This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005R1777
Council Regulation (EC) No 1777/2005 of 17 October 2005 laying down implementing measures for Directive 77/388/EEC on the common system of value added tax
Verordening (EG) nr. 1777/2005 van de Raad van 17 oktober 2005 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Verordening (EG) nr. 1777/2005 van de Raad van 17 oktober 2005 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
PB L 288 van 29.10.2005, p. 1–9
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO)
PB L 173M van 27.6.2006, p. 93–101
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2011; opgeheven door 32011R0282
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repealed by | 32011R0282 |
29.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 288/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1777/2005 VAN DE RAAD
van 17 oktober 2005
houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1) (hierna „Richtlijn 77/388/EEG” genoemd), en met name op artikel 29 bis,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 77/388/EEG behelst voorschriften voor de btw die in bepaalde gevallen ruimte laten voor interpretatie door de lidstaten. De vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG zou moeten leiden tot een toepassing van het btw-stelsel die meer overeenstemt met het doel van de interne markt in de gevallen waarin bij de toepassing verschillen optreden of zouden kunnen optreden die onverenigbaar zijn met de goede werking van de interne markt. Deze uitvoeringsmaatregelen zijn slechts wettelijk bindend vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening en doen geen afbreuk aan de geldigheid van de voordien door de lidstaten vastgestelde wetgeving, noch van de interpretatie die door deze lidstaten voor die datum is gehanteerd. |
(2) |
Voor het verwezenlijken van de basisdoelstelling, namelijk een grotere eenvormigheid bij de toepassing van het bestaande btw-stelsel, is het noodzakelijk en dienstig maatregelen vast te stellen ter uitvoering van Richtlijn 77/388/EEG, met name betreffende de belastingplichtigen, de levering van goederen en diensten, en de plaats van de levering van goederen en diensten. Overeenkomstig het in artikel 5, derde alinea, van het Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. De eenvormigheid van de toepassing wordt het best gegarandeerd door een verordening, die bindend en rechtstreeks toepasselijk is in alle lidstaten. |
(3) |
De uitvoeringsbepalingen omvatten specifieke voorschriften die een antwoord geven op bepaalde toepassingsvragen, en zij moeten, uitsluitend in die specifieke gevallen, zorgen voor een eenvormige aanpak in de gehele Gemeenschap. Zij zijn derhalve niet bindend voor andere gevallen en moeten, gelet op hun formulering, op restrictieve wijze worden toegepast. |
(4) |
De verdere integratie van de interne markt heeft geleid tot een grotere behoefte aan grensoverschrijdende samenwerking tussen marktdeelnemers die in de lidstaten zijn gevestigd, en tot de ontwikkeling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV’s), opgericht overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2137/85 (2). Daarom moet worden bepaald dat dergelijke samenwerkingsverbanden eveneens belastingplichtigen zijn wanneer zij onder bezwarende titel goederen of diensten leveren. |
(5) |
De verkoop van een optie als een financieel instrument dient te worden behandeld als een dienst los van de onderliggende transacties waarop de optie betrekking heeft. |
(6) |
Er moet worden bepaald dat een verrichting die uitsluitend bestaat in het assembleren van verschillende door de afnemer geleverde machineonderdelen als een dienst moet worden aangemerkt, en voorts wat de plaats van die dienst is. |
(7) |
Wanneer diensten die in het kader van uitvaartverzorging worden verricht, deel uitmaken van één enkele dienst, moeten er ook regels worden vastgesteld om de plaats van de dienst te bepalen. |
(8) |
Bepaalde specifieke diensten, zoals de toewijzing van televisie-uitzendrechten van voetbalwedstrijden, de vertaling van teksten, diensten in verband met de indiening van verzoeken om btw-teruggave, bepaalde diensten van tussenpersonen, de verhuur of leasing van vervoermiddelen, en bepaalde elektronische diensten, behelzen grensoverschrijdende verrichtingen of zelfs de deelneming van in derde landen gevestigde marktdeelnemers. Ter vergroting van de rechtszekerheid moet de plaats van deze diensten duidelijk worden vastgesteld. De lijst met elektronische of andere diensten is niet definitief noch limitatief. |
(9) |
In bepaalde bijzondere gevallen mag de vergoeding die in rekening wordt gebracht voor de betaling van een transactie met een krediet- of debetkaart, de maatstaf van heffing van die transactie niet verminderen. |
(10) |
