EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/178/11

Zaak C-106/05: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 juni 2006  (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — L.u.P. GmbH/Finanzamt Bochum-Mitte (Zesde BTW-richtlijn — Vrijstellingen — Artikel 13, A, leden 1, sub b en c, en 2, sub a — Medische verzorging door andere dan publiekrechtelijke instellingen — Gezondheidskundige verzorging van de mens in kader van uitoefening van medisch beroep — Medische analyses door niet aan zorginstelling verbonden privaatrechtelijk laboratorium op voorschrift van huisarts — Voorwaarden voor vrijstelling — Beoordelingsvrijheid van lidstaten — Grenzen)

PB C 178 van 29.7.2006, p. 7–8 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

29.7.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/7


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 juni 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — L.u.P. GmbH/Finanzamt Bochum-Mitte

(Zaak C-106/05) (1)

(Zesde BTW-richtlijn - Vrijstellingen - Artikel 13, A, leden 1, sub b en c, en 2, sub a - Medische verzorging door andere dan publiekrechtelijke instellingen - Gezondheidskundige verzorging van de mens in kader van uitoefening van medisch beroep - Medische analyses door niet aan zorginstelling verbonden privaatrechtelijk laboratorium op voorschrift van huisarts - Voorwaarden voor vrijstelling - Beoordelingsvrijheid van lidstaten - Grenzen)

(2006/C 178/11)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: L.u.P. GmbH

Verweerster: Finanzamt Bochum-Mitte

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesfinanzhof — Uitlegging van artikel 13, A, lid 1, sub b, en lid 2, van Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Vrijstellingen — Handelingen die nauw samenhangen met ziekenhuisverpleging of medische verzorging — Door laboratorium op voorschrift van artsen uitgevoerde medische analyses

Dictum

 

Artikel 13, A, lid 1, sub b, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, moet aldus worden uitgelegd dat medische analyses die preventieve observatie en preventief onderzoek van de patiënt tot doel hebben en die, zoals de analyses in het hoofdgeding, op voorschrift van huisartsen worden verricht door een niet aan een zorginstelling verbonden privaatrechtelijk laboratorium, onder de in deze bepaling voorziene vrijstelling kunnen vallen als medische verzorging die wordt verleend door een andere, naar behoren erkende privaatrechtelijke inrichting in de zin van deze bepaling

 

Artikel 13, A, leden 1, sub b, en 2, sub a, van deze richtlijn verzet zich niet tegen een nationale regeling die voor de vrijstelling van dergelijke medische analyses voorwaarden stelt die in eerste plaats niet gelden voor de vrijstelling van verzorging die wordt geboden door de huisartsen die deze hebben voorgeschreven en in de tweede plaats verschillen van die welke gelden voor handelingen die nauw samenhangen met medische verzorging in de zin van de eerste van deze bepalingen.

 

Artikel 13, A, lid 1, sub b, van deze richtlijn verzet zich tegen een nationale regeling die voor de vrijstelling van medische analyses door een niet aan een zorginstelling verbonden privaatrechtelijk laboratorium de voorwaarde stelt dat die analyses worden uitgevoerd onder toezicht van een arts. Deze bepaling verzet zich echter niet ertegen dat deze zelfde regeling voor de vrijstelling van deze analyses de voorwaarde stelt dat zij voor ten minste 40 % bestemd zijn voor bij een socialezekerheidsinstelling verzekerde personen.


(1)  PB C 115 van 14.5.2005.


Top