Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003XR0016

    Resolutie van het comité van de Regio's over het werkprogramma van de Europese Commissie en de prioriteiten van het Comité van de Regio's voor 2004

    PB C 109 van 30.4.2004, p. 53–56 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    30.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 109/53


    Resolutie van het comité van de Regio's over „het werkprogramma van de Europese Commissie en de prioriteiten van het Comité van de Regio's voor 2004”

    (2004/C 109/11)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    GEZIEN het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2004 (COM(2003) 645 def.),

    GEZIEN de resolutie van het Europees Parlement over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2004, die tijdens de EP-zitting van 17 december 2003 werd goedgekeurd (P5_TA PROV(2003)0585),

    GEZIEN het protocol betreffende de samenwerking tussen de Europese Commissie en het Comité van de Regio's (DI CDR 81/2001 rev. 2),

    heeft tijdens zijn 53e  (1) zitting op 11 en 12 februari 2004 (vergadering van 12 februari) onderstaande resolutie goedgekeurd.

    Algemene opmerkingen

    1.

    Het Comité van de Regio's staat positief tegenover de strategische aanpak die de Commissie bij de planning van haar werkzaamheden voor 2004 hanteert.

    2.

    Het is van mening dat zijn eigen prioriteiten een afspiegeling vormen van die van de Commissie. De prioriteiten van het CvdR voor 2004 zijn: de toekomstige vormgeving van het cohesiebeleid, tenuitvoerlegging van de agenda van Lissabon, voltooiing van de uitbreiding, voorbereiding van een nieuw nabuurschapsbeleid en versterking van de lokale en regionale dimensie van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid.

    3.

    Het CvdR wenst betrokken te worden bij het interinstitutionele overleg over de jaarlijkse beleidsstrategie en het werkprogramma. In dit verband wordt tot zijn tevredenheid in de Mededeling van de Commissie over de „Dialoog met de verenigingen van territoriale overheden” t.a.v. de uitwerking van het EU-beleid (2) bepaald dat deze voorgestelde systematische dialoog plaatsvindt op basis van de presentatie van het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie.

    4.

    In het bijzonder met het oog op de Europese verkiezingen van juni 2004 zegt het CvdR toe dat het de uitkomsten van de Europese Conventie zal verdedigen. Het doet deze toezegging ook in zijn resolutie van 12 februari 2004 over de resultaten van de intergouvernementele conferentie.

    5.

    Volgens het CvdR is het nodig meer met de Commissie te overleggen over praktische regels en procedures om de naleving van de beginselen van subsidiariteit, evenredigheid en nabijheid en de impact van EU-wetgeving op decentraal niveau te beoordelen. Het wijst erop dat het in zijn resolutie over het werkprogramma van de Commissie voor 2003 de Commissie reeds aanmoedigde „werk te maken van de door de Conventiewerkgroep over het subsidiariteitsbeginsel geformuleerde aanbeveling om bij ieder wetgevingsvoorstel een 'subsidiariteitsmemorandum' te voegen dat uitvoerige informatie bevat op basis waarvan kan worden beoordeeld of het subsidiariteitsbeginsel in acht is genomen”.

    6.

    Het CvdR vindt dat de experimenten van de Commissie met tripartiete overeenkomsten moeten worden voortgezet om de territoriale samenhang te vergroten. Het roept de Commissie op hem over de uitkomsten van deze experimenten te informeren.

    7.

    In het licht van de nieuwe raadplegings- en samenwerkingscultuur en de nieuwe taken van het CvdR nodigt dat de Commissie uit gezamenlijk de tenuitvoerlegging van het Samenwerkingsprotocol te evalueren met het oog op een herziening daarvan voor het eind van het jaar.

    8.

    Het CvdR is er zeer over te spreken dat de Raad een strategisch meerjarenprogramma voor de periode 2004-2006 heeft goedgekeurd. Dat vormt een nuttig referentiekader voor de strategische planning van de andere EU-instellingen.

    Toekomst van het cohesiebeleid

    9.

