Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/253E/02

    NOTULEN
    Donderdag, 27 januari 2005

    PB C 253E van 13.10.2005, p. 11–39 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    13.10.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 253/11


    NOTULEN

    (2005/C 253 E/02)

    VERLOOP VAN DE VERGADERING

    VOORZITTER: Josep BORRELL FONTELLES

    Voorzitter

    1.   Opening van de vergadering

    De vergadering wordt om 09.05 uur geopend.

    2.   Ingekomen stukken

    De volgende stukken zijn ontvangen:

    1)

    Raad en Commissie:

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2500/2001 ertoe strekkende dat de communautaire bijstandsverlening ten uitvoer kan worden gelegd overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement (COM(2004)0814 — C6-0026/2005 — 2004/0285(CNS)).

    verwezen naar:

    ten principale: AFET

    advies: BUDG, CONT

    Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterraanse overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (05100/2005 — C6-0027/2005 — 2004/0131(AVC)).

    verwezen naar:

    ten principale: AFET

    advies: INTA

    Voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting van een protocol bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (14211/2004 — C6-0028/2005 — 2004/0119(AVC)).

    verwezen naar:

    ten principale: AFET

    advies: INTA

    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen en de geconsolideerde jaarrekening (COM(2004)0725 — C6-0164/2004 — 2004/0250(COD)).

    verwezen naar:

    ten principale: JURI

    advies: ECON

    2)

    parlementaire commissies

    2.1)

    Aanbevelingen

    *** Aanbeveling betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (13286/2004 — C6-0022/2005 — 2004/0195(AVC)) — Commissie internationale handel

    Rapporteur: Barón Crespo Enrique (A6-0007/2005).

    *** Aanbeveling inzake

    1.

    het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sluiting van een Protocol bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie; en

    2.

    het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sluiting van het Protocol bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (14025/2004 — C6-0003/2005 — 2004/0115(AVC)) — Commissie buitenlandse zaken

    Rapporteur: Brok Elmar (A6-0011/2005).

    2.2)

    aanbevelingen voor de tweede lezing:

    *** II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (10458/4/2004 — C6-0140/2004 — 2004/0025(COD)) — Commissie industrie, onderzoek en energie

    Rapporteur: Rübig Paul (A6-0002/2005).

    3.   Agenda

    De Voorzitter deelt mede dat de Oekraïense president Viktor Joetsjenko vanwege de slechte weersomstandigheden in Midden-Europa niet naar Brussel kon komen.

    De plechtige vergadering is derhalve afgelast.

    4.   Verklaring van de Voorzitter

    De Voorzitter legt een verklaring af ter herdenking van het feit dat 60 jaar geleden het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau werd bevrijd.

    Het Parlement neemt een minuut stilte in acht ter nagedachtenis van de slachtoffers.

    (De vergadering wordt om 09.10 uur onderbroken en om 10.00 uur hervat.)

    VOORZITTER: Alejo VIDAL-QUADRAS ROCA

    Ondervoorzitter

    5.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

    De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

    6.   Stemmingen

    Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

    6.1.   Stabilisatie- en associatieovereenkomst EU/Kroatië en EU/FYROM *** (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

    Aanbeveling inzake

    1.

    het voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting van Protocollen bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie [COM(2004)0370 — 14211/2004 — C6-0028/2005 — 2004/0119(AVC)] — en

    2.

    het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sluiting van het Protocol bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (COM(2004)0354 — 9856/2004 — 14025/2004 — C6-0003/2005 — 2004/0115(AVC)) — Commissie buitenlandse zaken.

    Rapporteur: Elmar Brok (A6-0011/2005)

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIES

    Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0013 en 0014)

    Het Parlement verleent hiermede zijn instemming.

    6.2.   Aanvullend protocol bij de associatieovereenkomst EU/Chili *** (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

    Aanbeveling betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van een aanvullend protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie [13286/2004 — C6-0022/2005 — 2004/0195(AVC)] — Commissie internationale handel.

    Rapporteur: Enrique Barón Crespo (A6-0007/2005)

    (Gewone meerderheid)>

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

    ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

    Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0015)

    Het Parlement verleent hiermede zijn instemming.