Beroepsopleiding of -herscholing dient zowel onderwijs te omvatten dat rechtstreeks verband houdt met een vak of een beroep, als onderwijs om voor beroepsdoeleinden kennis te verwerven of op peil te houden, ongeacht de duur van de opleiding. |
(11) |
„Platinum nobles” moeten van de vrijstelling voor deviezen, bankbiljetten en munten worden uitgesloten. |
(12) |
Goederen die door de afnemer buiten de Gemeenschap worden gebracht en bestemd zijn voor de uitrusting of bevoorrading van vervoermiddelen die voor niet-zakelijke doeleinden door andere dan natuurlijke personen zoals publiekrechtelijke lichamen en verenigingen worden gebruikt, moeten van de vrijstelling bij uitvoer worden uitgesloten. |
(13) |
Ter waarborging van eenvormige nationale administratieve praktijken voor de berekening van de minimumwaarde voor de vrijstelling bij uitvoer van goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, moeten de bepalingen inzake die berekening worden geharmoniseerd. |
(14) |
Elektronische invoerdocumenten die aan dezelfde vereisten voldoen als papieren documenten, moeten voor de uitoefening van het recht op aftrek kunnen worden gebruikt. |
(15) |
De gewichten voor beleggingsgoud die door de goudmarkten algemeen worden aanvaard, moeten worden vermeld en er moet een gemeenschappelijke datum worden vastgesteld waarop de waarde van gouden munten wordt bepaald, teneinde de marktdeelnemers op gelijke voet te behandelen. |
(16) |
Om in aanmerking te komen voor de bijzondere regeling voor niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die langs elektronische weg diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen die in de Gemeenschap gevestigd of woonachtig zijn, gelden bepaalde voorwaarden. Wanneer niet meer aan deze voorwaarden wordt voldaan, moet duidelijk worden aangegeven wat de gevolgen daarvan zijn. |
(17) |
Wat de intracommunautaire verwerving van goederen betreft, behoudt de lidstaat van verwerving het recht om de verwerving te belasten, ongeacht de btw-behandeling van de transactie in andere lidstaten. |
(18) |
Er dienen regels te worden vastgesteld die waarborgen dat leveringen van goederen op eenvormige wijze worden behandeld wanneer een leverancier de ter zake van afstandverkopen geldende maximumwaarde voor leveringen naar een andere lidstaat heeft overschreden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
ONDERWERP
Artikel 1
Deze verordening behelst maatregelen ter uitvoering van de artikelen 4, 6, 9, 11, 13, 15, 18, 26 ter, 26 quater, 28 bis en 28 ter van Richtlijn 77/388/EEG en bijlage L daarbij.
HOOFDSTUK II
BELASTINGPLICHTIGEN EN BELASTBARE HANDELINGEN
AFDELING 1
(Artikel 4 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 2
Het overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2137/85 opgerichte Europees economisch samenwerkingsverband (EESV) dat aan zijn leden of aan derden onder bezwarende titel goederen of diensten levert, is een belastingplichtige in de zin van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG.
AFDELING 2
(Artikel 6 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 3
1. Wanneer de verkoop van een optie een handeling is die valt onder artikel 13, titel B, onder d), punt 5, van Richtlijn 77/388/EEG, is deze handeling een dienst in de zin van artikel 6, lid 1, van genoemde richtlijn. Deze dienst staat los van de onderliggende transacties waarop de dienst betrekking heeft.
2. Wanneer een belastingplichtige slechts de verschillende onderdelen van een machine assembleert die hem alle door zijn klant zijn bezorgd, is deze handeling een dienst in de zin van artikel 6, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG.
HOOFDSTUK III
PLAATS VAN BELASTBARE HANDELINGEN
AFDELING 1
(Artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 4
Diensten die worden verricht in het kader van uitvaartverzorging, vallen voorzover zij deel uitmaken van één enkele dienst, onder artikel 9, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG.
AFDELING 2
(Artikel 9, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 5
Behalve wanneer de geassembleerde goederen deel gaan uitmaken van onroerende goederen, wordt de plaats van levering van de in artikel 3, lid 2, van deze verordening bedoelde diensten vastgesteld overeenkomstig artikel 9, lid 2, onder c), of artikel 28 ter, titel F, van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 6
De vertaling van teksten valt onder artikel 9, lid 2, onder e), van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 7
De toewijzing aan in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen van televisie-uitzendrechten ten aanzien van voetbalwedstrijden door in een derde land gevestigde lichamen, valt onder artikel 9, lid 2, onder e), eerste streepje, van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 8
Diensten die bestaan in het verzoeken om of ontvangen van een belastingteruggave uit hoofde van Richtlijn 79/1072/EEG (3) vallen onder artikel 9, lid 2, onder e), derde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG.
