This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52003XC1014(03)
Publication of an application for registration pursuant to Article 6(2) of Regulation (EEC) No 2081/92 on the protection of geographical indications and designations of origin
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
PB C 246 van 14.10.2003, pp. 10–14
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
Publicatieblad Nr. C 246 van 14/10/2003 blz. 0010 - 0014
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2003/C 246/05) Naar aanleiding van deze bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 of artikel 12 quinquies van de genoemde verordening. Elk bezwaar tegen deze registratieaanvraag moet binnen zes maanden na deze bekendmaking worden ingediend via de bevoegde autoriteit van een lidstaat, van een staat die lid van de WTO is, of van een overeenkomstig artikel 12, lid 3, erkend derde land. Geoordeeld wordt dat de hiernavolgende gegevens, met name die in punt 4.6, de registratieaanvraag rechtvaardigen in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92; zij zijn het motief voor deze bekendmaking. VERORDENING (EEG) Nr. 2081/92 VAN DE RAAD REGISTRATIEAANVRAAG: ARTIKEL 5 BOB ( ) BGA (x) Nationaal nummer van het dossier: 87 1. Bevoegde dienst van de lidstaat Naam: Subdirección General de Sistemas de Calidad Diferenciada - Dirección General de Alimentación - Secretaría General de Agricultura y Alimentación del Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación de España Adres: Infanta Isabel, 1, E-28071 Madrid Tel. (34) 913 47 54 94 Fax (34) 913 47 54 10. 2. Aanvragende groepering 2.1.-2.2. Naam en adres: Asociación Nacional Avileña-Negra Ibérica: Plaza de Sofraga, 1 - E-05001 Avila Asociación de Criadores de Charolais de España: Lonja de Extremadura-Avda. Rodríguez de Ledesma, 3 - E-10001 Cáceres Asociación Nacional de Carne de Retinto: C/ Murcia, 5-1o A - E-28045 Madrid Asociación Extremeña de Limusin: Lonja de Extremadura-Avda. Rodríguez de Ledesma, 3 - E-10001 Cáceres Asociación de Productores Agroganaderos de Monfragüe y su Entorno (APAME): Plaza de España, 1 - E-10520 Toril (Cáceres) Asociación de ganaderos de Berrenda (Berrenda): C/ Adelardo Covarsí, 1 - E-06005 Badajoz Matadero Municipal de Badajoz: Polígono Industrial El Nevero, s/n E-06004 Badajoz Asociación de Cooperativas de Regantes de Extremadura (Acorex): Avda. Juan Carlos I, 41 - E-06800 Mérida Asociación Ganaderos del Reino: C/ Agustina de Aragón, 16 - E-06004 Badajoz Fabricantes de Pienso: C/ San José, 68 - E-06200 Almendralejo SS. Cooperativa Comercialización "Dehesa de Extremadura": Lonja de Extremadura-Avda. Rodríguez de Ledesma, 3 - E-10001 Cáceres Sociedad Cooperativa "Cuatro Lugares": Lonja de Extremadura-Avda. Rodríguez de Ledesma, 3 - E-10001 Cáceres Asociación de Mujeres Familiares de Ámbito Rural (Amfar): Lonja de Extremadura-Avda. Rodríguez de Ledesma, 3 - E-10001 Cáceres 2.3. Samenstelling: Producenten/verwerkers (x) anderen (x). 3. Productcategorie: Categorie 1.1 - Vers rundvlees. 4. Overzicht van het productdossier (samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens) 4.1. Naam: "Ternera de Extremadura". 4.2. Beschrijving: "Ternera de Extremadura" is vlees van uitsluitend extensief gehouden raszuivere dieren van de inheemse rassen "Retinta", "Avileña-Negra Ibérica", "Morucha", "Blanca Cacereña" en "Berrendas" en van dieren afkomstig van kruisingen van die rassen met de rassen "Charolais" en "Limousin", die daarvoor perfect geschikt zijn (in de eerste generatie kunnen zij als fokdieren worden gebruikt, maar in de tweede generatie mogen zij uitsluitend worden bestemd voor de slacht); alleen het vlees van de hierboven genoemde dieren komt in aanmerking voor de BGA. Naargelang van de leeftijd van de dieren op het slachttijdstip en van de wijze waarop ze gevoed zijn, wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende soorten: - KOEKALVEREN ("TERNERAS"): Voor de slacht bestemde dieren, 7 tot 12 maanden (min één dag) oud. De voeding bestaat hoofdzakelijk uit moedermelk, aangevuld met vooraf toegelaten voedermiddelen. - JAARLINGEN ("AÑOJOS"): Voor de slacht bestemde dieren, 12 tot 16 maanden (min één dag) oud; hun voeding bestaat uit vooraf toegelaten voedermiddelen. - STIERTJES ("NOVILLOS"): Voor de slacht