    6.3.   Meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa *** II (stemming)

    Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (10458/4/2004 — C6-0140/2004 — 2004/0025(COD)) — Commissie industrie, onderzoek en energie.

    Rapporteur: Paul Rübig (A6-0002/2005).

    (Gekwalificeerde meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

    GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

    Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0016)

    6.4.   Situatie in het Midden-Oosten (stemming)

    Ontwerpresoluties B6-0068/2005, B6-0071/2005, B6-0072/2005, B6-0075/2005, B6-0078/2005 en B6-0080/2005

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

    ONTWERPRESOLUTIE RC-B6-0068/2005

    (ter vervanging van B6-0068/2005, B6-0071/2005, B6-0072/2005, B6-0075/2005, B6-0078/2005 en B6-0080/2005):

    ingediend door de volgende leden:

    José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, João de Deus Pinheiro, Edward McMillan-Scott en Charles Tannock, namens de PPE-DE-Fractie

    Pasqualina Napoletano, Véronique De Keyser en Michel Rocard, namens de PSE-Fractie

    Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-Fractie

    Joost Lagendijk, David Hammerstein Mintz, Margrete Auken en Johannes Voggenhuber, namens de Verts/ALE-Fractie

    Francis Wurtz, Adamos Adamou en Luisa Morgantini, namens de GUE/NGL-Fractie

    Roberta Angelilli, Brian Crowley, Cristiana Muscardini en Anna Elzbieta Fotyga, namens de UEN-Fractie

    Aangenomen (P6_TA(2005)0017)

    Opmerkingen in het kader van de stemming:

    Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, diende een mondeling amendement op amendement 2 in dat in aanmerking werd genomen.

    Edward McMillan-Scott stelde voor paragraaf 15 te schrappen.

    6.5.   De holocaust, antisemitisme en racisme (stemming)

    Ontwerpresoluties B6-0069/2005, B6-0070/2005, B6-0073/2005, B6-0074/2005, B6-0076/2005, B6-0077/2005 en B6-0079/2005

    (Gewone meerderheid)

    (Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

    ONTWERPRESOLUTIE RC-B6-0069/2005/rev.

    (ter vervanging van B6-0069/2005, B6-0070/2005, B6-0073/2005, B6-0074/2005, B6-0076/2005, B6-0077/2005 en B6-0079/2005):

    ingediend door de volgende leden:

    Hans-Gert Poettering, Ewa Klamt, Timothy Kirkhope en Patrick Gaubert, namens de PPE-DE-Fractie

    Martin Schulz, Glyn Ford en Martine Roure, namens de PSE-Fractie

    Sarah Ludford, Graham Watson en Alexander Nuno Alvaro, namens de ALDE-Fractie

    Daniel Marc Cohn-Bendit en Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie

    Francis Wurtz, Miguel Portas, Dimitrios Papadimoulis, André Brie, Marco Rizzo en Helmuth Markov, namens de GUE/NGL-Fractie

    Brian Crowley, namens de UEN-Fractie

    Aangenomen (P6_TA(2005)0018)

    Opmerkingen in het kader van de stemming:

    Bogusław Sonik, namens de PPE-DE-Fractie, diende mondelinge amendementen in op overweging A en paragraaf 5, tweede streepje;

    Sarah Ludford over de strekking van de mondelinge amendementen;

    Martin Schulz, namens de PSE-Fractie, diende een mondeling amendement op overweging A in;

    Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, steunde het mondelinge amendement van Martin Schulz;

    Sarah Ludford over de stemprocedure voor de mondelinge amendementen;

    Daniel Marc Cohn-Bendit, namens de Verts/ALE-Fractie, over de mondelinge amendementen van de PSE-Fractie en de UEN-Fractie;

    Martin Schulz over de stemprocedure;

    Johannes Voggenhuber, steunde het mondelinge amendement van Martin Schulz, maar onderstreepte tevens de verantwoordelijkheid van Oostenrijk;

    Michał Tomasz Kamiński, namens de UEN-Fractie, en Sarah Ludford over de opmerking van Daniel Marc Cohn-Bendit;

    Hannes Swoboda preciseerde de reikwijdte van het mondelinge amendement van Martin Schulz;

    Vytautas Landsbergis diende een mondeling amendement op overweging A in;

    Cristiana Muscardini over de opmerking van Daniel Marc Cohn-Bendit en de stemprocedure voor de mondelinge amendementen.

