Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 62002CJ0148
Judgment of the Court of 2 October 2003.#Carlos Garcia Avello v Belgian State.#Reference for a preliminary ruling: Conseil d'État - Belgium.#Citizenship of the European Union - Handing down of surnames - Children of nationals of Member States - Dual nationality.#Case C-148/02.
Arrest van het Hof van 2 oktober 2003.
Carlos Garcia Avello tegen Belgische Staat.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Conseil d'État - België.
Burgerschap van de Unie - Overdracht van familienaam - Kinderen van onderdanen van lidstaten - Dubbele nationaliteit.
Zaak C-148/02.
Arrest van het Hof van 2 oktober 2003.
Carlos Garcia Avello tegen Belgische Staat.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Conseil d'État - België.
Burgerschap van de Unie - Overdracht van familienaam - Kinderen van onderdanen van lidstaten - Dubbele nationaliteit.
Zaak C-148/02.
Jurisprudentie 2003 I-11613
ECLI-code: ECLI:EU:C:2003:539
«Burgerschap van Unie – Overdracht van familienaam – Kinderen van onderdanen van lidstaten – Dubbele nationaliteit»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Art. 12 EG, 17 EG en 18 EG)
(Art. 12 EG en 17 EG)
ARREST VAN HET HOF (voltallige zitting)
2 oktober 2003 (1)
„Burgerschap van de Unie – Overdracht van familienaam – Kinderen van onderdanen van lidstaten – Dubbele nationaliteit”
In zaak C-148/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Raad van State (België), in het aldaar aanhangige geding tussen Carlos Garcia Avelloen
Belgische Staat , om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 17 EG en 18 EG,wijstHET HOF VAN JUSTITIE (voltallige zitting),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van C. Garcia Avello, vertegenwoordigd door P. Kileste; de Belgische Staat, vertegenwoordigd door C. Molitor, avocat; de Deense regering, vertegenwoordigd door J. Molde als gemachtigde; de Nederlandse regering, vertegenwoordigd door N. A. J. Bel als gemachtigde, en de Commissie, vertegenwoordigd door J. L. Iglesias Buhigues, C. O'Reilly en D. Martin, ter terechtzitting van 11 maart 2003,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 22 mei 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (voltallige zitting),
uitspraak doende op de door de Raad van State bij arrest van 21 december 2001 gestelde vraag, verklaart voor recht:|
Rodríguez Iglesias |
Wathelet |
Schintgen |
|
Timmermans |
Edward |
La Pergola |
|
Jann |
Skouris |
Macken |
|
Colneric |
von Bahr |
Cunha Rodrigues |
|
Rosas |
|
De griffier |
De president |
|
R. Grass |
G. C. Rodríguez Iglesias |