92003E0809

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0809/03

van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie

(17 maart 2003)

Betreft: Schending van het communautair milieurecht in Griekenland

Kan de Commissie mededelen hoeveel vermoedelijke gevallen van schending van het communautair milieurecht er in Griekenland zijn en op welke thema's deze betrekking hebben? In hoeveel gevallen heeft de Commissie Griekenland bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen aangeklaagd en in hoeveel andere gevallen bereidt zij een klacht bij het Hof voor?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(15 mei 2003)

Op datum van 10 april 2003 lopen er 94 dossiers met betrekking tot vermeende of aangetoonde inbreuken op de communautaire milieuwetgeving in Griekenland. Van deze 94 geopende dossiers hadden er 25 betrekking op de communautaire wetgeving betreffende het beheer van afvalstoffen, 22 op de bescherming van de natuur, 21 op Richtlijn 85/337/EEG(1), als gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG(2), 11 op luchtverontreiniging, 10 op de bescherming van de waterkwaliteit en 5 op andere sectoren van de communautaire milieuwetgeving. Er moet worden aangestipt dat de Commissie in 39 dossiers al een inbreukprocedure tegen Griekenland heeft ingeleid.

Momenteel heeft de Commissie reeds klacht ingediend bij het Hof van Justitie in zes gevallen, namelijk de zaak C-301/2001 (niet-overeenstemming van de nationale maatregelen tot omzetting in Grieks recht van Richtlijn 85/337/EEG), C-83/2002 (niet-mededeling van de gegevens als bedoeld in artikel 11 van Richtlijn 96/59/EG(3)), C-119/2002 (afwezigheid van een opvangsysteem en van een zuiveringsstation voor de tertiaire behandeling van het stedelijk afvalwater van de regio Thriassio), C-351/02 (niet-mededeling van de maatregelen tot omzetting van Richtlijn 1999/31/EG(4)), C-352/02 (niet-mededeling van de maatregelen tot omzetting van Richtlijn 2000/14/EG(5)) en C-420/02 (functionering van een stortplaats in Pera Galinoi).

De Commissie heeft bovendien besloten om 4 andere inbreukgevallen aanhangig te maken bij het Hof van Justitie. Op datum van 10 april 2003 was voor deze gevallen de desbetreffende procedure ingeleid. De inbreuken in kwestie hebben betrekking op de onverenigbaarheid van de Griekse wetgeving op het seizoen voor de jacht op vogels, de inzameling en behandeling van afgewerkte olie in Griekenland, de verontreiniging in de regio Thriassio Pedio en tenslotte de bedrijfsvoorwaarden voor een thermische centrale in Linoperamata in Kreta.

(1) Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, PB L 175 van 5.7.1985.

(2) Richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997 tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, PB L 73 van 14.3.1997.

(3) Richtlijn 96/59/EG van de Raad van 16 september 1996 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (PCB's/PCT's), PB L 243 van 24.9.1996, blz. 31.

(4) Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen, PB L 182 van 16.7.1999.

(5) Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis, PB L 162 van 3.7.2000.