This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 92003E001793
WRITTEN QUESTION E-1793/03 by Claude Moraes (PSE) to the Commission. Cervical cancer screening practices.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1793/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie. Methoden voor het vroegtijdig herkennen van baarmoederhalskanker.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1793/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie. Methoden voor het vroegtijdig herkennen van baarmoederhalskanker.
PB C 280E van 21.11.2003, pp. 182–183
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1793/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie. Methoden voor het vroegtijdig herkennen van baarmoederhalskanker.
Publicatieblad Nr. 280 E van 21/11/2003 blz. 0182 - 0183
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1793/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie (28 mei 2003) Betreft: Methoden voor het vroegtijdig herkennen van baarmoederhalskanker Over welke informatie beschikt de Commissie aangaande de verscheidenheid van de methoden voor het vroegtijdig herkennen van baarmoederhalskanker in de landen van de EU? Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie (24 juni 2003) De gemiddelde incidentie van baarmoederhalskanker in de Unie lag in 1997 bij 10,48 gevallen per 100 000 vrouwen. Deze incidentie varieerde in de verschillende lidstaten van een minimum van 4,24 in Luxemburg of 5,06 in Finland tot een maximum van 17,34 in Portugal of 14,62 in Denemarken. Deze grote variatie hangt zowel af van het achtergrondrisico als van gedurende de voorgaande decennia uitgevoerde screenings. Het sterftecijfer is in alle lidstaten waar screeningprogramma's bestaan, gedaald. Deze cijfers werden bevestigd door de gegevens van het Europees screeningnetwerk voor baarmoederhalskanker, het Raadgevend Comité voor de preventie van kanker en andere deskundigen van het Internationaal Bureau voor Kankeronderzoek (IARC), alsook door verschillende andere bronnen. In sommige lidstaten wordt al tientallen jaren op baarmoederhalskanker gescreend (bv. in Nederland, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk). In een aantal andere lidstaten zijn de programma's op regionale leest geschoeid en deze verschillen derhalve in geografische dekking en implementatie. In sommige landen is de screening uitsluitend gebaseerd op aanbevelingen aan dienstverleners. Als reactie op deze situatie heeft de Commissie op 5 mei 2003 een voorstel goedgekeurd voor een aanbeveling van de Raad over kankerscreening(1). Met dit voorstel wordt beoogd op een beproefde wetenschappelijke basis aanbevelingen te doen voor georganiseerde screeningprogramma's en de verschillen in screening tussen de lidstaten te overbruggen. Het uiteindelijke doel is de kankerspecifieke mortaliteit in alle lidstaten in dezelfde mate terug te dringen en zo voor alle Europese burgers een even hoog niveau van gezondheidsbescherming te bewerkstelligen. (1) COM(2003) 230 def.