    Het CvdR zal actief deelnemen aan de uitwerking van een nieuw cohesiebeleid en daarbij gebruik maken van zijn eigen deskundigheid en de grondige kennis van zijn leden over het lokale en regionale niveau. Regio's zijn de aangewezen bestuurslaag voor het uitwerken én uitvoeren van cohesiebeleid.

    10.

    Het CvdR verwelkomt de initiatieven in het kader van het Europees jaar van opvoeding door sport. Het dringt erop aan meer bij de evenementen die de Commissie in het kader van het EYES-initiatief 2004 organiseert, te worden betrokken, aangezien de lokale en regionale overheden zich intensief bezighouden met de organisatie van sportwedstrijden.

    11.

    Het CvdR is een groot voorstander van een echt Europees regionaal beleid waarin concurrentie wordt bevorderd om de doelstellingen van Lissabon te realiseren, en zal elke vorm van renationalisering en plannen om het regionaal beleid te vervangen door pure regionale steunverlening aan armere lidstaten, afwijzen.

    12.

    Het beschouwt de doelstelling om 0,45 % van het BBP van de EU te besteden aan het regionaal beleid als noodzakelijke voorwaarde voor een realistisch regionaal beleid in de EU. Het is er tegen te korten op de uitgaven voor het regionaal beleid teneinde aan de door bepaalde nettobetalers ingediende verzoeken om op de EU-begroting te bezuinigen, te voldoen.

    13.

    Het CvdR is gekant tegen elke poging om een overeenkomst over de toekomstige financiële vooruitzichten en het voor het cohesiebeleid te reserveren bedrag op te stellen die aansluit op de tijdens de intergouvernementele conferentie gehoorde standpunten van de nettobetalers.

    14.

    Het CvdR benadrukt dat regionale samenwerking integratie bevordert en een aanzienlijke communautaire meerwaarde verleent aan het regionaal beleid, dat een van de centrale pijlers zou moeten vormen onder de toekomstige structuurfondsen.

    15.

    Het CvdR vindt dat de structuurfondsen vereenvoudigd, gedecentraliseerd en efficiënter moeten worden. Het wees hier reeds op in een verkennend rapport en tijdens uitvoerige raadplegingsprocessen over dit onderwerp werd hier door mensen „uit het veld” ook om gevraagd.

    16.

    Het CvdR dringt aan op de operationele tenuitvoerlegging van een communautair beleid voor plattelandsontwikkeling volgens een geïntegreerde aanpak binnen één juridisch en instrumenteel raamwerk, overeenkomstig de verklaringen van Cork (1996) en Salzburg (2003). Het zou willen dat de huidige opvatting waarbij plattelandsontwikkeling simpelweg wordt beschouwd als een verlengstuk van de landbouw, verdwijnt en er een beleid komt waarin toerisme, ondersteuning van ambachtelijke activiteiten, toegang tot de informatiemaatschappij, dienstverlening aan de bevolking en ondernemingen, vestigingsbeleid en het feit dat landbouwers op allerlei terreinen activiteiten ondernemen, worden geïntegreerd.

    Tenuitvoerlegging van de doelstellingen uit de Lissabon-strategie

    17.

    Het CvdR roept op de strategie van Lissabon intensiever en meer decentraal ten uitvoer te leggen en hiervoor voldoende budgettaire middelen beschikbaar te stellen.

    18.

    Het is zeer te spreken over de impuls die in de Mededeling van de Commissie t.a.v. van de voorjaarsbijeenkomst van de Raad aan de agenda van Lissabon wordt gegeven, en spoort de Europese Raad van komend voorjaar aan de nodige maatregelen te nemen ter realisering van de hervormingen die noodzakelijk zijn voor het bevorderen van concurrentievermogen, innovatie, duurzame groei en stabiliteit. Het vindt dat de lokale en regionale overheden moeten worden beschouwd als partners bij de tenuitvoerlegging van de Lissabon-strategie en wijst op de bijdrage die zij aan de verwezenlijking van de doelstellingen ervan en aan de verkleining van regionale ongelijkheden kunnen leveren.

    19.

