92002E2928

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2928/02

van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie

(10 oktober 2002)

Betreft: Tijdelijke steunmaatregelen Nederlandse scheepsbouw

Bij Centraalstaal in Groningen verdwijnen tussen de zestig en tachtig banen. Het demonstreert ten volle de ellende waarin de noordelijke scheepsbouw verkeert. Sinds begin dit jaar verdwenen er in deze sector, waar zevenduizend mensen werkzaam zijn, zeker al vierhonderd banen. De jongste sanering heeft plaats bij Centraalstaal, waar geprefabriceerde staal- en aluminiumplaten voor schepen worden vervaardigd, meldt het Dagblad van het Noorden op 5 oktober jl.

De Nederlandse minister van Economische Zaken, de heer Heinsbroek, weigert tot nu toe tijdelijke steunmaatregelen te nemen, terwijl de betrokken bedrijfstak zwaar te lijden heeft en Europese en nationale bescherming hard nodig is. Zou de Commissie dringend de Nederlandse minister willen melden dat binnen de EU eerder dit jaar de afspraak is gemaakt met de volle steun van het Europees Parlement dat lidstaten tijdelijke steunmaatregelen mogen nemen tegen oneerlijke, o.a. Koreaanse concurrentie?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(15 november 2002)

Verordening (EG) nr. 1177/2002 van de Raad van 27 juni 2002 betreffende een tijdelijk defensief mechanisme voor de scheepsbouw(1) (het TDM) maakt deel uit van de tweesporenstrategie van de Commissie tegen oneerlijke Koreaanse praktijken in de scheepsbouwsector.

Volgens artikel 2 van het TDM kan steun uitsluitend worden toegestaan voor definitieve contracten die worden ondertekend nadat in het Publicatieblad werd bekendgemaakt dat de procedure ter beslechting van geschillen tegen Korea werd ingeleid.

De mededeling waarin de Commissie bekendmaakt dat zij de WTO-actie tegen Korea heeft ingeleid werd gepubliceerd in het Publicatieblad van 24 oktober 2002(2). Bijgevolg mag steun nu worden toegestaan overeenkomstig de bepalingen van het TDM.

De Nederlandse regering heeft deelgenomen aan de onderhandelingen over het TDM en weet wat het inhoudt. De Commissie wenst te benadrukken dat de vraag of steun al dan niet moet worden toegekend op grond van het TDM, een kwestie is voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Het is niet aan de Commissie om lidstaten aan te zetten steun toe te kennen, maar om te garanderen dat iedere vorm van steunverlening in overeenstemming is met de bepalingen van het TDM.

(1) PB L 172 van 2.7.2002.

(2) PB C 257 van 24.10.2002.