Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91999E000275

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 275/99 van Riccardo NENCINI Situatie van moeders met kinderen in Italiaanse gevangenissen

    PB C 341 van 29.11.1999, p. 80 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91999E0275

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 275/99 van Riccardo NENCINI Situatie van moeders met kinderen in Italiaanse gevangenissen

    Publicatieblad Nr. C 341 van 29/11/1999 blz. 0080


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0275/99

    van Riccardo Nencini (PSE) aan de Commissie

    (17 februari 1999)

    Betreft: Situatie van moeders met kinderen in Italiaanse gevangenissen

    Momenteel bevinden zich in de Italiaanse gevangenissen 52 kinderen jonger dan 3 jaar, waarvan de moeders straffen van uiteenlopende duur uitzitten.

    Het gevangenisleven zal ernstige negatieve gevolgen hebben voor hun opvoeding en onderwijs.

    Hun aantal kan geen belemmering vormen om alternatieve manieren te vinden waarop deze vrouwen hun straf kunnen uitzitten.

    Deze vorm van opsluiting, waarbij zeer jonge kinderen zijn betrokken, staat overigens volkomen haaks op de richtsnoeren die het EP heeft aangenomen voor de naleving van de mensenrechten en de burgerrechten.

    Is de Commissie voornemens dringend op te treden opdat de Italiaanse regering deze vrouwelijke gedetineerden de mogelijkheid biedt om voor hun kinderen te zorgen en ze op te voeden in een ander dan gevangenisregime, zulks in naam van de meest elementaire beginselen die ten grondslag liggen aan de Europese richtsnoeren inzake vrijheden en de eerbied voor de mensenrechten en de burgerrechten?

    Antwoord van mevrouw Gradin namens de Commissie

    (31 maart 1999)

    De Commissie onderstreept dat de mensenrechten moeten worden nageleefd. Zij is met name van mening dat de levensomstandigheden in de gevangenissen in de Gemeenschap moeten worden verbeterd overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de algemene normen op het gebied van de behandeling van gevangenen die in 1973 door de Raad van Europa werden goedgekeurd.

    De levensomstandigheden in de gevangenissen in de lidstaten vallen echter onder de bevoegdheid van de nationale autoriteiten. In deze situatie zou in zekere mate verandering kunnen komen door de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam. Het nieuwe artikel 31 van het Verdrag betreffende de Europese Unie voorziet, wanneer zulks nodig is, in een harmonisatie van niet alleen de voorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten, maar ook met betrekking tot straffen alsmede in samenwerking op het gebied van de procedures en met name op het gebied van de tenuitvoerlegging van beslissingen. Dergelijke maatregelen vormen een onderdeel van de instrumenten voor de totstandkoming van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid en moeten erop gericht zijn een hoog veiligheidsniveau te garanderen door middel van preventie en bestrijding van de criminaliteit.

    Top