bestemde dieren, 16 tot 36 maanden oud; hun voeding bestaat uit vooraf toegelaten voedermiddelen. Vlees met de beschermde geografische aanduiding "Ternera de Extremadura" heeft de volgende kenmerken: I. Vlees van koekalveren: Het vlees van deze dieren is helrood; het vet is wit; het vlees is vast, enigszins vochtig en heeft een fijne textuur. II. Vlees van jaarlingen: Het vlees van deze dieren varieert van lichtrood tot paarsrood; het vet is wit; het vlees voelt vast aan, het is enigszins vochtig en heeft een fijne textuur. III. Vlees van stiertjes: Het vlees van deze dieren heeft een kersrode kleur; het vet is roomkleurig; het vlees voelt vast en enigszins vochtig aan, het heeft een fijne textuur en het is licht doorregen. De geslachte dieren moeten aan de volgende normen voldoen: 1. karkassen van de in Verordening (EEG) nr. 1208/81 van de Raad bedoelde categorieën A en E; 2. bevleesdheidsklasse: E, U, R of O; 3. vetheidsklassen: 2, 3 of 4; 4. hygiëne: inachtneming van de EG- en nationale voorschriften; 5. pH: minder dan 6 in de 24 uur na het slachten, gemeten in de "Longissimus dorsi" - spier tussen de vijfde en de zesde rib. 4.3. Geografisch gebied: Het productiegebied van het vlees waarvoor de beschermde oorsprongsbenaming "Ternera de Extremadura" wordt aangevraagd, omvat de volgende gemeenten: Albuquerque, Almendralejo, Azuaga, Badajoz, Brozas, Cáceres, Castuera, Coria, Don Benito, Herrera del Duque, Hervás, Jaraíz de la Vera, Jerez de los Caballeros, Logrosán, Llerena, Mérida, Navalmoral de la Mata, Olivenza, Plasencia, Puebla de Alcocer, Trujillo en Valencia de Alcántara. De dieren worden in hetzelfde gebied gehouden en verwerkt. In het geografische gebied waarvoor de BGA geldt, is de veehouderij hoofdzakelijk gebaseerd op weidegang, een typisch kenmerk voor extensieve veehouderij in het Middellandse-Zeegebied. Het grasland in Extremadura is een voorbeeld van een landbouw-, veehouderij- en bosbouwsysteem waarin de instandhouding van een biologische diversiteit het mogelijk heeft gemaakt de natuurlijke habitats te vrijwaren door het exploiteren van alle beschikbare hulpmiddelen en het gebruik van een zeer gevarieerde hoeveelheid gewassen, kenmerkend voor de veehouderij in dat gebied. Het grasland in Extremadura bestrijkt bijna 1800000 ha (wat overeenkomt met 43 % van het grondgebied van Extremadura), waarvan bijna 1000000 ha bestemd is voor bosweidegang, waaruit zeer duidelijk blijkt dat dit productiesysteem zeer belangrijk is in Extremadura. 4.4. Bewijs van oorsprong: De BGA is uitsluitend bestemd voor vlees van extensief gehouden raszuivere dieren van de inheemse rassen "Retinta", "Avileña-Negra Ibérica", "Morucha", "Blanca Cacereña", "Berrendas" of van dieren afkomstig van kruisingen van die rassen met de rassen "Charolais" en "Limousin" (dieren van de eerste generatie kunnen voor de fokkerij worden gebruikt, maar dieren van de tweede generatie zijn uitsluitend voor de slacht bestemd). De kwaliteit en de oorsprong van het aan de verbruiker te koop aangeboden beschermde product worden gegarandeerd door de controles en onderzoeken die de Consejo Regulador (controle-instantie) overeenkomstig de voorschriften van de kwaliteitshandleiding (Manual de Calidad) en de handleiding procedures (Manual de Procedimientos) verricht bij de in de verschillende BGA-registers ingeschreven fok- en mestbedrijven, slachthuizen en uitsnijderijen. Nadat al deze controles zijn uitgevoerd, beoordeelt de certificeringscommissie (Comité de Certificación) van de Consejo Regulador, waarin vertegenwoordigers van alle betrokken partijen zitting hebben, de verkregen resultaten om op basis daarvan een onpartijdige en objectieve beslissing te nemen. Indien de certificeringscommissie besluit tot toekenning van het certificaat, wordt dit door de Consejo Regulador aan de belanghebbende bezorgd. Bij het op de markt komen van het product wordt de oorsprong ervan gewaarborgd door middel van een genummerd etiket van de Consejo Regulador. 