Choisissez les fonctionnalités expérimentales que vous souhaitez essayer

Ce document est extrait du site web EUR-Lex

Document C2005/155/58

Zaak T-178/05: Beroep, op 5 mei 2005 ingesteld door Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 155 van 25.6.2005, p. 30-31 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

25.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 155/30


Beroep, op 5 mei 2005 ingesteld door Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-178/05)

(2005/C 155/58)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 5 mei 2005 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door C. Jackson als gemachtigde, bijgestaan door M. Hoskins, Barrister.

Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:

dit beroep te voegen met het door het Verenigd Koninkrijk op 11 april 2005 krachtens artikel 230 EG ingestelde beroep waarbij om nietigverklaring wordt verzocht van de weigering van de Commissie in haar brief van 1 februari 2005 om het gewijzigde nationale toewijzingsplan in aanmerking te nemen;

nietig te verklaren beschikking C(2005) 1081 def. van de Commissie van 12 april 2005 betreffende de voorgestelde wijziging van het nationale toewijzingsplan voor de toewijzing van broekasemissierechten dat het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad heeft meegedeeld;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Op 30 april 2004 heeft het Verenigd Koninkrijk een voorlopig nationaal toewijzingsplan aan de Commissie meegedeeld overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad. (1)

Op 7 juli 2004 heeft de Commissie beschikking C(2004) 2515/4 def. betreffende het nationale toewijzingsplan van het Verenigd Koninkrijk krachtens artikel 9, lid 3, van de richtlijn vastgesteld.

Na de voltooiing van de in het voorlopige nationale toewijzingsplan genoemde activiteiten heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie op 10 november 2004 meegedeeld dat het het voorlopige nationale toewijzingsplan wenste te wijzigen om rekening te houden met de resultaten van die werkzaamheden.

Bij de betwiste beschikking heeft de Commissie de niet-ontvankelijkheid vastgesteld van de voorgestelde wijziging van het nationale toewijzingsplan, die het Verenigd Koninkrijk op 10 november 2004 aan de Commissie heeft meegedeeld en die op 18 februari 2005 voor het laatst is bijgewerkt, en waarbij het ging om een stijging van de emissierechten met 19,8 miljoen ton CO2eq.

Het Verenigd Koninkrijk stelt dat die vaststelling van niet-ontvankelijkheid rechtens onjuist is en nietig moet worden verklaard.

Het Verenigd Koninkrijk betoogt dat de bestreden beschikking rechtens onjuist is op grond dat:

de Commissie het voorlopige nationale toewijzingsplan van het Verenigd Koninkrijk in de bestreden beschikking niet als definitief mocht behandelen, gelet op de uitdrukkelijke bewoordingen van het nationale toewijzingsplan;

de Commissie verplicht was de door het Verenigd Koninkrijk in het nationale toewijzingsplan aangebrachte wijzigingen zo snel mogelijk in aanmerking te nemen zodat het Verenigd Koninkrijk kon voldoen aan de krachtens de richtlijn op hem rustende verplichtingen;

beschikking C(2004) 2515/4 def. van de Commissie de inachtneming van de opmerkingen van het publiek als vereist bij punt 9 van bijlage III en artikel 11, lid 1, van de richtlijn niet kan beletten of beperken, en een lidstaat de vrijheid dient te hebben de noodzakelijke wijzigingen voor te stellen na raadpleging van het publiek;

volgens artikel 3 van beschikking C(2004) 2515/4 def. van de Commissie het Verenigd Koninkrijk wijzigingen aan de Commissie mag meedelen, met inbegrip van wijzigingen als gevolg van een stijging van de toegewezen hoeveelheid emissierechten.


(1)  PB L 275, van 25 oktober 2003, blz. 32.


Haut