    7.   Stemverklaringen

    Schriftelijke stemverklaringen:

    De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 163, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

    Mondelinge stemverklaringen:

    De holocaust, antisemitisme en racisme — RC-B6-0069/2005/rev

    Frank Vanhecke, Maciej Marian Giertych.

    8.   Rectificaties stemgedrag

    De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

    Antisemitisme en racisme — RC-B6-0069/2005/rev

    resolutie (als geheel)

    vóór: Christofer Fjellner, Mogens N.J. Camre, Lydia Schenardi.

    ***

    Kathy Sinnott deelde mede dat zij een mondeling amendement op overweging A had willen indienen teneinde in de lijst van genoemde slachtoffers „de gehandicapten” op te laten nemen, doch dat zij de aandacht van de Voorzitter niet tijdig op zich had kunnen vestigen.

    9.   Opmerkingen van één minuut over kwesties van politiek belang

    Uit hoofde van artikel 144 van het Reglement wordt voor één minuut het woord verleend aan de volgende leden die de aandacht van het Parlement op kwesties van politiek belang willen vestigen:

    Jo Leinen, József Szájer, Witold Tomczak, Nigel Farage, Barbara Kudrycka, Mary Lou McDonald, Gerard Batten, Genowefa Grabowska, Urszula Krupa, Bogdan Pęk, Bogusław Rogalski, Marios Matsakis, Ryszard Czarnecki, György Schöpflin en Kathy Sinnott.

    10.   Onderzoek geloofsbrieven

    Op voorstel van de Commissie JURI heeft het Parlement besloten het mandaat van Viktória Mohácsi te bekrachtigen met ingang van 29 november 2004.

    11.   Mededeling van gemeenschappelijke standpunten van de Raad

    De Voorzitter deelt op grond van artikel 57, lid 1, van het Reglement mede de volgende gemeenschappelijke standpunten te hebben ontvangen, alsmede de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van deze gemeenschappelijke standpunten, en de standpunten van de Commissie inzake:

    Gemeenschappelijk standpunt door de Raad op 24 januari 2005 vastgesteld met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen (11934/3/2004 — C6-0029/2005 — 2003/0130(COD))

    verwezen naar:

    ten principale: TRAN

    Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld op 24 januari 2005 met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/115/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen (11933/3/2004 — C6-0030/2005 — 2003/0136(COD))

    verwezen naar:

    ten principale: TRAN

    Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld op 24 januari 2005 met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 74/408/EEG van de Raad, met betrekking tot de zitplaatsen en de bevestiging en hoofdsteunen daarvan in motorvoertuigen (11935/3/2004 — C6-0031/2005 — 2003/0128(COD))

    verwezen naar:

    ten principale: TRAN

    De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken, gaat bijgevolg morgen, 28.01.2005, in.

    12.   Besluiten inzake bepaalde documenten

    Aanwijzing commissies

    Commissie ITRE

    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (COM(2004)0607 — C6-0122/2004 — 2004/0209(COD))

    ten principale: EMPL

    (medeadviserend: ITRE, FEMM)

    Commissie CONT

    Voorstel voor een richtlijn van het Europese Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (COM(2004)0002 — C5-0069/2004 — 2004/0001(COD))

    ten principale: IMCO

    (medeadviserende: CONT, ECON, EMPL, ENVI, ITRE, CULT, JURI)

    Commissie JURI

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlening van dwanglicenties voor octrooien inzake de vervaardiging van farmaceutische producten voor uitvoer naar landen met volksgezondheidsproblemen (COM(2004)0737 — C6-0168/2004 — 2004/0258(COD))

    ten principale: INTA

    (medeadviserend: DEVE, ENVI, JURI)

    13.   Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

    Overeenkomstig artikel 172, lid 2 van het Reglement zullen de notulen van de huidige vergadering aan het begin van de volgende vergadering aan het Parlement ter goedkeuring worden voorgelegd.

    Met instemming van het Parlement zullen de aangenomen teksten reeds thans worden toegezonden aan degenen voor wie zij bestemd zijn.

    14.   Rooster van de volgende vergaderingen

    De volgende vergaderingen vinden plaats van 21.02.2005 t/m 24.02.2005.

