Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51998AC0106

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad inzake de erkenning van het onderscheidingsteken van de lid-staat van inschrijving van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan in het verkeer binnen de Gemeenschap"

    PB C 95 van 30.3.1998, p. 32 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51998AC0106

    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad inzake de erkenning van het onderscheidingsteken van de lid-staat van inschrijving van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan in het verkeer binnen de Gemeenschap"

    Publicatieblad Nr. C 095 van 30/03/1998 blz. 0032


    Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad inzake de erkenning van het onderscheidingsteken van de lid-staat van inschrijving van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan in het verkeer binnen de Gemeenschap"

    (98/C 95/08)

    De Raad heeft op 5 augustus 1997 besloten, overeenkomstig artikel 75 van het EG-Verdrag het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het voornoemde voorstel.

    De Afdeling voor vervoer en communicatie, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 16 december 1997 goedgekeurd. Rapporteur was de heer García Alonso.

    Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 351e Zitting (vergadering van 28 januari 1998) het volgende advies uitgebracht, dat met 111 stemmen vóór, 1 tegen, bij 3 onthoudingen is goedgekeurd.

    1. Inleiding

    1.1. Het vrij verkeer van personen en het vrij verkeer van goederen zijn twee in de Verdragen verankerde grondrechten binnen de Europese Unie.

    2. Het voorstel van de Commissie

    2.1. Het Gemeenschapsrecht bevat een aantal voorschriften die het vrije verkeer van motorvoertuigen op het grondgebied van de Gemeenschap mogelijk maken.

    2.2. In sommige lid-staten zijn echter ook nog andere voorschriften van kracht, die voortvloeien uit het Verdrag van Wenen inzake het wegverkeer ().

    2.3. De bedoeling van het voorstel is dat lid-staten die op grond van artikel 37 van het Verdrag van Wenen verlangen dat in andere lid-staten ingeschreven motorvoertuigen die op hun grondgebied rijden van een onderscheidingsteken voorzien zijn, ook geharmoniseerde onderscheidingstekens erkennen die overeenkomstig de voorschriften van de bijlage van deze verordening zijn aangebracht.

    3. Conclusie

    3.1. Het Comité stemt onvoorwaardelijk met het Commissievoorstel in, omdat dit tot de vergemakkelijking van het wegverkeer en het vrije personenverkeer binnen de Gemeenschap en bijgevolg tot de verwezenlijking van de interne markt bijdraagt.

    Brussel, 28 januari 1998.

    De voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité

    T. JENKINS

    () Verdrag inzake het wegverkeer, ondertekend te Wenen op 8 november 1968, met amendementen die op 3 september 1993 in werking zijn getreden; Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties.

    Top