Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/057/23

    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 13 januari 2005 in zaak C-61/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 2000/76/EG — Verbranding van afval — Niet-omzetting)

    PB C 57 van 5.3.2005, p. 12–12 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    5.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 57/12


    ARREST VAN HET HOF

    (Vierde kamer)

    van 13 januari 2005

    in zaak C-61/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Helleense Republiek (1)

    (Niet-nakoming - Richtlijn 2000/76/EG - Verbranding van afval - Niet-omzetting)

    (2005/C 57/23)

    Procestaal: Grieks

    In zaak C-61/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 12 februari 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: M. Konstantinidis) tegen Helleense Republiek (gemachtigde: N. Dafniou), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Lenaerts, kamerpresident, N. Colneric en E. Levits (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: R. Grass, op 13 januari 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval, is de Helleense Republiek de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 106 van 30.4.2004.


    Top