4.5. Wijze voor het verkrijgen van het product: De moederdieren worden extensief gehouden, d.i. zij blijven het hele jaar door in de open lucht en worden niet op stal gezet, waarbij de natuurlijke hulpbronnen op traditionele wijze en met traditionele technieken worden gebruikt. De dieren voeden zich het hele jaar door met vers gras en ander voeder dat in het ecosysteem van Extremadura voorkomt, en zo nodig krijgen zij extra gedroogd voeder (stro, hooi), granen, leguminosen en vezelrijk krachtvoeder. De kalveren blijven bij de moederkoeien zogen tot zij ten minste vijf maanden oud zijn. In het kader van de weidegang dient ervoor te worden gezorgd dat het dekken zo wordt geregeld dat de koeien afkalven in de periode waarin overvloedig gras beschikbaar is. De voederbehoeften van de dieren worden zo afgestemd op de weideproductie, waardoor ook de lactatieperiode samenvalt met de periode waarin de dieren het meeste behoefte hebben aan energierijk voeder. De dieren worden geslacht en versneden in slachthuizen en uitsnijderijen die in de autonome regio Extremadura gelegen zijn en door de Consejo Regulador erkend en geregistreerd zijn. 4.6. Verband: Het weide-ecosysteem, dat het gevolg is van de eeuwenlange ontginning van de mediterrane bossen door de mens, omvat grote delen van Extremadura en de veehouderijbedrijven leggen zich vooral toe op de extensieve teelt, waarbij er steeds een evenwicht is geweest tussen de verschillende diersoorten (huisdieren en in het wild levende dieren), het natuurlijke milieu en de menselijke activiteiten. Extensivering is nauw verbonden met de benutting van grote oppervlakten voor het weiden van vee dat zich door zijn robuustheid bijzonder goed aan de omgeving heeft aangepast. Het ruwe klimaat en de schraalheid van de grond hebben de ontwikkeling van de veehouderij bevorderd. In het weidesysteem voorzien de dieren vooral in hun energiebehoefte door het grazen. Het grasland levert een groot deel van de vereiste energie en bestaat uit een gevarieerd aantal bloemen, vooral eenjarigen die zich spontaan uitzaaien. Bosweidegang is zeer belangrijk aangezien het zorgt voor een gevarieerde benutting van het milieu en alternatieve mogelijkheden inzake beheer. De weiden liggen vooral op een ondergrond van leisteen en van graniet, bedekt met de donkere meridionale grond. De grondlaag is niet erg dik, is droog en zeer onderhevig aan erosie. De bomen zijn vooral de steeneik (Quercus ilex) en de kurkeik (Quercus suber), maar ook de Quercus lusitanica, de kastanje (Castanea sativa) en de zomereik (Quercus robur) komen veel voor. De vruchten van al deze bomen zorgen ervoor dat de dieren zich ook kunnen voeden in de perioden waarin het gras schaars is. Het kreupelhout bestaat hoofdzakelijk uit de cistusroos (Cistus ladaniferus), brem (Sarothamnus scoparius), smalbladige cistus (Cistus monspeliensid) en diverse bremsoorten (Genista spp.). Het grasland kan, naargelang van de ondergrond, worden ingedeeld in: - Weiden op granietachtige bodem Op losse zandachtige bodem: zeer slechte kwaliteit en weinig productief. Deze bodem verschroeit snel wanneer de voorjaarsregens ophouden. Vooral eenjarige grassoorten (b.v. Vulpia periballia) en leguminosen die weinig waarde hebben als grasland (T. angustifolium y stellatum). Op zandachtige bodem: iets vruchtbaarder, met productievere en betere weiden, die minder snel uitdrogen. Vooral hogere grassoorten (Agrostis, Poa, enz.) en eenjarige leguminosen die beter geschikt zijn voor grasland (Ornithopus, T. cherleri, T. arvensis, T. campestris, enz.). - Weiden op leisteenbodem Op een leisteengrond: marginale productie en geringe kwaliteit van het gras, met een gering aandeel aan leguminosen. Staat bekend als "pastos finos". Op een leisteenondergrond met een dunne laag grond: beslaan een groot deel van het productiegebied. Vooral eenjarige grassen (Dactylis, Phalaris) en voor weiden geschikte leguminosen (T. resupinatum, T. subterraneum, Ornithopus Biserrula, enz.). Aanvaardbare productiviteit en kwaliteit. Zij houden het water beter vast en drogen minder snel uit dan losse zandgrond. Op een leisteenondergrond met een dikkere laag grond: de bovenlaag heeft een dikte van ten minste 20 cm. Ook deze oppervlakten zijn tamelijk groot, vooral grassen en leguminosen, wat een beter grasland oplevert dan het voorgaande. - Weiden op sedimentatiegrond uit de tertiair en het quartair Weiden van geringe kwaliteit, met weinig leguminosen en grassen. De meest voorkomende planten zijn Juncus en Asphodelus, wegens de ontoereikende drainering in de winter. Wanneer de regenperiode voorbij