EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51998IP0366

Resolutie over de mededeling van de Commissie over "Mondialisering en de informatiemaatschappij: De behoefte aan een versterking van de internationale coördinatie" (COM(98)0050 C4-0153/98)

PB C 104 van 14.4.1999, p. 128 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

51998IP0366

Resolutie over de mededeling van de Commissie over "Mondialisering en de informatiemaatschappij: De behoefte aan een versterking van de internationale coördinatie" (COM(98)0050 C4-0153/98)

Publicatieblad Nr. C 104 van 14/04/1999 blz. 0128


A4-0366/98

Resolutie over de mededeling van de Commissie over "Mondialisering en de informatiemaatschappij: De behoefte aan een versterking van de internationale coördinatie" (COM(98)0050 C4-0153/98)

Het Europees Parlement,

- gezien de mededeling van de Commissie (COM(98)0050 - C4-0153/98) en het hierin vervatte initiatief voor een Internet-Handvest,

- gezien de mededeling aan de Raad getiteld "Internationale beleidskwesties in verband met het beheer van het Internet" (COM(98)0111),

- gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de "Regeling voor Internet en beheer van Internetnamen en -adressen - Analyse en evaluatie door de EG-Commissie van het witboek van het Ministerie van Handel van de VS" (COM(98)0476),

- gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid en de adviezen van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs en media, de Commissie juridische zaken en rechten van de burger en de Commissie externe economische betrekkingen (A4-0366/98),

A. overwegende dat het aantal gebruikers van het Internet en van de technieken en toepassingen van de elektronische handel enorm is toegenomen,

B. overwegende dat de belemmeringen voor een harmonische ontwikkeling van de elektronische handel eerder van juridische dan van technologische aard zijn; dat deze belemmeringen vooral een internationaal karakter hebben gezien de mondiale kenmerken van de informatiemaatschappij; dat de Europese ondernemingen en financiële organisaties een zo solide en breed mogelijk rechtskader nodig hebben om hun aanwezigheid en concurrentievermogen op internationaal niveau te verbeteren,

C. overwegende dat er momenteel op het gebied van de regelgeving met betrekking tot het Internet en de elektronische handel vele initiatieven worden ontplooid in de Europese Unie, de Verenigde Staten en andere delen van de wereld, waardoor er uiteenlopende en met elkaar tegenstrijdige wettelijke regelingen dreigen te ontstaan, hetgeen ten koste gaat van de consumenten, de bedrijven en de ontwikkeling van de informatiemaatschappij,

D. overwegende dat de Amerikaanse regering in februari 1998 een ontwerpplan heeft gepubliceerd voor de toekomstige organisatie van het Internet - een "groenboek" over het internet-beheer - waarin suggesties worden gedaan voor diverse fundamentele besluiten met betrekking tot de wijze waarop het Internet in de toekomst zou moeten worden beheerd en waarin specifieke voorstellen zijn vervat voor het toewijzen en registreren van Internet-namen,

E. overwegende dat de technologieën op het gebied van de communicatie en de on-line-interactie nog steeds snel veranderen en dat dus de voorkeur moet worden gegeven aan een spoedige, maar tegelijk ook "lichte" en flexibele regelgeving, om te voorkomen dat de ontwikkeling van de nieuwe technologieën in de kiem wordt gesmoord,

F. overwegende dat de Gemeenschap zeer veel doet op het gebied van de harmonisatie en de liberalisering van de telecommunicatie en dat deze activiteiten in een hoog tempo moeten worden voortgezet; een positief oordeel uitsprekend over het Groenboek van de Commissie inzake de convergentie van de sectoren telecommunicatie, media en informatietechnologie, alsmede over de initiatieven betreffende de elektronische markt, met inbegrip van het voorstel inzake diensten met voorwaardelijke toegang, het voorstel voor een richtlijn betreffende bepaalde aspecten van het auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij, en het voorstel voor een richtlijn betreffende digitale handtekeningen en het beheer van Internetnamen,

1. steunt krachtig het voorstel van de Commissie voor een internationaal initiatief op het gebied van Internet en de elektronische handel;

2. onderschrijft de beginselen die zijn vastgelegd in de slotverklaring van de ministerconferentie van Bonn (6-8 juli 1997) en vindt dat het optreden van de regeringen hierop gebaseerd moet worden;

3. erkent dat het belangrijk is dat het bedrijfsleven en de consumentenorganisaties betrokken worden bij het zoeken naar een oplossing voor de juridische problemen, maar onderstreept dat de overheidsinstanties, en met name de wetgevingsorganen, verantwoordelijk zijn voor de democratische legitimiteit en de bescherming van het algemeen belang;