Artikel 9
Onder diensten van tussenpersonen, zoals bedoeld in artikel 9, lid 2, onder e), zevende streepje, van Richtlijn 77/388/EEG worden verstaan, diensten verricht door tussenpersonen die handelen op naam en voor rekening van de afnemer van de dienst en diensten verricht door tussenpersonen die handelen op naam en voor rekening van de dienstverrichter.
Artikel 10
Voor de toepassing van artikel 9, lid 2, onder e), achtste streepje, van Richtlijn 77/388/EEG worden aanhangwagens en opleggers, alsmede treinwagons, als vervoermiddelen beschouwd.
Artikel 11
1. De in artikel 9, lid 2, onder e), twaalfde streepje, en in bijlage L van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde langs elektronische weg verrichte diensten betreffen diensten die over het internet of een elektronisch netwerk worden verleend, wegens hun aard grotendeels geautomatiseerd zijn en slechts in geringe mate menselijk ingrijpen vergen, en zonder informatietechnologie niet kunnen worden verricht.
2. Lid 1 is met name van toepassing op de volgende diensten, wanneer deze over het internet of een elektronisch netwerk worden verricht:
a) |
de levering van gedigitaliseerde producten in het algemeen, daaronder begrepen software en wijzigingen of bijwerkingen van software; |
b) |
diensten die erin bestaan de aanwezigheid van een onderneming of persoon op een elektronisch netwerk, zoals een website of webpagina, te verzorgen of te ondersteunen; |
c) |
automatisch door een computer over het internet of een elektronisch netwerk voortgebrachte diensten in antwoord op specifieke door de afnemer ingevoerde gegevens; |
d) |
de toewijzing onder bezwarende titel van het recht om goederen of diensten te koop aan te bieden op een website die als online marktplaats fungeert, waar de potentiële kopers via een geautomatiseerde procedure een bod uitbrengen en de partijen via een door de computer gegenereerd e-mailbericht op de hoogte worden gebracht van de totstandkoming van een verkoop; |
e) |
internetdienstpakketten (ISP’s) waarbij de telecommunicatiecomponent een ondergeschikt hulpelement is (d.w.z. pakketten waarin meer dan alleen internettoegang wordt verschaft en die andere elementen omvatten, zoals webpagina’s met inhoud die toegang verschaffen tot nieuwsberichten, weerberichten of toeristische informatie, spellensites, site hosting, onlinediscussiefora enz.); |
f) |
de in bijlage I genoemde diensten. |
Artikel 12
Met name de volgende handelingen vallen niet onder artikel 9, lid 2, onder e), twaalfde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG:
1) |
radio- en televisieomroepdiensten zoals bedoeld in artikel 9, lid 2, onder e), elfde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG; |
2) |
telecommunicatiediensten in de zin van artikel 9, lid 2, onder e), tiende streepje, van Richtlijn 77/388/EEG; |
3) |
het aanbieden van:
|
HOOFDSTUK IV
MAATSTAF VAN HEFFING
(Artikel 11 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 13
Indien een leverancier van goederen of diensten als voorwaarde voor betaling met krediet- of betaalkaart van de afnemer eist dat deze een bedrag aan hemzelf of een andere onderneming betaalt, en het door de afnemer te betalen totaalbedrag niet afhangt van de wijze van betaling, dan maakt dat bedrag deel uit van de maatstaf van heffing voor de levering van goederen of diensten in de zin van artikel 11 van Richtlijn 77/388/EEG.
HOOFDSTUK V
VRIJSTELLINGEN
AFDELING 1
(Artikel 13 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 14
De onder de voorwaarden van artikel 13, titel A, lid 1, onder i), van Richtlijn 77/388/EEG verrichte diensten inzake beroepsopleiding of -herscholing omvatten onderwijs dat rechtstreeks verband houdt met een vak of een beroep, en onderwijs met het oog op het voor beroepsdoeleinden verwerven of op peil houden van kennis. De duur van een opleiding of herscholing is hierbij van geen belang.
Artikel 15
De in artikel 13, titel B, onder d), punt 4, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde vrijstelling is niet van toepassing op platinum nobles.