    15.   Onderbreking van de zitting

    De zitting van het Europees Parlement wordt onderbroken.

    De vergadering wordt om 11.05 uur gesloten.

    Julian Priestley

    Secretaris-generaal

    Josep Borrell Fontelles

    Voorzitter


    PRESENTIELIJST

    Ondertekend door:

    Adamou, Adwent, Albertini, Allister, Alvaro, Andersson, Andrejevs, Andria, Andrikienė, Angelilli, Antoniozzi, Arnaoutakis, Ashworth, Assis, Atkins, Attwooll, Auken, Ayala Sender, Aylward, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Baco, Badía i Cutchet, Barsi-Pataky, Batten, Battilocchio, Batzeli, Bauer, Beaupuy, Beazley, Becsey, Beer, Beglitis, Belder, Belet, Belohorská, Bennahmias, Beňová, Berend, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bersani, Bielan, Birutis, Blokland, Bloom, Bobošíková, Böge, Bösch, Bonde, Bonino, Bono, Bonsignore, Borghezio, Borrell Fontelles, Bourlanges, Bourzai, Bowis, Bozkurt, Bradbourn, Mihael Brejc, Brepoels, Bresso, Breyer, Brie, Brok, Brunetta, Budreikaitė, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busquin, Busuttil, Buzek, Callanan, Camre, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casa, Casaca, Cashman, Caspary, Castex, Castiglione, del Castillo Vera, Catania, Cavada, Cederschiöld, Cercas, Cesa, Chatzimarkakis, Chichester, Chmielewski, Christensen, Chruszcz, Claeys, Clark, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Corbey, Cornillet, Correia, António Costa, Paolo Costa, Cottigny, Coveney, Cramer, Marek Aleksander Czarnecki, Ryszard Czarnecki, D'Alema, Davies, De Poli, Degutis, Dehaene, De Keyser, Demetriou, De Michelis, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, De Vits, Díaz de Mera García Consuegra, Dičkutė, Didžiokas, Díez González, Dimitrakopoulos, Dionisi, Di Pietro, Dombrovskis, Doorn, Douay, Dover, Doyle, Drčar Murko, Duchoň, Dührkop Dührkop, Duff, Duin, Duka- Zólyomi, Duquesne, Ebner, Ek, El Khadraoui, Esteves, Estrela, Ettl, Eurlings, Jonathan Evans, Robert Evans, Fajmon, Falbr, Farage, Fatuzzo, Fava, Fazakas, Ferber, Fernandes, Fernández Martín, Anne Ferreira, Elisa Ferreira, Fjellner, Flasarová, Flautre, Florenz, Foglietta, Fontaine, Ford, Fotyga, Fourtou, Fraga Estévez, Frassoni, Freitas, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, García Pérez, Gaubert, Gauzès, Gebhardt, Gentvilas, Geremek, Geringer de Oedenberg, Gierek, Giertych, Gill, Gklavakis, Glante, Glattfelder, Goepel, Golik, Gollnisch, Gomes, Gomolka, Goudin, Genowefa Grabowska, Grabowski, Graefe zu Baringdorf, Gräßle, de Grandes Pascual, Graça Moura, Grech, Gröner, Grosch, Grossetête, Guardans Cambó, Guellec, Guerreiro, Guidoni, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Gyürk, Hänsch, Hall, Hammerstein Mintz, Handzlik, Harangozó, Harbour, Hassi, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedh, Hegyi, Henin, Hennicot-Schoepges, Herczog, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Honeyball, Hoppenstedt, Hortefeux, Howitt, Hudacký, Hudghton, Hughes, Huhne, Hutchinson, Ibrisagic, Ilves, in 't Veld, Isler Béguin, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jäätteenmäki, Jałowiecki, Janowski, Jarzembowski, Jeggle, Jensen, Joan i Marí, Jöns, Jonckheer, Jordan Cizelj, Juknevičienė, Kaczmarek, Kallenbach, Kamiński, Karas, Karim, Kasoulides, Kaufmann, Tunne Kelam, Kilroy-Silk, Kindermann, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Klinz, Knapman, Koch, Kohlíček, Konrad, Korhola, Kósáné Kovács, Koterec, Kozlík, Krahmer, Krarup, Krasts, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristovskis, Krupa, Kuc, Kudrycka, Kuhne, Kułakowski, Kušķis, Kusstatscher, Kuźmiuk, Lagendijk, Lamassoure, Lambert, Lambrinidis, Landsbergis, Lang, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Le