Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CB0152

Zaak C-152/14: Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 4 september 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Autorità per l’energia elettrica e il gas/Antonella Bertazzi e.a. (Prejudiciële verwijzing — Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Sociale politiek — Richtlijn 1999/70/EG — Raamovereenkomst van EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd — Clausule 4 — Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in de overheidssector — Consolideringsprocedure — Aanstelling van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als statutair ambtenaar zonder openbaar vergelijkend examen — Bepaling van de anciënniteit — Geheel buiten beschouwing laten van tijdvakken van dienst vervuld in het kader van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd — Discriminatieverbod)

PB C 409 van 17.11.2014, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 409/26


Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 4 september 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato — Italië) — Autorità per l’energia elettrica e il gas/Antonella Bertazzi e.a.

(Zaak C-152/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Sociale politiek - Richtlijn 1999/70/EG - Raamovereenkomst van EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd - Clausule 4 - Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in de overheidssector - Consolideringsprocedure - Aanstelling van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als statutair ambtenaar zonder openbaar vergelijkend examen - Bepaling van de anciënniteit - Geheel buiten beschouwing laten van tijdvakken van dienst vervuld in het kader van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd - Discriminatieverbod))

2014/C 409/38

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Autorità per l’energia elettrica e il gas

Verwerende partijen: Antonella Bertazzi, Annalise Colombo, Maria Valeria Contin, Angela Filippina Marasco, Guido Guissani, Lucia Lizzi, Fortuna Peranio

Dictum

1)

Clausule 4 van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling zoals die in het hoofdgeding, die volledig uitsluit dat een overheidsorgaan dat een werknemer met een overeenkomst voor bepaalde tijd in vaste dienst aanstelt als statutair ambtenaar in het kader van een specifieke procedure voor consolidering van de arbeidsverhouding van die werknemer, voor de vaststelling van diens anciënniteit rekening houdt met tijdvakken waarin hij bij dat orgaan op basis van een overeenkomst voor bepaalde tijd in dienst is geweest, indien de in het kader van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd verrichte taken overeenstemmen met die welke worden verricht door een statutair ambtenaar van de relevante categorie van dit orgaan, tenzij die uitsluiting gerechtvaardigd is om „objectieve redenen” in de zin van de punten 1 en/of 4 van die clausule; het staat aan de verwijzende rechter om dit na te gaan. Het enkele feit dat de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gedurende die tijdvakken in dienst is geweest op basis van een arbeidsovereenkomst of -verhouding voor bepaalde tijd, vormt geen dergelijke objectieve reden.

2)

Het doel om omgekeerde discriminatie van statutaire ambtenaren die zijn aangesteld na te zijn geslaagd voor een algemeen vergelijkend examen te vermijden, kan geen „objectieve reden” in de zin van clausule 4, punten 1 en/of 4, van de raamovereenkomst zijn, indien de betrokken nationale regeling, zoals in het hoofdgeding, volledig en in alle omstandigheden uitsluit dat de tijdvakken waarin werknemers in dienst zijn geweest in het kader van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, in aanmerking worden genomen voor de bepaling van hun anciënniteit bij hun aanstelling in vaste dienst en daarmee van de hoogte van hun bezoldiging.


(1)  PB C 194 van 24.6.2014.


Top