    Het CvdR is echter van mening dat de voor de verwezenlijking van de Lissabon-strategie noodzakelijke structurele hervormingen geen nadelige gevolgen mogen hebben voor de sociale samenhang en dan ook gepaard dienen te gaan met omvangrijke investeringen op economisch en sociaal gebied en in onderwijs en opleiding. In dit licht dringt ook het CvdR erop aan de criteria van het „Stabiliteits- en groeipact” nauwkeuriger te formuleren, zodat ook overheidsinvesteringen, met name in infrastructuur en maatschappelijk en arbeidsmarktintegratie, kunnen worden meegeteld.

    20.

    Het CvdR dringt erop aan om overeenkomstig de strategie van Gotenburg en rekening houdend met economische efficiëntie op alle beleidsterreinen meer en beter aandacht te schenken aan milieuaspecten.

    21.

    Het juicht het toe dat prioriteit wordt gegeven aan het stimuleren van investeringen in netwerken en kennis, vooral wat betreft de ontwikkeling van de Europese onderzoeksruimte en de uitvoering van het actieplan om investeringen in onderzoek en ontwikkeling - in lijn met de 3 %-doelstelling te bevorderen - en bekwame onderzoeksmedewerkers aan te trekken.

    22.

    Het CvdR roept op meer aandacht te schenken aan de rol van onderwijs en opleiding en aan investeringen in menselijk kapitaal bij de bevordering van de groei in Europa en de verwezenlijking van de Lissabon-strategie.

    23.

    Het is zeer benieuwd welke maatregelen de Commissie gaat nemen n.a.v. het „Altmark Trans”-arrest van het Hof van Justitie over de financiering van openbare-dienstverplichtingen, en als vervolg op haar Groenboek over diensten van algemeen belang, waarin zij maar weinig voorstellen voor wet- en regelgeving deed.

    24.

    Het wijst erop dat het in een grotere EU essentieel is het „eEurope 2005”-initiatief te herzien en aan te passen, vooral wat betreft de ontwikkeling en het gebruik van een veilige Europese breedbandinfrastructuur, en het kijkt uit naar het gewijzigde actieplan „eEurope 2005”.

    25.

    Het CvdR vraagt de Commissie erop toe te zien dat het groeiend aantal bedrijfsconcentraties in de mediasector niet leidt tot het ontstaan van een oligopolie, omdat zo'n situatie een bedreiging vormt voor pluralisme en culturele verscheidenheid en de consument in zijn keuzevrijheid beperkt.

    De uitbreiding van de Unie

    26.

    Het CvdR is bezorgd over het feit dat de Commissie en de nationale overheden de lokale en regionale overheden onvoldoende betrekken bij de voorbereiding van de uitbreiding, en dringt aan op een belangrijke rol voor het cohesiebeleid bij de integratie van de nieuwe lidstaten.

    27.

    Het stelt echter tot tevredenheid vast dat de Commissie verdere ontwikkeling van de bestuurscapaciteit in de toetredingslanden als topprioriteit heeft aangemerkt en herinnert eraan dat met name de lokale en regionale overheden in deze landen nog behoefte hebben aan meer steun. Het CvdR dringt er bij de Commissie op aan met spoed nieuwe innovatieve maatregelen te nemen ter versterking van de bestuurs- en uitvoeringscapaciteit van de lokale en regionale overheden in de toetredingslanden.

    28.

    Het beveelt daarnaast nadrukkelijk aan de lokale en regionale overheden meer bij de lopende en toekomstige toetredingsonderhandelingen te betrekken. Het wijst erop dat de huidige problemen van de eerste tien toetredingslanden onder meer te wijten zijn aan een tekortschietende bestuurs- en uitvoeringscapaciteit en voorkomen hadden kunnen worden als tijdens het uitbreidingsproces meer aandacht was geschonken aan de behoeften van de lokale en regionale overheden.

    29.

    Het CvdR wijst erop dat bevordering van culturele diversiteit in een grotere EU belangrijk is en kijkt ernaar uit actief werk te maken van zijn prioritaire doelstelling de culturele en taaldiversiteit te promoten als bronnen van rijkdom die in stand moeten worden gehouden.

    Nabuurschapsbeleid

    30.

    Het CvdR kan zich volledig vinden in het nabuurschapsbeleid van de Commissie en het aspect 'stabiliteit' waarop dat is gebaseerd. Het vindt het echter nog steeds teleurstellend dat het werkprogramma van de Commissie t.a.v. de meeste onderwerpen die met de uitbreiding en het nabuurschapsbeleid te maken hebben niet rept over raadpleging van het CvdR.

