91998E3917

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3917/98

van Graham Mather (PPE) aan de Commissie

(4 januari 1999)

Betreft: Zitting Raad Ecofin van 1 december 1998

De Werkgroep Gedragscode verzocht de Commissie op deze zitting om een zo spoedig mogelijke afronding van twee studies: een vergelijkende studie van de administratieve praktijken en een studie van de belastingregeling voor de activiteiten van holdingmaatschappijen en voor die van geconsolideerde ondernemingen in de lidstaten.

Kan de Commissie een antwoord geven op de volgende vragen:

1. Door wie zullen deze studies worden verricht?

2. Indien hiervoor een extern adviseur wordt aangetrokken, wat is dan zijn/haar honorarium?

3. Hoe luidt de precieze taakomschrijving?

4. Wanneer zullen deze studies klaar moeten zijn?

5. Is de Commissie voornemens om deze studies, zodra zij gereed zijn, ter beschikking te stellen van de leden van het Europees Parlement?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(10 maart 1999)

De Commissie is verzocht opdracht te geven voor een studie naar administratieve methoden, die moet worden uitgevoerd door een externe adviseur die met deze kwestie ervaring heeft in alle vijftien lidstaten. Die studie dient tevens een vergelijking tussen de lidstaten van de interne activiteiten van concerns in te houden. Een vergelijkend onderzoek naar de fiscale behandeling van houdstermaatschappijen zal door de Commissie worden uitgevoerd op basis van openbare gegevens en gegevens die de lidstaten zal worden verzocht te verstrekken.

Op 8 december 1998 startte de Commissie een aanbestedingsprocedure voor de studie naar administratieve methoden. Die procedure is nog niet afgerond. Wanneer de opdracht voor de studie is gegund, zal de Commissie in het Publicatieblad gegevens publiceren over de adviseur met wie het contract is gesloten.

In het kader van de studie naar administratieve methoden wordt aan de hand van praktische ervaring met deze vraagstukken onderzoek gedaan naar en een beschrijving gegeven van de mate van administratieve beoordelingsvrijheid bij de fiscale behandeling van ondernemingen in de vijftien lidstaten, alsmede van de praktische procedures voor het vaststellen van de interne verrekenprijzen bij gecontroleerde transacties met betrekking tot dienstactiviteiten binnen concerns en financiële diensten. Voor de vergelijking tussen de lidstaten van de fiscale behandeling van houdstermaatschappijen, die door de Commissie zal worden uitgevoerd, is geen nadere taakomschrijving vastgesteld.

Het doel van de studie is de Groep Gedragscode te informeren ten behoeve van de evaluatie van fiscale maatregelen. Wanneer de studie is afgerond, worden de resultaten aan de groep overhandigd. De resultaten worden te zijner tijd ter beschikking van het Parlement gesteld.