Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/057/58

    Zaak T-494/04: Beroep, op 22 december 2004 ingesteld door Wineke Neirinck tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    PB C 57 van 5.3.2005, p. 34–34 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    5.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 57/34


    Beroep, op 22 december 2004 ingesteld door Wineke Neirinck tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-494/04)

    (2005/C 57/58)

    Procestaal: Frans

    Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 22 december 2004 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Wineke Neirinck, wonende te Brussel, vertegenwoordigd door Georges Vandersanden, Laure Levi en Aurore Finchelstein, advocaten.

    Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

    nietig te verklaren het besluit waarvan verzoekster kennis heeft genomen tijdens de bijeenkomst van de Eenheid OIB.1 (Bureau voor infrastructuur en logistiek Brussel – Tenuitvoerlegging van vastgoedbeleid) van 4 maart 2004, en volgens hetwelk een andere kandidaat was gekozen voor de functie van jurist in de sector vastgoedbeleid binnen het OIB, waarnaar verzoekster had gesolliciteerd;

    nietig te verklaren het bevestigende besluit van 9 maart 2004, waarbij verzoekster van de afwijzing van haar kandidatuur op de hoogte is gesteld;

    nietig te verklaren het daaropvolgende besluit van 27 april 2004, waarbij verzoekster werd meegedeeld dat zij niet was geslaagd voor het mondelinge examen, en bijgevolg werd bevestigd dat een andere kandidaat was gekozen;

    in ieder geval 30 000 EUR toe te kennen als vergoeding van de door verzoekster geleden immateriële en materiële schade, welk bedrag voorlopig ex aequo et bono is begroot;

    verweerster te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Verzoekster, ten tijde van de feiten tijdelijk functionaris van de Commissie bij het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB), heeft gesolliciteerd naar de functie van jurist in de sector vastgoedbeleid binnen het OIB. Met haar beroep wil zij de nietigverklaring verkrijgen van de besluiten waarbij haar kandidatuur is afgewezen en een andere kandidaat in de betrokken functie werd benoemd, alsmede vergoeding van de materiële en immateriële schade die zij stelt te hebben geleden.

    Ter ondersteuning van haar beroep beroept zij zich op schending van het belang van de dienst, schending van de algemene beginselen van onpartijdigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, transparantie en motivering, alsmede misbruik van bevoegdheid. Verzoekster merkt op dat de keuze voor degene die in de betrokken functie is benoemd buiten elke wettelijke procedure om tot stand is gekomen en door geen enkel onderzoek ter vergelijking van de geschiktheid van die kandidaat met die van verzoekster is voorafgegaan. In dit verband voert verzoekster ook een kennelijke beoordelingsfout en schending van de verplichting tot zorgvuldigheid en behoorlijk bestuur aan. Verzoekster voert ook schending aan van het algemene beginsel van gelijke behandeling onder verwijzing naar het feit dat alle hulp- en tijdelijke functionarissen van het OIB waarvan de contracten op 1 mei 2004 afliepen, na deze datum werkzaam bij het OIB zijn gebleven, met uitzondering van verzoekster.


    Top