Foll, Lehideux, Lehne, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Fernand Le Rachinel, Letta, Lévai, Janusz Lewandowski, Liberadzki, Libicki, Lichtenberger, Lienemann, Liese, Liotard, Locatelli, Lombardo, López-Istúriz White, Louis, Lucas, Ludford, Lulling, Lundgren, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McDonald, McGuinness, McMillan-Scott, Madeira, Malmström, Manders, Maňka, Erika Mann, Thomas Mann, Manolakou, Mantovani, Markov, Marques, Martens, David Martin, Hans-Peter Martin, Martinez, Martínez Martínez, Masiel, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Mathieu, Matsakis, Matsis, Matsouka, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Menéndez del Valle, Meyer Pleite, Miguélez Ramos, Mikko, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Mölzer, Mohácsi, Montoro Romero, Moraes, Moreno Sánchez, Morgantini, Morillon, Moscovici, Mote, Mulder, Musacchio, Muscardini, Muscat, Musotto, Musumeci, Myller, Napoletano, Nassauer, Nattrass, Navarro, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Obiols i Germà, Özdemir, Olajos, Olbrycht, Ó Neachtain, Onesta, Onyszkiewicz, Oomen- Ruijten, Ortuondo Larrea, Őry, Ouzký, Oviir, Paasilinna, Pack, Borut Pahor, Paleckis, Pálfi, Panayotopoulos- Cassiotou, Pannella, Panzeri, Papadimoulis, Papastamkos, Parish, Patrie, Pavilionis, Peillon, Pęk, Alojz Peterle, Piecyk, Pieper, Pīks, Pinheiro, Pinior, Piotrowski, Pirilli, Piskorski, Pistelli, Pittella, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Poignant, Polfer, Prets, Prodi, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rapkay, Rasmussen, Remek, Resetarits, Reul, Reynaud, Ribeiro e Castro, Riera Madurell, Ries, Riis-Jørgensen, Rogalski, Roithová, Romagnoli, Rosati, Roszkowski, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Rudi Ubeda, Rübig, Rühle, Rutowicz, Ryan, Sacconi, Saïfi, Sakalas, Salafranca Sánchez-Neyra, Salinas García, Salvini, Samaras, Sánchez Presedo, dos Santos, Sartori, Saryusz-Wolski, Savary, Sbarbati, Schapira, Scheele, Schenardi, Schierhuber, Schlyter, Schmidt, Pál Schmitt, Ingo Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schroedter, Schulz, Schwab, Seeber, Seeberg, Segelström, Sifunakis, Silva Peneda, Sinnott, Siwiec, Sjöstedt, Skinner, Škottová, Sommer, Sonik, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Spautz, Speroni, Staes, Staniszewska, Starkevičiūtė, Šťastný, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stockmann, Strejček, Stroz, Stubb, Sudre, Sumberg, Surján, Svensson, Swoboda, Szájer, Szejna, Szent-Iványi, Szymański, Tabajdi, Tajani, Takkula, Tannock, Tatarella, Thomsen, Thyssen, Titford, Titley, Toia, Tomczak, Toubon, Trakatellis, Trautmann, Triantaphyllides, Trüpel, Turmes, Tzampazi, Väyrynen, Vaidere, Vakalis, Valenciano Martínez-Orozco, Vanhecke, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Vaugrenard, Ventre, Verges, Vergnaud, Vernola, Vidal-Quadras Roca, Vincenzi, Vlasák, Vlasto, Voggenhuber, Wagenknecht, Wallis, Walter, Henri Weber, Manfred Weber, Weiler, Weisgerber, Westlund, Whitehead, Whittaker, Wieland, Wiersma, Wierzejski, Wijkman, Wise, von Wogau, Wohlin, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wurtz, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zani, Zappalà, Zatloukal, Ždanoka, Železný, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka


    BIJLAGE I

    STEMMINGSUITSLAGEN

    Afkortingen en tekens

    +

    aangenomen

    -

    verworpen

    vervallen

    Ing.

