EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51999IP0055

Resolutie over Colombia

PB C 104 van 14.4.1999, p. 114 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

51999IP0055

Resolutie over Colombia

Publicatieblad Nr. C 104 van 14/04/1999 blz. 0114


B4-0055, 0063, 0074, 0085 en 0102/99

Resolutie over Colombia

Het Europees Parlement,

- onder verwijzing naar zijn talrijke resoluties over de mensenrechtensituatie in Colombia,

A. gezien de inzet van de Colombiaanse burgers voor de vrede,

B. verheugd dat de nieuwe president Pastrana zich op 7 januari 1999 in San Vicente del Caguán bereid heeft getoond een politieke dialoog op gang te brengen tussen de nieuwe regering van Colombia en de revolutionaire strijdkrachten van Colombia (FARC),

C. gezien de zeer ernstig situatie in Colombia wat betreft de naleving van de mensenrechten,

D. overwegende dat paramilitaire groeperingen doorgaan met het vermoorden van boeren en dat de afgelopen dagen al meer dan 100 personen zijn vermoord,

1. spreekt tegenover president Pastrana zijn voldoening uit over diens duidelijke en vastberaden streven een dialoog op gang te brengen met het oog op de vrede;

2. is verheugd over het aangaan van de dialoog en betuigt zijn krachtige steun aan het vredesproces;

3. moedigt de Colombiaanse autoriteiten en de FARC aan zich te blijven inzetten voor de dialoog en een democratische en vreedzame oplossing voor de instabiliteit in Colombia;

4. dringt aan op de naleving van de mensenrechten als eerste en onontbeerlijke voorwaarde voor het scheppen van een rechtskader dat alle Colombiaanse burgers beschermt en dat het vertrouwen mogelijk maakt dat noodzakelijk is voor het welslagen van de onderhandelingen tussen de betrokken partijen;

5. verzoekt nogmaals om waarborging van de veiligheid en integriteit van alle personen en organisaties die zich bezig houden met de bescherming van de mensenrechten;

6. gedenkt alle slachtoffers van het geweld en dringt aan op vrijlating van de burgers die gevangen worden gehouden;

7. dringt er bij de Colombiaanse regering op aan haar inspanningen voort te zetten en te intensiveren teneinde paramilitaire groeperingen die hun acties voortzetten te ontbinden, overeenkomstig het verzoek van 11 januari 1999 van het bureau in Colombia van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten;

8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Colombiaanse regering en de Commissie Mensenrechten van de Verenigde Naties.

Top