Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011FN0040

    Zaak F-40/11: Beroep ingesteld op 5 april 2011 — ZZ/Commissie

    PB C 186 van 25.6.2011, p. 34–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    25.6.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 186/34


    Beroep ingesteld op 5 april 2011 — ZZ/Commissie

    (Zaak F-40/11)

    2011/C 186/63

    Procestaal: Italiaans

    Partijen

    Verzoekende partij: ZZ (Tricase, Italië) (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Voorwerp en beschrijving van het geding

    Nietigverklaring van het besluit houdende vaststelling van de uitkeringen waarop verzoeker recht heeft wegens zijn blijvende gedeeltelijke invaliditeit

    Conclusies van de verzoekende partij

    Quatenus opus est, nietigverklaring van het ontwerpbesluit van de verwerende partij van 2 juni 2010 betreffende de waarborgen die krachtens artikel 73 van het Statuut aan verzoeker zijn toegekend in verband met het ongeluk waarvan hij op 17 juni 2005 slachtoffer was, voor zover daarbij wordt bepaald dat aan verzoeker het bedrag van 10 682,29 EUR zal worden betaald, hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd;

    nietigverklaring van het besluit waarin het ontwerpbesluit van 2 juni 2010 is omgezet bij het verstrijken van de wettelijke termijn vanaf de kennisgeving van het ontwerp aan verzoeker zonder dat laatstgenoemde de medische commissie diende te raadplegen, voor zover daarbij wordt bepaald dat aan verzoeker het bedrag van 10 682,29 EUR zal worden betaald, hetgeen ook daadwerkelijk is gebeurd;

    voor zover nodig, nietigverklaring van het besluit tot afwijzing van de klacht van 26 augustus 2010;

    veroordeling van de Europese Commissie tot onmiddellijke betaling aan verzoeker van het positieve verschil tussen het bedrag waarop hij krachtens artikel 73 van het Statuut wegens het betrokken ongeval recht zou hebben gehad en het aan hem reeds betaalde bedrag van 10 682,29 EUR, vermeerderd met een jaarlijkse rente van 10 % over het betrokken verschil en met jaarlijkse kapitalisatie vanaf 24 augustus 2010;

    verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.


    Top