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: E. Karlson en C. Giorgi Fort, gemachtigden)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 10 december 2004, European Federation for Cosmetic Ingredients (EFfCI)/Parlement en Raad (T-196/03) — Ontvankelijkheid van beroep tot gedeeltelijke nietigverklaring van artikel 1 van richtlijn 2003/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 februari 2003 tot wijziging van richtlijn 76/768/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 66, blz. 26) — Persoon die rechtstreeks en individueel is geraakt in de zin van artikel 230, vierde alinea, EG

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

De European Federation for Cosmetic Ingredients wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 115 van 14.5.2005.


Top