    ingetrokken

    HS (..., ..., ...)

    hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

    ES (..., ..., ...)

    elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

    so

    stemming in onderdelen

    as

    aparte stemming

    am

    amendement

    CA

    compromisamendement

    DD

    desbetreffend deel

    S

    amendement tot schrapping

    =

    gelijkluidende amendementen

    §

    paragraaf

    art

    artikel

    overw

    overweging

    OR

    ontwerpresolutie

    GOR

    gezamenlijke ontwerpresolutie

    Geh. S

    geheime stemming

    1.   Stabilisatie- en associatieovereenkomst EU/Kroatië en EU/FYROM ***

    Verslag: BROK (A6-0011/2005)

    Betreft

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    één enkele stemming

     

    +

     

    2.   Aanvullend protocol bij de associatieovereenkomst EU/Chili ***

    Verslag: BARÓN CRESPO (A6-0007/2005)

    Betreft

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    één enkele stemming

     

    +

     

    3.   Digitale inhoud in Europa *** II

    Aanbeveling voor de tweede lezing: RÜBIG (A6-0002/2005)

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    Artikel 6

    1

    ITRE commissie

     

    +

     

    gemeenschappelijk standpunt

     

    aangenomen verklaard

     

    4.   Situatie in het Midden-Oosten

    Ontwerpresoluties: B6-0068/2005, 0071/2005, 0072/2005, 0075/2005, 0078/2005 en 0080/2005

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    Gezamenlijke ontwerpresolutie RC6-0068/2005 (PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE, GUE/NGL en UEN)

    § 8

    2

    GUE/NGL

    so

     

    mondeling amendement

    1

    +

    2

    -

    § 12

     

    originele tekst

    so

     

     

    1

    +

     

    2/ES

    -

    297, 301, 17

    3

    +

     

    4

    +

     

    § 13

    3

    GUE/NGL

     

    +

     

    § 14

     

    originele tekst

    so

     

     

    1

    +

     

    2

    +

     

    §15

     

    originele tekst

     

    -

     

    Na § 14

    1

    UEN

     

    +

     

    stemming: resolutie (als geheel)

     

    +

     

    ontwerpresoluties fracties

    B6-0068/2005

     

    ALDE

     

     

    B6-0071/2005

     

    Verts/ALE

     

     

    B6-0072/2005

     

    PSE

     

     

    B6-0075/2005

     

    GUE/NGL

     

     

    B6-0078/2005

     

    UEN

     

     

    B6-0080/2005

     

    PPE-DE

     

     

    Verzoeken om aparte stemming

    ALDE, PPE-DE

    § 12

    deel 1:„veroordeelt alle terroristische aanvallen en gewelddaden”

    deel 2: het woord „arbitraire”

    deel 3: de woorden „van beide kanten”

    deel 4:„verzoekt de gewapende Palestijnse ... met buitengerechtelijke executies”

    § 14

    deel 1: gehele tekst, met uitzondering van de woorden „de bouw van de muur stop te zetten”

    deel 2: deze woorden

    GUE/NGL

    AM 2 (zie ook mondeling amendement bij dit amendement)

    deel 1:„moedigt president Abbas aan...om deze doelstellingen te verwezenlijken”

    deel 2:„roept de Israëlische autoriteiten op...te aanvaarden en te implementeren”

    Diversen

    M. De heer Wurtz stelde het volgende mondelinge amendement op amendement 2 voor:

    8.

    moedigt president Abbas aan om zijn bereidheid het geweld te beëindigen in daden om te zetten , en is verheugd over de maatregelen van president Abbas, alsmede over zijn bereidheid de Palestijnse veiligheidsdiensten te hervormen en beter te controleren en zich volledig in te zetten voor een dialoog met alle betrokken partijen; meent dat volledige politieke ondersteuning door de VS en de EU, alsmede actieve samenwerking van Israëlische zijde, van essentieel belang is om deze doelstellingen te verwezenlijken; verzoekt de Israëlische autoriteiten akkoord te gaan met de Roadmap en de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en deze ten uitvoer te leggen;

    5.   De holocaust, antisemitisme en racisme

    Ontwerpresoluties: B6-0069/2005, 0070/2005, 0073/2005, 0074/2005, 0076/2005, 0077/2005 en 0079/2005

    Betreft

    Am. nr.

    van

    HS, enz.

