91999E0743

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0743/99

van Yves Verwaerde (PPE) aan de Commissie

(9 maart 1999)

Betreft: Gesubsidieerde NGO's in het kader van het buitenlands beleid van de EU

Kan de Commissie meedelen welke criteria zijn vastgesteld om de NGO's te selecteren die in aanmerking komen voor communautaire subsidies, teneinde deel te nemen aan waarnemings- of opleidingsmissies met betrekking tot verkiezingen in het kader van het buitenlands beleid dat de EU voert met het oog op de bevordering van de ontwikkeling van het democratiseringsproces?

Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie

(8 april 1999)

Bij de verlening van subsidies van de Gemeenschap ten behoeve van niet-gouvernementele organisaties (NGO's) die deelnemen aan het waarnemen bij verkiezingen of aan vorming en opleiding met betrekking tot verkiezingen, hanteert de Commissie als criteria de ervaring en de professionaliteit van de betrokken organisatie, alsook de kwaliteit van de voorgestelde activiteiten.

Een andere belangrijke maatstaf bij de keuze van de bij het waarnemen van verkiezingen betrokken NGO's, is de onpartijdigheid ervan in het verkiezingsproces. Dit is bijzonder belangrijk wanneer de steunverlening bij verkiezingen in derde landen plaatsvindt in de vorm van steun- en opleidingsmaatregelen voor de plaatselijke NGO's, met de bedoeling om de eigen capaciteit daartoe van het land waar de verkiezingen plaatsvinden, tot ontwikkeling te brengen. De subsidie van de Gemeenschap bevordert in sommige gevallen een partnerschap tussen een Europese NGO en een plaatselijke NGO.

In het bijzonder wanneer het de waarneming van de media in het verkiezingsproces betreft, kiest de Commissie NGO's die over voldoende professionaliteit, ervaren personeel, kennis van de werktalen en een doeltreffende werkwijze beschikken. Wat de opleiding voor het waarnemen bij verkiezingen betreft, steunt de Commissie de actie van de universitaire instellingen in de Unie die een terzake erkende wetenschappelijke activiteit hebben ontwikkeld.