4. doet de volgende aanbevelingen aan de Commissie:

a) het Internet-initiatief zou de vorm kunnen krijgen van een "Internet-handvest", dat een reeks internationaal overeengekomen juridisch niet-bindende doelstellingen en beginselen omvat ter bevordering van een vereenvoudigde regelgeving voor het Internet en waarin onder meer rekening wordt gehouden met overwegingen ten aanzien van beveiliging, veiligheid en betrouwbaarheid, privacy, jurisdictie, aansprakelijkheid, belastingheffing, auteursrechten en gegevensbescherming, en dat voorts gericht is op een zo groot mogelijke grensoverschrijdende interoperabiliteit;

b) het Internet-initiatief zou vooral gericht moeten zijn op:

i) het streven naar een betere benutting door de Europese bedrijven en financiële instellingen van de kansen die de elektronische handels- en bankactiviteiten op de wereldmarkt bieden;

ii) de behartiging van de belangen van de consumenten;

iii) het voorkomen van een binnen en buiten de interne EU-markt ontstaande premature en onderling uiteenlopende regelgeving, die de ontwikkeling van de elektronische handel belemmert of de veiligheid van elektronische bank- en handelsactiviteiten in gevaar brengt;

c) het "Internet-handvest" zou een niet-bindend multilateraal akkoord moeten zijn, dat openstaat voor verdere ontwikkelingen, daar de vooruitgang van de technologie waarschijnlijk nog meer veranderingen in de mogelijkheden en het gebruik van het Internet teweeg zal brengen;

d) in dit Handvest dient de vrijheid van het gebruik van Internet te worden erkend en dient het open karakter van het Internet zoveel mogelijk te worden gewaarborgd;

e) het Handvest mag de mededingingswetgeving niet wijzigen of ontwrichten;

f) het Handvest mag de Europese beginselen van "algemeen belang", die algemeen als "communautair acquis" worden aanvaard, niet ondermijnen, hetgeen impliceert dat het gebruik van nieuwe technologieën niet alleen moet worden gericht op sectoren die solide markten kunnen genereren, zoals de elektronische handel op Internet, maar ook op netwerken van algemeen nut in de sectoren onderwijs, beroepsopleiding of gezondheid;

g) de Commissie dient te streven naar internationale consensus door nauw samen te werken met de VS-partners op politiek niveau en in de bedrijfswereld, doch niet uitsluitend met de VS;

h) bij de opstelling van het Handvest dient een "marktgestuurde" benadering te worden gevolgd, opdat de industrie ten volle kan bijdragen tot het vaststellen en opheffen van de belemmeringen voor de elektronische handel;

i) na de werkzaamheden van de eerste algemene vergadering die door de Commissie op 29 juni 1998 werd georganiseerd, moet de opstelling van het Handvest op twee niveaus worden georganiseerd en uitgevoerd: de dialoog tussen de leidende bedrijven in de sector dient de kennis en de verbintenissen op te leveren voor het opheffen van alle technische barrières voor de elektronische handel; onder het leiderschap en met de ondersteuning van de politieke instellingen zullen de doelstellingen voor het "Internet-handvest" worden geformuleerd en zal worden gezorgd voor de democratische legitimiteit ervan;

j) de Commissie zal - waar mogelijk - de bevoegdheden voor bepaalde kwesties veeleer van geval tot geval toewijzen aan internationale organen, zoals de WTO en de WIPO, dan nieuwe internationale autoriteiten buiten deze organen oprichten; erkend wordt echter dat voor bepaalde gebieden die verband houden met de elektronische handel in de toekomst specifieke overeenkomsten vereist zijn, vanwege hun technische kenmerken en innovatieve aard;

k) een bijzonder delicaat probleem is grensoverschrijdend telewerken waarvoor in het kader van een bevoegd internationaal forum passende wetgeving moet worden ontwikkeld ten einde mogelijke conflicten te kunnen regelen en vast te stellen welke arbeidswetgeving van toepassing is;

l) de Commissie zal op de voorstellen van de Amerikaanse regering betreffende het Internet-beheer reageren op basis van de door de Internationale ad hoc-commissie van de Internet Society ondersteunde beginselen voor internationale coördinatie en bijdragen tot de reorganisatie van de architectuur voor Internet-domeinnamen en de internationale organen voor registratie en regeling van geschillen, met als doel zorg te dragen voor open en eerlijke toegang tot het Internet, met de garantie dat de persoonlijke levenssfeer wordt beschermd, alsook om een nadelige "rechtsbevoegdheid" van de Verenigde Staten over het Internet als geheel te vermijden;

m) het opstellen van het Handvest mag het door de Commissie gestarte proces van herziening en liberalisering van de telecommunicatiesector niet vertragen of in de weg staan;

n) het Handvest moet spoed zetten - maar geen vervanging vormen - achter specifieke regelgeving op kritische gebieden als intellectuele eigendomsrechten, elektronische handtekeningen, encryptie, belastingheffing, aansprakelijkheid, de bestrijding van criminaliteit op het Internet en naambeheer op Internet;

o) de Commissie dient het Europees Parlement te betrekken bij de werkzaamheden in verband met het Handvest en dient het Parlement te informeren over de voortgang van de "Global Business Dialogue"; de leden van het Europees Parlement moeten worden aangespoord deel te nemen aan het internationale forumdebat in het kader van de externe interparlementaire delegaties;

5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en de Raad.

Top