AFDELING 2
(Artikel 15 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 16
Onder de in artikel 15, punt 2, eerste alinea, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde vervoermiddelen voor privégebruik vallen vervoermiddelen die voor niet-zakelijke doeleinden worden gebruikt door andere dan natuurlijke personen, zoals publiekrechtelijke lichamen in de zin van artikel 4, lid 5, van die richtlijn en verenigingen.
Artikel 17
Om te bepalen of de maximumwaarde die een lidstaat vaststelt overeenkomstig artikel 15, punt 2, tweede alinea, derde streepje, van Richtlijn 77/388/EEG is overschreden, moet de berekening gebeuren op basis van de factuurwaarde. De samengetelde waarde van meerdere goederen mag slechts worden gebruikt indien al deze goederen zijn vermeld op dezelfde factuur van dezelfde belastingplichtige die de goederen aan dezelfde afnemer levert.
HOOFDSTUK VI
AFTREK
(Artikel 18 van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 18
Wanneer de lidstaat van invoer een elektronisch systeem voor het vervullen van de douaneformaliteiten heeft ingevoerd, omvat het begrip „document waaruit de invoer blijkt” in artikel 18, lid 1, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG eveneens de elektronische versie van dergelijke documenten, mits de uitoefening van het recht op aftrek kan worden gecontroleerd.
HOOFDSTUK VII
BIJZONDERE REGELINGEN
(Artikelen 26 ter en 26 quater van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 19
1. In artikel 26 ter, deel A, eerste alinea, onder i), van Richtlijn 77/388/EEG verwijst de omschrijving „een door de goudmarkten aanvaard gewicht” ten minste naar de in bijlage II bij deze verordening opgenomen eenheden en handelsgewichten.
2. Met het oog op de vaststelling van de in artikel 26 ter, deel A, derde alinea, van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde lijst verwijzen de begrippen „prijs” en „openmarktwaarde” in de eerste alinea, onder ii), vierde streepje, van genoemd punt naar de prijs en de openmarktwaarde op 1 april van elk jaar. Wanneer 1 april niet valt op een dag waarop deze waarden worden vastgesteld, worden de waarden gebruikt van de eerstvolgende dag waarop zij worden vastgesteld.
Artikel 20
1. Wanneer een niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige die gebruik maakt van de bijzondere regeling van artikel 26 quater, titel B, van Richtlijn 77/388/EEG, in de loop van een kalenderkwartaal aan ten minste één van de in artikel 26 quater, titel B, lid 4, vastgestelde verwijderingscriteria voldoet, sluit de lidstaat van identificatie deze niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige uit van de bijzondere regeling. In dergelijke gevallen kan de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige op elk tijdstip gedurende dat kwartaal van de bijzondere regeling worden uitgesloten.
Ter zake van de elektronische diensten verricht vóór de verwijdering maar tijdens het kalenderkwartaal waarin de verwijdering geschiedde, dient de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige over het totale kwartaal een aangifte in overeenkomstig artikel 26 quater, titel B, lid 5, van Richtlijn 77/388/EEG. De verplichting tot het indienen van deze aangifte laat de eventuele verplichting, volgens de gebruikelijke bepalingen, tot het ingeschreven zijn in het register in een lidstaat onverlet.
2. De lidstaat van identificatie die een bedrag ontvangt dat hoger is dan het in de aangifte in het kader van artikel 26 quater, titel B, lid 5, van Richtlijn 77/388/EEG opgegeven bedrag, betaalt het teveel betaalde bedrag rechtstreeks aan de betrokken belastingplichtige terug.
Wanneer de lidstaat van identificatie een bedrag heeft ontvangen met betrekking tot een aangifte die nadien onjuist blijkt te zijn, terwijl deze lidstaat dat bedrag reeds over de lidstaten van verbruik heeft verdeeld, maken deze lidstaten het te veel geïnde bedrag rechtstreeks over aan de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige en stellen zij de lidstaat van identificatie in kennis van de vereiste aanpassing.
3. Elke aangifteperiode (kalenderkwartaal) in de zin van artikel 26 quater, titel B, lid 5, van Richtlijn 77/388/EEG is een afzonderlijke aangifteperiode.
De bedragen op een overeenkomstig artikel 26 quater, titel B, lid 5, van Richtlijn 77/388/EEG ingediende aangifte kunnen op een later tijdstip uitsluitend worden gewijzigd door middel van een wijziging van diezelfde aangifte en niet door middel van een verrekening op een volgende aangifte.
