This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020TN0274
Case T-274/20: Action brought on 11 May 2020 — MHCS v EUIPO — Lidl Stiftung (Shades of colour orange)
Zaak T-274/20: Beroep ingesteld op 11 mei 2020 — MHCS/EUIPO — Lidl Stiftung (Tinten van de kleur oranje)
Zaak T-274/20: Beroep ingesteld op 11 mei 2020 — MHCS/EUIPO — Lidl Stiftung (Tinten van de kleur oranje)
PB C 247 van 27.7.2020, p. 21–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.7.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 247/21 |
Beroep ingesteld op 11 mei 2020 — MHCS/EUIPO — Lidl Stiftung (Tinten van de kleur oranje)
(Zaak T-274/20)
(2020/C 247/31)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: MHCS (Épernay, Frankrijk) (vertegenwoordiger: O. Vrins, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Lidl Stiftung & Co. KG (Neckarsulm, Duitsland)
Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO
Houder van het betrokken merk: verzoekster voor het Gerecht
Betrokken merk: Uniebeeldmerk (Kleur die bestaat uit bepaalde tinten van de kleur oranje) — Uniemerk nr. 747 949
Procedure voor het EUIPO: nietigheidsprocedure
Bestreden beslissing: beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 24 februari 2020 in zaak R 2392/2018-1
Conclusies
— |
vernietiging van de bestreden beslissing; |
— |
verwijzing van het EUIPO en interveniënte in hun eigen kosten; |
— |
verwijzing van het EUIPO in verzoeksters kosten. |
Aangevoerde middelen
— |
schending van artikel 95, lid 1, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad; |
— |
schending van artikel 26, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk en/of regel 1, lid 1, onder d), juncto regel 3, leden 2, 3 en 5, van verordening (EG) nr. 2868/95 van 13 december 1995, tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het gemeenschapsmerk; |
— |
schending van het algemene beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen en de beginselen van rechtszekerheid en behoorlijk bestuur (waaronder de motiveringsplicht); |
— |
schending van artikel 94, lid 1, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad; |
— |
schending van artikel 41, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. |