    31.

    Het CvdR is van mening dat ontwikkeling van de trans-Europese netwerken eveneens onmisbaar is voor een grotere stabiliteit aan de grenzen van de EU.

    32.

    Het benadrukt dat het nabuurschap in breder verband pas een succes kan worden met een gedifferentieerde aanpak, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen het Middellandse-Zeegebied en Rusland en de Nieuwe Onafhankelijke Staten.

    33.

    Het CvdR adviseert de Commissie de ervaringen die de nieuwe CvdR-leden uit de toetredingslanden reeds hebben met hun buurlanden uit Oost-Europa en het Middellandse-Zeegebied zoveel mogelijk te benutten, en de lokale en regionale overheden uit alle 25 lidstaten te betrekken bij de totstandbrenging van een „kring van vrienden”. Het CvdR zal in dit verband speciaal aandacht schenken aan de Oost-Europese dimensie van het grotere Europese nabuurschap en daarom in het tweede halfjaar van 2004 een seminar organiseren in Kaliningrad.

    34.

    Het herhaalt zijn standpunt uit zijn resolutie van 28 november 2003 dat de lokale en regionale overheden actiever bij het Euromediterrane partnerschap moeten worden betrokken en pleit daarom voor de oprichting - onder de vleugels van de Euromediterrane instanties - van een specifiek orgaan dat ook de lokale en regionale overheden een stem in het kapittel geeft. Daarnaast dringt het CvdR erop aan dat gedecentraliseerde samenwerking tot een van de pijlers van het proces van Barcelona wordt gemaakt en dat met het oog hierop richtsnoeren ten behoeve van interregionale en transnationale samenwerkingsprojecten van regionale en lokale overheden uit het Middellandse-Zeegebied worden vastgesteld en bijzondere aandacht wordt geschonken aan capacity building-projecten.

    35.

    Het CvdR wil dat de agenda van Thessaloniki krachtdadig wordt nagestreefd en dat de lokale en regionale overheden uit de westelijke Balkan bij alle EU-programma's en samenwerkingsverbanden worden betrokken, zodat ze op alle terreinen - economisch, sociaal en cultureel - meer met Europa geïntegreerd raken.

    Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

    36.

    Het CvdR onderstreept dat de verwezenlijking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid overduidelijk ook een lokale en regionale dimensie kent. Het roept op om hiermee bij de vaststelling van beleidslijnen n.a.v. het Tampere-programma, waarvan het CvdR hoopt dat het binnen de door de Europese Raad van Thessaloniki gestelde termijnen zal worden uitgevoerd, rekening te houden en om in dit verband te worden geraadpleegd.

    37.

    Tot tevredenheid van het CvdR wordt het vaker geraadpleegd over onderwerpen uit het asiel- en immigratiebeleid, maar het moet helaas ook constateren dat de Commissie heeft geweigerd adviesaanvragen in te dienen over bepaalde documenten op dit gebied, ook al had het CvdR de Commissie specifiek gevraagd hierover te worden geraadpleegd.

    38.

    Het CvdR wijst erop dat integratie van immigranten en sociale samenhang in de meeste lidstaten zeer actuele onderwerpen zijn en vindt dan ook dat op alle relevante EU-beleidsterreinen, m.n. in het gemeenschappelijke immigratie- en asielbeleid, veel aandacht aan het thema integratie moet worden besteed.

    39.

    Het CvdR beveelt aan ook de structuurfondsen aan te wenden voor de ondersteuning en ontwikkeling van instrumenten ter verwezenlijking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in regionale en lokale probleemgebieden.

    40.

    Het draagt tot slot zijn voorzitter op deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad, het Ierse en het Nederlandse voorzitterschap en de regeringen en parlementen van de kandidaat-lidstaten.

    Brussel, 12 februari 2004

    De voorzitter

    van he Comité van de Regio's

    Peter STRAUB


    (1)  COM(2003) 811 def.

    (2)  Doc. 15709/03 van 5-12-2003


    Top