Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92002E003398

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3398/02 van Carlos Ripoll y Martínez de Bedoya (PPE-DE) aan de Commissie. Zeeramp voor de Galicische kust — de Prestige.

PB C 155E van 3.7.2003, pp. 149–150 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92002E3398

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3398/02 van Carlos Ripoll y Martínez de Bedoya (PPE-DE) aan de Commissie. Zeeramp voor de Galicische kust — de Prestige.

Publicatieblad Nr. 155 E van 03/07/2003 blz. 0149 - 0150


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3398/02

van Carlos Ripoll y Martínez de Bedoya (PPE-DE) aan de Commissie

(22 november 2002)

Betreft: Zeeramp voor de Galicische kust de Prestige

Vorige woensdag 13 november heeft het tankschip Prestige, dat van Letland onderweg was naar Gibraltar, averij opgelopen, naar het schijnt door een lek als gevolg van het noodweer in de omgeving van kaap Finisterre, dat de stabiliteit in gevaar gebracht heeft. De Spaanse autoriteiten zijn verplicht geweest om alarm te slaan bij de reddingsdiensten en de diensten voor de veiligheid van de scheepvaart, om een catastrofe met onoverzienbare gevolgen voor het milieu en heel het gebied te voorkomen, nog veel groter als de ramp die zich nu al heeft voorgedaan.

Uit de beschikbare informatie blijkt dat de Prestige in 1999 een verplichte inspectie ondergaan heeft in de haven van Rotterdam, dat er toen onregelmatigheden vastgesteld zijn, en dat er sinds die datum geen gegevens over verdere inspecties meer voorhanden zijn, hoewel het schip nog wel havens in de Europese Unie aangedaan heeft.

Meent de Commissie dat er enige autoriteit of instelling veronachtzaming van haar inspectie- en controleplicht op dit soort schepen verweten kan worden?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(16 januari 2003)

Zoals het geachte Parlemenslid schrijft, heeft de schipbreuk voor de Galicische kust van de olietanker Prestige, die onder Bahamaanse vlag vaart, een grote natuurramp veroorzaakt.

Op 13 november 2002 heeft de olietanker Prestige, in volle storm en van Letland onderweg naar Singapore, de nooddiensten opgeroepen als gevolg van een lek in de stuurboordzijde van de romp. De bemanning heeft medegedeeld dat het schip begon te kapseizen nadat ze een hels lawaai gehoord hadden, alsof de tanker een drijvend voorwerp had geraakt. Momenteel is de precieze oorzaak van het ongeval nog steeds niet met zekerheid vast te stellen.

De prestige blijkt in 1999 in Rotterdam voor de laatste keer aan een havenstaatcontrole te zijn onderworpen overeenkomstig de controlerechten van de havenstaat. Deze controle wees enkel kleine tekortkomingen uit, die nog voor het vertrek van het schip werden hersteld.

Na deze datum heeft het schip geen enkele haven binnen de Unie aangedaan, behalve die van Kalamata en Gibraltar tijdens zijn laaste reis naar de Oostzee. Het schip heeft voorts havens in Letland en Rusland aangedaan. Tijdens deze bezoeken werd er echter geen havenstaatcontrole uitgevoerd uit hoofde van richtlijn 95/21/EG betreffende de havenstaatcontrole(1) of het Memorandum van Overeenstemming van Parijs.

De Commissie heeft de bevoegde autoriteiten van de betrokken landen schriftelijk gevraagd waarom de Prestige niet aan een havenstaatcontrole is onderworpen in de havens die onder hun jurisdictie vallen.

In elk geval wijst de Commissie in haar Mededeling van 3 december 2002 de lidstaten op de voorschriften inzake havenstaatcontrole. Zij vraagt de lidstaten om voldoende controleurs in dienst te nemen om het minimum aantal controles van 25 % te verrichten, zoals de Europese voorschriften ter zake. De Commissie verzoekt de lidstaten voorts om vooreen voldoende controleniveau in al hun havens en ankerplaatsen te zorgen, teneinde het ontstaan van gedooghavens te vermijden. De Commissie zal daartoe strekkende maatreglen voorstellen.

De Commissie zal bijzonder waakzaam blijven wat havenstaatcontroles betreft. In verband hiermee zijn bij het Hof van Justitie twee procedures ingeleid tegen Frankrijk en Ierland, omdat zij niet aan het voorschrift van minimaal 25 % HSC's hebben voldaan en dus hun communautaire verplichtingen niet zijn nagekomen.

(1) Richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole), PB L 157 van 7.7.1995.

Top