EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92002E003408

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3408/02 van Mogens Camre (UEN) aan de Commissie. Bescherming van vrouwen in de EU tegen besnijdenis.

PB C 192E van 14.8.2003, p. 112–113 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92002E3408

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3408/02 van Mogens Camre (UEN) aan de Commissie. Bescherming van vrouwen in de EU tegen besnijdenis.

Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0112 - 0113


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3408/02

van Mogens Camre (UEN) aan de Commissie

(29 november 2002)

Betreft: Bescherming van vrouwen in de EU tegen besnijdenis

In het VN-Verdrag tegen foltering wordt de bescherming van iedereen tegen foltering en andere vormen van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling een onvervreemdbaar recht genoemd.

Hoewel de tekst in de eerste plaats betrekking heeft op systematische foltering die meestal plaatsvindt in het kader van een specifiek politiek regime , biedt deze ook de mogelijkheid tot een iets ruimere definitie van andere vormen van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling. Volgens organisaties tegen foltering is het systematische element een zeer belangrijke factor.

Besnijdenis van vrouwen wordt in westerse landen beschouwd als een systematische aantasting van de integriteit en de vrijheid van een kind of volwassene, en is derhalve in een aantal EU-landen bij de wet verboden. Om die reden kan de ingreep niet worden uitgevoerd door een ziekenhuisarts, en vindt de besnijdenis illegaal plaats meestal in het land van herkomst.

Somalische imams in Denemarken hebben onlangs in de pers en op televisie beweerd dat de ingreep door de Koran is voorgeschreven, en, ongeacht het feit dat er volgens de Deense wetgeving en de verdragen van de VN sprake is van strafbare handelingen, ouders opgeroepen hun meisjes te laten besnijden. Het is een groot probleem dat onwetende imams gezag hebben bij mensen die nog onwetender zijn. Traditionele voorlichting is tot nu toe nutteloos gebleken.

Hoe is de Commissie voornemens ertoe bij te dragen dat meisjes en vrouwen uit culturen die besnijdenis kennen, in de EU een zo groot mogelijke bescherming genieten tegen de schandelijke raadgevingen van geïmmigreerde geestelijken, tegen de druk van deze geestelijken op de ouders, en tegen hun ouders' onwetendheid?

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(23 januari 2003)

Genitale mutilatie van vrouwen, waaronder besnijdenis, is een ernstige schending van de mensenrechten van kinderen en vrouwen. Onder meer het Actieplatform van Peking en de Conventie tegen alle vormen van discriminatie van vrouwen roepen op tot actie tegen deze praktijk.

Voorts zijn in de artikelen 1 (Menselijke waardigheid), 3 (Recht op menselijke integriteit), 4 (Verbod op folteringen en van onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen) en 21 (Non-discriminatie) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bepaalde beginselen terug te vinden die de lidstaten van de Unie gemeenschappelijk hebben en die met dit thema verband houden.

Er dient te worden benadrukt dat deze aangelegenheid, net als elke aangelegenheid die met geweld verband houdt, tot de verantwoordelijkheid van de lidstaten behoort. De huidige verdragen voorzien voor de Unie niet in een rechtsgrond op dat gebied.

Volgens verschillende werken die door het Daphne-programma zijn gefinancierd, verbieden specifieke wetten in acht Europese landen (België, Denemarken, Nederland, Oostenrijk, Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland) alle of bepaalde vormen van deze praktijk. Andere Europese landen beschikken slechts over algemene wetten die het toebrengen van ernstige lichamelijke verwondingen verbieden, maar die niet uitdrukkelijk verwijzen naar genitale mutilatie van vrouwen.

Afgezien van het wetgevend werk, dat buiten het actiegebied van de Unie valt, heeft het Daphne-programma 2000-2003 van de Commissie genitale mutilatie van vrouwen twee achtereenvolgende jaren (in 2001 en in 2002) als prioriteit opgenomen in haar jaarprogramma (en in de oproep tot het indienen van voorstellen). Dat resulteerde in de financiering van tien projecten over dit specifieke onderwerp. Zes van die projecten lopen over twee jaar, wat betekent dat deze acties het thema grondig zullen aanpakken. Deze acties vertegenwoordigen een Gemeenschapsfinanciering van meer dan 1,6 miljoen euro.

Het is bijzonder interessant dat het Daphne-programma kon worden aangewend om dit verschijnsel te bestrijden. Dat betekent namelijk dat organisaties die vanuit de basis werken kunnen samenwerken met elkaar, maar ook met de academische wereld en met de autoriteiten om dit probleem op het terrein aan te pakken, meestal zelfs met de directe betrokkenheid van de slachtoffers.

Vrouwenbesnijdenis zal alleen verdwijnen indien de mensen, ook de vrouwen, ervan overtuigd raken dat ze deze praktijk kunnen opgeven zonder de ermee verbonden aspecten van hun cultuur op te geven. Een veelzijdige strategie is noodzakelijk, alsook maatregelen die op gezondheidswerkers en sociaal werkers gericht zijn. De verspreiding van geschikte informatie die de nadruk legt op de gevaren voor de gezondheid is een ander belangrijk instrument.

Top