92002E3744

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3744/02

van Proinsias De Rossa (PSE) aan de Commissie

(20 december 2002)

Betreft: Veiligheidsgordels in schoolbussen

In haar antwoord op schriftelijke vraag E-2901/94(1) betreffende veiligheidsgordels in schoolbussen deelde de Commissie mee geen plannen te hebben voor een wetgevingsvoorstel om het dragen van veiligheidsgordels in schoolbussen verplicht te stellen, om reden dat dergelijke regelgeving voorbarig zou zijn zolang geen behoorlijk aantal bussen van gordels is voorzien.

Aangezien intussen de richtlijnen 96/36/EG(2), 96/37/EG(3) en 96/38/EG(4) zijn goedgekeurd en in werking getreden, waardoor een Europese norm is ingevoerd voor het aanbrengen van veiligheidsgordels op alle zitplaatsen in nieuwe bussen en minibussen gebouwd na oktober 1999, kan de Commissie meedelen of zij het standpunt van haar antwoord op schriftelijke vraag E-2901/94 heeft gewijzigd? Zo ja, wanneer wordt een dergelijk voorstel ingediend en wat zal de inhoud ervan zijn? Zo nee, waarom heeft zij haar standpunt niet gewijzigd?

(1) PB C 139 van 5.6.1995, blz. 46.

(2) PB L 178 van 17.7.1996, blz. 15.

(3) PB L 186 van 25.7.1996, blz. 28.

(4) PB L 187 van 26.7.1996, blz. 95.

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(14 februari 2003)

Bij Richtlijn 96/36/EG van de Commissie van 17 juni 1996 tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen, Richtlijn 96/37/EG van de Commissie van 17 juni 1996 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/408/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de binneninrichting van motorvoertuigen (sterkte van de zitplaatsen en van hun bevestiging) en Richtlijn 96/38/EG van de Commissie van 17 juni 1996 tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn 76/115/EEG van de Raad betreffende bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen, zijn Europese normen vastgesteld voor de installatie van veiligheidsgordels, bevestigingspunten daarvan en aangepaste zitplaatsen in alle motorvoertuigen. De Richtlijnen zijn op 1 oktober 1999 van kracht geworden voor alle nieuwe touringcars van meer dan 3,5 ton en op 1 oktober 2001 voor minibussen.

Hierbij dient evenwel te worden opgemerkt dat Richtlijnen 96/36-38/EG momenteel facultatief zijn voor andere voertuigen dan personenauto's, d.w.z. dat de lidstaten vrij zijn om nieuwe touringcars en minibussen die op hun grondgebied worden geregistreerd al dan niet te verplichten om te voldoen aan de in de Richtlijnen vastgestelde normen dan wel hun nationale wetgeving te handhaven. De Commissie zal begin 2003 voorstellen de installatie van veiligheidsgordels in bussen en touringcars verplicht te stellen vanaf 2004. Veel gereputeerde exploitanten van touringcars en minibussen kiezen er echter nu al voor in nieuwe touringcars veiligheidsgordels te monteren.

Veiligheidsgordels zijn echter alleen effectief als ze daadwerkelijk worden gebruikt. Het is dan ook redelijk dat passagiers in touringcars en minibussen die met veiligheidsgordels zijn uitgerust deze ook moeten moeten dragen wanneer zij zitten. Dit is de reden waarom de Commissie een voorstel heeft gedaan om alle gebruikers van motorvoertuigen te verplichten een veiligheidsgordel te dragen wanneer deze zijn aangebracht. (Voorstel voor een Richtlijn van het Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 91/671/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels in voertuigen van minder dan 3,5 ton(1)). De Raad heeft over dit voorstel een gemeenschappelijk standpunt bereikt en een tweede lezing in het Parlement is gepland voor maart 2003.

De Commissie zal in 2003 nagaan of aanvullende maatregelen nodig zijn om het vervoer met schoolbussen veiliger te maken, zoals het verplichte gebruik van met veiligheidsgordels uitgeruste voertuigen, het aanbrengen van bepaalde kentekens op de voertuigen of specifieke eisen ten aanzien van de bestuurders.

(1) PB C 96 E van 27.3.2001.