92003E0232

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0232/03

van Eluned Morgan (PSE) aan de Commissie

(4 februari 2003)

Betreft: Richtlijn autowrakken

Is de Commissie op de hoogte van de moeilijkheden die de lidstaten ondervinden bij het verwerken van het alsmaar toenemende aantal auto's dat ten gevolg van de richtlijn autowrakken wordt gedumpt? Wat doet de Commissie om de financiële en praktische last van het verwerken van deze voertuigen, waar gewone boeren in het verlengde van deze wetgeving mee te maken krijgen, te verlichten?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(6 maart 2003)

Er zijn geen aanwijzingen dat Richtlijn 2000/53/EG van het Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken(1) heeft geresulteerd in een toename van het aantal auto's dat wordt gedumpt. Deze richtlijn bevat integendeel bepalingen die specifiek bedoeld zijn om het illegaal dumpen van afgedankte auto's tegen te gaan. In het bijzonder bepaalt de richtlijn dat met ingang van 21 april 2002 voertuigen alleen worden uitgeschreven na het overleggen van een certificaat van vernietiging, dat uitsluitend door een erkende verwerker kan worden afgegeven. Bovendien bestond het probleem van het dumpen van auto's reeds vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn. Uit een raming van het Department of Trade and Industry (DTI) van het Verenigd Koninkrijk blijkt bijvoorbeeld dat in het UK in 2000 misschien wel 350 000 voertuigen werden achtergelaten.

De autowrakkenrichtlijn schrijft uitdrukkelijk voor dat de lidstaten regelingen moeten instellen om de inzameling en verwerking van afgedankte auto's te financieren. De richtlijn vestigt het beginsel dat de laatste eigenaar zich kosteloos van zijn afgedankte auto moet kunnen ontdoen, en schrijft voor dat de fabrikanten de kosten van de tenuitvoerlegging van deze maatregel geheel of voor een aanzienlijk deel voor hun rekening nemen. Een en ander geldt vanaf 1 juli 2002 voor voertuigen die na die datum in de handel werden/worden gebracht. Voor voertuigen die vóór deze datum in de handel werden gebracht, moeten de fabrikanten deze kosten dragen met ingang van 1 januari 2007. De richtlijn bepaalt niet op welke manier in deze kosten moet worden voorzien tot 31 december 2006.

Bijgevolg behoort het tot de verantwoordelijkheid van de lidstaten de meest passende regeling uit te werken voor de financiering van de inzameling van autowrakken in deze tussenperiode, inclusief maatregelen om te garanderen dat landbouwers geen problemen ondervinden.

Wetgeving die voorziet in een regeling voor de kosteloze terugname van afgedankte auto's is bijvoorbeeld reeds ingevoerd in Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden.

(1) PB L 269 van 21.10.2000.