92002E3895

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3895/02

van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie

(14 januari 2003)

Betreft: Herstel van de overstapmogelijkheden op lange afstandstreinen in Duisburg aan de hoofdspoorverbinding tussen Nederland en Duitsland

1. Is het de Commissie bekend dat de bediening van de grensoverschrijdende spoorverbinding Amsterdam Utrecht Arnhem Emmerich Duisburg Keulen, waarvan het belang toeneemt door het wegvallen van andere doorgaande verbindingen tussen Nederland en Duitsland, met ingang van 15 december 2002 is verschraald van 11 keer tot 8 keer per dag, veroorzaakt door het schrappen van doorgaande treinen naar Italië, Oostenrijk en Zwitserland en door het opnemen van deze verbinding in zes dagelijkse ICE-diensten over de nieuwe hogesnelheidslijn tussen Keulen en Frankfurt am Main?

2. Is het haar tevens bekend dat als gevolg van deze verschraling in de richting Duitsland in de ochtend een gat ontstaat van vier uur en dat vanuit Duisburg naar Nederland niet meer vóór 08.55 uur of na 20.54 uur kan worden vertrokken?

3. Vindt de Commissie het passen in haar streven naar Europese integratie dat weliswaar het grootste deel van het traject tussen Arnhem en Duisburg van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat elk half uur wordt bediend door stoptreinen, maar dat alleen de grensoverschrijdende schakel van 15 km tussen de stations van Zevenaar (NL) en Emmerich (D) daarin volledig ontbreekt, terwijl in de nieuwste dienstregeling nog slechts één keer per dag het treinenpaar EC 2/3 in Emmerich stopt waar tot drie jaar geleden alle doorgaande treinen stopten?

4. Wat kan de Commissie, onder erkenning van de in Richtlijn 91/440/EEG(1) vastgelegde bestuurlijke onafhankelijkheid van de spoorwegondernemingen, doen om te voorkomen dat nationale grenzen binnen de EU op het gebied van openbaar vervoer gaan functioneren als een vrijwel onneembare barrière voor nabuurverkeer en voor aansluitingen op overstappunten voor doorgaande treinen aan de andere zijde van de grens, waardoor de toestand slechter wordt dan vóór het ontstaan van de EU?

5. Is de Commissie bereid in samenspraak met de lidstaten Duitsland en Nederland, de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen en de betrokken spoorwegmaatschappijen DB, NS en Syntus bevorderen dat tussen de grensplaatsen Emmerich en Zevenaar, die elk met een halfuurdienst zijn aangesloten op het nationale spoorwegnet in hun lidstaat, tenminste eenmaal per uur een stoptrein doorrijdt over de grensoverschrijdende verbinding, zoals dat inmiddels ook het geval is op de voor internationale overstappers minder belangrijke spoorverbindingen tussen Enschede (NL) en Gronau (D), Venlo (NL) en Mönchengladbach (D), en Heerlen (NL) en Aachen (D)?

(1) PB L 237 van 24.8.1991, blz. 25.

Gecombineerd Antwoordvan mevrouw de Palacio namens de Commissieop de schritftelijke vragen E-3894/02 en E-3895/02

(28 februari 2003)

De Commissie is in het algemeen op de hoogte van de veranderingen in de dienstregelingen van het internationale reizigersvervoer per spoor. Bij de verandering van de dienstregeling op 15 december 2002 is een aantal internationale reizigersdiensten over lange afstand komen te vervallen.

De Commissie betreurt de verslechterde dienstverlening. Momenteel is er echter nog geen compleet beeld beschikbaar van de ontwikkeling van het aantal internationale treindiensten.

Voor het internationale reizigersvervoer zijn verschillende marktsegmenten van belang. Het marktsegment van de hogesnelheidsdiensten biedt de beste groeimogelijkheden als winstgevende sector. Dit netwerk zal dan ook tussen nu en 2010 sterk worden uitgebreid. Het conventionele langeafstandssegment is momenteel kwetsbaar als gevolg van de lage rentabiliteit, concurrentie van goedkope luchtvaartmaatschappijen en onzorgvuldige samenwerking tussen spoorwegmaatschappijen. Voor grensoverschrijdende diensten over korte afstand is er sprake van een uiteenlopende situatie. Deze wordt sterk bepaald door de vraag of de instanties aan beide zijden van de grens openbare-dienstcontracten hebben gesloten. Het vinden van een goed model voor grensoverschrijdende samenwerking tussen overheidsinstanties is momenteel een moeilijke kwestie.

De Commissie werkt aan een aantal initiatieven om op korte tot middellange termijn verbetering te brengen in de huidige situatie van het internationale reizigersvervoer per spoor:

- Zij heeft al een gewijzigd voorstel aangenomen inzake openbare-dienstcontracten(1) dat voorziet in de mogelijkheid om de openbare diensten grensoverschrijdend uit te breiden. Daarbij is bepaald dat deze uitbreiding alleen kan worden afgewezen wanneer daarvoor goede redenen zijn (artikel 4bis, lid 1);

- In haar werkprogramma voor 2003 is de Commissie voornemens om met een voorstel te komen voor een verordening inzake de rechten en verplichtingen van reizigers in het internationale spoorvervoer, waarvoor de diensten van de Commissie al in oktober 2002 een overlegdocument hebben gepubliceerd. Dit initiatief zou gevolgen moeten hebben voor de kwaliteit van de dienstverlening en de aansluitingen tussen de diensten. Een mogelijk onderdeel van dit proces is de invoering van overleg met reizigersorganisaties over de veranderingen in de dienstregelingen(2);

- De Commissie zal bovendien een richtlijn voorstellen inzake de openstelling van de markt voor het internationale reizigersvervoer per spoor. Hierdoor zou de concurrentie in de sector moeten toenemen en zou de sector klantgerichter moeten worden.

(1) Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het optreden van de lidstaten ten aanzien van openbare-diensteisen en de gunning van openbare-dienstcontracten op het gebied van het personenvervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren, COM(2002) 107 def. van 21.2.2002.

(2) De Commissie heeft hierover een overlegdocument gepubliceerd, zie website http://europa.eu.int/comm/transport/rail/library/consultation.pdf.