This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2000/335/09
Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 14 September 2000 in Case C-384/98 (reference for a preliminary ruling from the Landesgericht St Pölten): D. v W. (Sixth VAT Directive — Exemption for medical care provided in the exercise of the medical and paramedical professions — Supply by a doctor approved as a court expert of an opinion in a paternity dispute)
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 14 september 2000 in zaak C-384/98 (verzoek van het Landesgericht St. Pölten om een prejudiciële beslissing): D. tegen W. (Zesde BTW-richtlijn — Vrijstelling voor gezondheidskundige verzorging van de mens in het kader van de uitoefening van medische en paramedische beroepen — Uitbrengen van advies in verband met vaderschapsactie door een als gerechtelijk deskundige erkende arts)
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 14 september 2000 in zaak C-384/98 (verzoek van het Landesgericht St. Pölten om een prejudiciële beslissing): D. tegen W. (Zesde BTW-richtlijn — Vrijstelling voor gezondheidskundige verzorging van de mens in het kader van de uitoefening van medische en paramedische beroepen — Uitbrengen van advies in verband met vaderschapsactie door een als gerechtelijk deskundige erkende arts)
PB C 335 van 25.11.2000, p. 5–5
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)