Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E003570

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3570/98 van W.G. van VELZEN Aanpak millenniumprobleem - Nucleaire industrie

    PB C 341 van 29.11.1999, p. 8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91998E3570

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3570/98 van W.G. van VELZEN Aanpak millenniumprobleem - Nucleaire industrie

    Publicatieblad Nr. C 341 van 29/11/1999 blz. 0008


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3570/98

    van W.G. van Velzen (PPE) aan de Commissie

    (1 december 1998)

    Betreft: Aanpak millenniumprobleem - Nucleaire industrie

    Het millenniumprobleem krijgt Europa geleidelijk in de greep. Prioriteit bij de aanpak van het probleem moet uitgaan naar de vitale sectoren, waaronder de energiesector. Onduidelijkheid bestaat over de mogelijke gevolgen van het millenniumprobleem voor nucleaire installaties, zowel binnen de Europese Unie als daarbuiten. Om redenen van veiligheid en volksgezondheid is het voor Europa van groot belang goed inzicht te hebben in de aanpak van dit probleem door de nucleaire industrie in Europa, maar eveneens in landen in Midden- en Oost-Europa.

    1. Heeft de Commissie een inventarisatie gemaakt van de wijze waarop in de EU-lidstaten het millenniumprobleem door kerncentrales/regulators wordt aangepakt?

    2. Kan de Commissie een overzicht geven van het aantal kerncentrales en de locaties daarvan in Midden- en Oost-Europa, met name in de Oekraïne en Rusland die technische bijstand verkrijgen middels EU-hulpprogramma's (uitgedrukt in het totaal aantal kerncentrales in die landen)?

    3. Kan de Commissie aangeven in welke mate er sprake is van samenwerking bij de aanpak van het millenniumprobleem tussen de regulators in Midden- en Oost-Europa en die in de Europese Unie, en zijn in dit kader afspraken overeengekomen, en zo ja welke?

    4. Welke stappen heeft de Commissie ondernomen, of zal de Commissie ondernemen, om de bewustwording van het millenniumprobleem bij regulators in Midden- en Oost-Europa te versterken, en is de Commissie bereid hier extra financiële middelen voor uit te trekken?

    5. Heeft de Commissie via het TACIS-programma ook geld uitgetrokken voor de bewustwording en/of de aanpak van het millenniumprobleem bij militaire nucleaire installaties in Rusland en de overige voormalige Sovjetrepublieken?

    6. Kan de Commissie bevestigen dat de kerncentrales in de Oekraïne een overzicht moeten indienen bij de regulator van hun aanpak van het millenniumprobleem? Kan de Commissie aangeven of de kerncentrales in Rusland ook een dergelijk overzicht hebben moeten verstrekken, en zo ja wat zijn hiervan de resultaten?

    Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie

    (20 januari 1999)

    De Commissie is zich wel bewust van de omvang van het millenniumprobleem, zoals blijkt uit een recente door haar gedane mededeling(1). Voorts diende zij in december een mededeling in bij de Raad over de wijze waarop de Gemeenschap het probleem rond het jaar 2000 denkt op te lossen(2). Hierin wordt speciale aandacht besteed aan de energiesector, en met name aan de situatie met betrekking tot de kerncentrales in Midden- en Oost-Europa en de nieuwe onafhankelijke staten. In het algemeen doet de Commissie haar uiterste best om de bevolking bewust te maken van de problematiek, waartoe zij reeds beschikbare informatie opnieuw vermenigvuldigt en de discussie tussen groepen deskundigen probeert te stimuleren. Naast de genoemde mededelingen is er een website op het Internet waar informatie over de millenniumbug te vinden is.

    In antwoord op de specifieke punten welke door het geachte parlementslid ter sprake worden gebrachtzou de Commissie het volgende willen opmerken:

    1. De veiligheid van de nucleaire installaties behoort voornamelijk tot de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Uit inlichtingen welke op informele wijze via groepen deskundigen werden ingewonnen blijkt dat de lidstaten programma's hebben uitgevoerd om deze problematiek aan te vatten. Hoewel alle programma's in detail verschillend zijn kan gezegd worden dat in alle gevallen de vergunninghouder de systemen dient aan te wijzen die zouden kunnen worden getroffen, deze dient te rangschikken volgens hun belangrijkheid qua nucleaire veiligheid, de programma's elk om de beurt dient te testen en die welke niet voldoen dient te wijzigen of te vervangen. De regelgevende autoriteiten zien toe op de inhoud van deze programma's en houden ook toezicht op de uitvoering daarvan. In sommige lidstaten wordt nu ook aandacht besteed aan onderwerpen als de noodzaak om meer personeelsleden in te zetten en onderhoudsactiviteiten tijdens de kritieke data op te schorten.

    2. Bijzonderheden over de bijstand welke verleend wordt ten behoeve van kerncentrale's in Midden- en Oost-Europa en de nieuwe onafhankelijke staten zijn te vinden in een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement(3). Wat de aanpak van het millenniumprobleem betreft is de IAEA de toonaangevende internationale organisatie.

    3. De Commissie houdt zich om die reden alleen bezig met het bevorderen van een dialoog tussen de regelgevende instanties om deze zodoende bewust te maken van het probleem en druk uit te laten oefenen door collega's in de andere landen om tot actie over te gaan.

    4. Op de in juni 1998 gehouden vergadering van de overleggroep onder auspiciën van de Commissie waarvan oudere nucleaire regulators van 25 landen uit de Gemeenschap, Midden- en Oost-Europa en de nieuwe onafhankelijke staten deel uitmaken, werd deze problematiek besproken. Het onderwerp zal opnieuw ter sprake komen op de vergadering van deze groep in januari 1999. Door dit soort discussies wordt het bewustmakingsproces bevorderd en kan er vanuit de hoek van collega's druk worden uitgeoefend om de best mogelijke regelgevingspraktijken toe te passen. De regulators uit de Gemeenschap staan voortdurend in contact met hun collega's in de landen van Midden- en Oost-Europa en de nieuwe onafhankelijke staten en bevinden zich dus in een goede situatie om deze bewust te maken van de problematiek. Tot op heden is nog niet gebleken dat hiervoor speciale financieringsbehoeften bestaan.

    5. Uit hoofde van het TACIS-programma wordt er op het gebied van de nucleaire veiligheid bijstand verleend aan civiele kerncentrales, doch niet aan militaire installaties, en de Commissie heeft derhalve nog geen activiteiten op dit gebied ondernomen.

    6. Nucleaire veiligheid behoort tot de nationale verantwoordelijkheden en elk land afzonderlijk dient te beslissen welke acties geschikt zijn. De nationale regelgevende autoriteiten op het gebied van de kernenergie spelen een sleutelrol bij de bepaling van de omvang van deze acties en om die reden hecht de Commissie grote waarde aan de onder punt 4 hierboven omschreven activiteiten.

    (1) COM(98) 102.

    (2) COM(98) 593.

    (3) COM(98) 134.

    Top