is, drogen zij snel uit. - Weiden voor kleinvee Dit zijn vroege weiden die slechts zeer laat verdrogen, zeer productief zijn en van goede kwaliteit; zij beslaan slechts een geringe oppervlakte. Deze weiden komen op elke soort grond voor, vooral op plaatsen waar zich veel organisch materiaal heeft opgehoopt. De soorten die wij hier aantreffen zijn vooral Poa bulbosa, T. subterraneum, Trifolium, Scorpiurus, Medicago, Biserrula, soorten met een hoge voedingswaarde. - Andere weiden in speciale enclaves: deze weiden zijn vooral in de bergen te vinden De runderen maken een optimaal gebruik van de verschillende soorten weiden, waarvan zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van het gras sterk varieren, maar zij grazen ook op de minst goede weiden. Hierbij mag niet worden vergeten dat, naast de weiden, het ecosysteem ook andere producten voortbrengt, zoals eikels, granen (tarwe, gerst, haver, rogge en triticale), bonendragende leguminosen (erwten, bonen, enz.), kurk, brandhout, kolen, enz. Het lijdt evenwel geen twijfel dat in een duidelijk agrarische omgeving, zoals in Extremadura, de weidegang een belangrijk economisch verschijnsel is dat aan de oorsprong ligt van 45 % van de agrarische productie. Uit de rundveetelling blijkt dat er vanwege het uitgestrekte graslandareaal bijna uitsluitend slachtrunderen worden gehouden, behalve op geïrrigeerde gronden, waar een aantal kleine melkveebestanden worden gehouden. Momenteel gaat de extensivering van de veehouderij gepaard met de noodzakelijke instandhouding van de inheemse rassen. Uit onderzoek (Espejo Díaz, M. García Torres, S, Características específicas y diferenciadoras de las carnes de ganado Bovino de las dehesas españolas - Specifieke kenmerken van vlees van Spaanse weiderunderen) blijkt dat weiderunderen voor de kwaliteitskenmerken die de consument het belangrijkste acht, veel hoger gewaardeerd worden. 4.7. Controlestructuur Naam: Consejo Regulador de la Indicación Geográfica Protegida "Ternera de Extremadura" Adres: Avda. Ruta de la Plata, 4 - E-10001 Cáceres Tel. (34) 927 62 91 46 Fax (34) 927 62 91 47 Het Controleorgaan (Consejo Regulador) voor de beschermde oorsprongsbenaming "Ternera de Extremadura" voldoet aan norm UNE-EN 45.011. 4.8. Etikettering: De door de Consejo Regulador aangewezen persoon voorziet alle geslachte dieren, waarvan het vlees voor de BGA in aanmerking komt van een merkteken dat de oorsprong ervan aangeeft en garandeert. Het merkteken wordt op de twee flanken van het geslachte dier zodanig aangebracht dat de twee helften na het klieven van het karkas zeer goed geïdentificeerd blijven. Ook verstrekt de Consejo Regulador de genummerde etiketten voor de voor verkoop bestemde deelstukken, waarop het logo van de BGA en de vermelding "Ternera de Extremadura" afzonderlijk worden vermeld naast de gegevens die de Consejo Regulador nodig acht met het oog op de traceerbaarheid van het beschermde product, een en ander in overeenstemming met de ter zake geldende voorschriften. 4.9. Nationale eisen - Ley 25/1970, 2 de diciembre, Estatuto de la Viña, del Vino y de los Alcoholes y su Reglamento aprobado por el Decreto 835/1972, de 23 de marzo (Wet 25/1970 van 2 december betreffende de regeling voor de wijnbouw, wijn en alcohol en Besluit 835/1972 van 23 maart 1972 houdende uitvoering van die wet); - Orden 25 de enero de 1994, por el que se precisa la correspondencia entre la legislación española y el Reglamento (CEE) n° 2081/1992, en materia de la Indicaciones Geográficas y de las denominaciones de Origen de los productos agrícolas alimenticios (Besluit van 25 januari 1994 betreffende de overeenstemming tussen de Spaanse voorschriften en Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen voor landbouwproducten en levensmiddelen); - Real Decreto 1643/99, de 22 de octubre, por el que se regula el procedimiento para la tramitación de las solicitudes de inscripción en el Registro Comunitario de las Denominaciones de Origen Protegidas (Koninklijk Besluit 1643/1999 van 22 oktober 1999 houdende vaststelling van de procedure voor het verzoek om inschrijving in het communautaire register van oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen). EG-Nummer: ES/00220/02.01.10. Datum van ontvangst van het volledige aanvraagdossier: 29 juli 2003.