De bedragen aan btw die overeenkomstig artikel 26 quater, titel B, lid 7, van Richtlijn 77/388/EEG zijn voldaan, hebben specifiek betrekking op die aangifte. Eventuele latere wijzigingen van de betaalde bedragen kunnen slechts onder verwijzing naar de desbetreffende aangifte worden verricht en kunnen niet op een andere aangifte worden opgevoerd of op een volgende aangifte worden verrekend.
4. Bedragen op btw-aangiften in het kader van de bijzondere regeling van artikel 26 quater, titel B, van Richtlijn 77/388/EEG mogen niet worden afgerond op de dichtstbijzijnde hele monetaire eenheid. Het precieze btw-bedrag moet worden aangegeven en voldaan.
HOOFDSTUK VIII
OVERGANGSMAATREGELEN
(Artikelen 28 bis en 28 ter van Richtlijn 77/388/EEG)
Artikel 21
De lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer van goederen waar een intracommunautaire verwerving in de zin van artikel 28 bis van Richtlijn 77/388/EEG plaatsvindt, oefent zijn heffingsbevoegdheid uit, ongeacht de btw-behandeling van de handeling in de lidstaat van vertrek van de zending of het vervoer van goederen.
Een eventueel verzoek om correctie, door de leverancier van de goederen, van de btw die hij in rekening heeft gebracht en aan de lidstaat van vertrek van de zending of het vervoer van goederen heeft aangegeven, wordt overeenkomstig de nationale bepalingen afgehandeld door deze lidstaat.
Artikel 22
Wanneer in de loop van een kalenderjaar de drempel die overeenkomstig artikel 28 ter, titel B, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG door een lidstaat wordt toegepast wordt overschreden, wijzigt artikel 28 ter, titel B, van de bovengenoemde richtlijn niet de plaats van de leveringen ter zake van goederen andere dan accijnsproducten die in de loop van datzelfde kalenderjaar zijn verricht voordat de door de lidstaten toegepaste drempel voor het lopende kalenderjaar is overschreden, mits de leverancier
a) |
geen gebruik heeft gemaakt van het in artikel 28 ter, titel B, lid 3, van genoemde richtlijn bepaalde recht om te kiezen, en |
b) |
de drempel in het voorafgaande kalenderjaar niet heeft overschreden. |
Artikel 28 ter, titel B, van Richtlijn 77/388/EEG wijzigt echter wel de plaats van levering ter zake van de volgende leveringen in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer:
a) |
de levering waardoor in het lopende kalenderjaar de door de lidstaat toegepaste drempel in datzelfde kalenderjaar is overschreden; |
b) |
alle daaropvolgende leveringen die in deze lidstaat in datzelfde kalenderjaar zijn verricht; |
c) |
de leveringen die in deze lidstaat zijn verricht in het kalenderjaar volgende op het kalenderjaar waarin de onder a) bedoelde gebeurtenis zich heeft voorgedaan. |
HOOFDSTUK IX
SLOTBEPALINGEN
Artikel 23
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2006.
Artikel 13 is van toepassing vanaf 1 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 17 oktober 2005.
Voor de Raad
De voorzitster
M. BECKETT
(1) PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/66/EG (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 35).
(2) PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1.
(3) Achtste Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen ((PB L 331 van 27.12.1979, blz. 11). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
BIJLAGE I
Artikel 11 van de onderhavige verordening
1. |
Punt 1 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
|
2. |
Punt 2 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
|
3. |
Punt 3 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
|
4. |
Punt 4 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
|
5. |
Punt 5 van bijlage L bij Richtlijn 77/388/EEG
|
BIJLAGE II
Artikel 19 van de onderhavige verordening
Eenheid |
Handelsgewichten |
Kg |
12,5/1 |
Gram |
500/250/100/50/20/10/5/2,5/2 |
Once (1oz = 31,1035 g) |
100/10/5/1/1/2/1/4 |
Taël (1 taël = 1,193 oz.) (1) |
10/5/1 |
Tola (10 tola = 3,75 oz.) (2) |
10 |
(1) Taël = een traditionele Chinese gewichtseenheid. De nominale zuiverheid van een taëlstaaf bedraagt in Hongkong 990, maar in Taiwan kunnen staven van 5 en 10 taël een zuiverheid van 999,9 hebben.
(2) Tola = een traditionele Indiase gewichtseenheid voor goud. In zijn meest gangbare verschijningsvorm heeft een staaf een gewicht van 10 tola en een zuiverheid van 999.