92003E0168

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0168/03

van Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE) aan de Commissie

(29 januari 2003)

Betreft: Beleid tegen verspreiding MRSA-bacterie

Er is momenteel geen gezamenlijk Europees beleid om de verspreiding van de MRSA-bacterie tegen te gaan. Het beleid van de lidstaten terzake is divers. Nederland voert bijvoorbeeld, in vergelijking met de meeste andere Europese landen, een zeer restrictief beleid. Met succes, want Nederland behoort tot de landen met de laagste prevalentie van MRSA. Als gevolg van het verschil in beleid tussen landen uit vrees voor de verspreiding van de bacterie is de toegankelijkheid van Nederlandse ziekenhuizen voor patiënten uit het buitenland moeizaam.

1. Kan de Commissie aangeven welke verschillen er bestaan tussen de lidstaten in het beleid ter voorkoming van de verspreiding van de MRSA-bacterie?

2. Acht zij een gemeenschappelijk Europees beleid terzake wenselijk, mede in het licht van de toegankelijkheid van ziekenhuizen voor patiënten uit andere lidstaten?

3. Is zij voornemens maatregelen te treffen in het kader van het nieuwe actieprogramma voor de volksgezondheid om een dergelijk gemeenschappelijk beleid te bevorderen?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(3 maart 2003)

1. Blijkens het laatste verslag van het Europees netwerk voor de surveillance van antimicrobiële resistentie (EARSS)(1), een door de Commissie gesubsidieerd project, berichten de Zuid-Europese landen, Ierland en het Verenigd Koninkrijk dat de Staphylococcus aureus in meer dan 30 % van de gevallen resistent is tegen methicilline (MRSA) terwijl in de Noord-Europese landen bij minder dan 1 % van de patiënten sprake is van bacteriemie.

In december 2000 is door Eurosurveillance (een door de Commissie gesubsidieerd bulletin) een onderzoek gedaan naar het surveillancebeleid met betrekking tot de resistentie tegen antibiotica in de Gemeenschap(2). Uit dit onderzoek dat door de volksgezondheidsautoriteiten in de 15 lidstaten met behulp van vragenlijsten is uitgevoerd, is gebleken dat de meeste landen speciaal nationale richtsnoeren hebben opgesteld om ziekenhuisinfecties (zoals MRSA) te voorkomen maar het onderzoek verstrekt geen bijzonderheden over de inhoud van het beleid ter preventie van de verspreiding van MRSA.

De aanbeveling van de Raad betreffende het verstandig gebruik van antimicrobiële stoffen in de menselijke geneeskunde(3) wil ervoor zorgen dat op nationaal niveau specifieke strategieën worden gevoerd om antibioticaresistentie te beperken. De aanbeveling verlangt van de lidstaten dat zij uiterlijk in november 2003 verslag uitbrengen aan de Commissie over de uitvoering hiervan. Deze verslagen zullen bijzonderheden over het nationaal beleid bevatten.

2. Diezelfde aanbeveling van de Raad draagt de Commissie op om de lidstaten bij te staan bij hun pogingen om antibioticaresistentie via het communautaire netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten te beperken. De aanbeveling van de Raad en de communautaire strategie tegen antimicrobiële resistentie(4) vormen de basis voor verdere communautaire maatregelen van de Commissie met de lidstaten.

De Commissie wil de geachte afgevaardigde eraan herinneren dat het EG-Verdrag erop wijst dat de lidstaten verantwoordelijk blijven voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en medische zorg.

3. Op grond van het nieuwe volksgezondheidsprogramma geniet antibioticaresistentie, o.a. tegen MRSA, hoge prioriteit. In het werkprogramma voor 2003 wordt prioriteit verleend aan projecten die beginselen en richtsnoeren ontwikkelen voor de beste praktijken voor voorzichtig gebruik van antibiotica. Een andere prioriteit in het werkprogramma is steun voor de uitwisseling van informatie en de coördinatie van onderwijs- en interventieprogramma's voor het publiek en voor ziekenhuizen.

(1) Het management, de adviesraad en de nationale vertegenwoordigers van het EARSS. Het jaarverslag van het EARSS over 2001, Bilthoven, Nederland, juli 2002, 95 p. ISBN: 90-6960-098-6. Te raadplegen op www.earss.rivm.nl.

(2) Therre H, Nationaal beleid ter voorkoming van antibioticaresistentie de situatie in 17 Europese landen eind 2000. Eurosurveillance 2001; deel 6: blz. 5-14.

(3) PB L 34 van 5.2.2002.

(4) Commissie van de Europese Gemeenschappen, Mededeling van de Commissie Een communautaire strategie tegen antimicrobiële resistentie COM(2001) 333 def.