EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92002E003066

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3066/02 van Terence Wynn (PSE) aan de Commissie. Motorsportwedstrijden en EU-wetgeving.

PB C 192E van 14.8.2003, p. 94–95 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92002E3066

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3066/02 van Terence Wynn (PSE) aan de Commissie. Motorsportwedstrijden en EU-wetgeving.

Publicatieblad Nr. 192 E van 14/08/2003 blz. 0094 - 0095


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3066/02

van Terence Wynn (PSE) aan de Commissie

(25 oktober 2002)

Betreft: Motorsportwedstrijden en EU-wetgeving

Kan een organisatie zoals de Fédération Internationale de l'Automobile het recht van EU-burgers beknotten om deel te nemen aan motorsportwedstrijden in een ander dan hun eigen land? Vroeger kon de houder van een in een EU-land verstrekte onbeperkte racelicentie deelnemen aan om het even welke wedstrijd in een ander EU-land. Zijn zulke restrictieve maatregelen niet in strijd met de Gemeenschapswetgeving?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(22 november 2002)

Volgens de staande rechtspraak van het Hof van Justitie (zie onder meer het Bosman-arrest van 15 december 1995, zaak C-415/93) valt sportbeoefening onder het Gemeenschapsrecht in zoverre zij een economische activiteit in de zin van artikel 2 van het EG-Verdrag vormt, hetgeen het geval is voor de deelname aan autoraces.

De Commissie kan zich niet uitspreken over de toelaatbaarheid van beperkingen van de deelname aan dit soort races omdat de vraag van het geachte parlementslid onvoldoende nadere gegevens en duidelijke en precieze informatie bevat.

In het algemeen kan de Commissie echter wel aangeven dat, enerzijds, de Gemeenschapsbepalingen inzake het vrije verkeer van personen en diensten zich niet verzetten tegen een sportregeling of -praktijk die wordt gerechtvaardigd door niet-economische overwegingen die verband houden met het specifieke karakter en kader van bepaalde competities, en dat, anderzijds, ook niet onder het publiekrecht vallende verenigingen of lichamen het verbod op discriminatie op grond van nationaliteit en het verbod op ongerechtvaardigde of onevenredige beperkingen van grensoverschrijdende sportactiviteiten, ook als deze zonder onderscheid van toepassing zijn, moeten naleven.

Ten aanzien van de mededingingsregels van de Gemeenschap wijst de Commissie erop dat een sportorganisatie een inbreuk uit hoofde van artikel 82 van het EG-Verdrag kan plegen indien deze over een machtspositie beschikt en haar regelgevingsbevoegdheid gebruikt om zonder objectieve grond economische subjecten die aan objectieve criteria voldoen van de markt uit te sluiten.

Top