    Stemming

    HS/ES — opmerkingen

    Gezamenlijke ontwerpresolutie RC6-0069/2005/rev (PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE, GUE/NGL en UEN)

    § 4

     

    originele tekst

    so

     

     

    1

    +

     

    2

    +

     

    § 5, streepje 2

     

    originele tekst

     

    +

    mondeling amendement

    Overweging A

    mondeling am.

    PPE-DE (Sonik)

     

    +

    mondelinge amendementen

    mondeling am.

    PSE (Schulz)

     

    +

    1

    UEN

     

    mondeling am.

    Landsbergis

     

    +

    Na overw. B

    2

    UEN

     

    -

     

    stemming: resolutie (als geheel)

    HS

    +

    617, 0, 10

    Ontwerpresoluties fracties

    B6-0069/2005

     

    PSE

     

     

    B6-0070/2005

     

    Verts/ALE

     

     

    B6-0073/2005

     

    ALDE

     

     

    B6-0074/2005

     

    GUE/NGL

     

     

    B6-0076/2005

     

    PPE-DE

     

     

    B6-0077/2005

     

    UEN

     

     

    B6-0079/2005

     

    IND/DEM

     

     

    Verzoeken om hoofdelijke stemming

    ALDE, PPE-DE, Verts/ALE: eindstemming

    IND/DEM, UEN: am 1

    Verzoek om stemming in onderdelen

    IND/DEM:

    § 4

    deel 1: de hele tekst zonder de woorden ’culturele’ en ’religieuze’

    deel 2: deze woorden

    Diversen

    De PPE-DE-Fractie (de heer Sonik) stelde het volgende mondeling amendement op overweging A voor:

    A.

    overwegende dat het op 27 januari 2005 zestig jaar geleden is dat Hitlers nazi-vernietigingskamp in Auschwitz-Birkenau werd bevrijd, waar een gecombineerd totaal van 1, 5 miljoen joden, Roma, Polen, Russen en gevangenen van diverse andere nationaliteiten, evenals homoseksuelen , zijn vermoord; en dat dit niet alleen een belangrijke gelegenheid voor de Europese burgers is om de enorme verschrikking en tragedie van de holocaust te herdenken en te veroordelen, maar ook om in te gaan op de verontrustende opkomst van het antisemitisme en vooral van antisemitische incidenten in Europa, en om andermaal te beseffen hoe gevaarlijk het is zich tegen mensen te keren op grond van hun ras, etnische afkomst, godsdienst, politieke of seksuele voorkeur,

    De PPE-DE-Fractie (de heer Sonik) stelde het volgende mondeling amendement op paragraaf 5, streepje 2 voor:

    de educatie over de holocaust te stimuleren, door alle instellingen gewijd aan de herinnering aan de holocaust, met name het museum Auschwitz-Birkenau (Państwowe Muzeum Auschwitz-Birkenau w Oświęcimiu) en het voorlichtingscentrum over de holocaust in Berlijn (Stiftung Denkmal für die ermordeten Juden Europas), als Europese informatiebronnen te gebruiken, de behandeling van de holocaust en het Europese burgerschap tot vaste onderdelen van het lesprogramma in de hele EU te maken, en de huidige bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme tegen de achtergrond van de shoah (holocaust) te plaatsen;

    De PSE-Fractie (de heer Schulz) stelde het volgende mondeling amendement op overweging A voor:

    A.

    overwegende dat het op 27 januari 2005 zestig jaar geleden is dat nazi-Duitslands vernietigingskamp in Auschwitz-Birkenau werd bevrijd, waar honderdduizenden joden, Roma, homoseksuelen, Polen en gevangenen van diverse andere nationaliteiten zijn vermoord; en dat dit niet alleen een belangrijke gelegenheid voor de Europese burgers is om de enorme verschrikking en tragedie van de holocaust te herdenken en te veroordelen, maar ook om in te gaan op de verontrustende opkomst van het antisemitisme en vooral van antisemitische voorvallen in Europa, en om andermaal te beseffen hoe gevaarlijk het is zich tegen mensen te keren op grond van hun ras, etnische afkomst, godsdienst, politieke of seksuele voorkeur,

    M. De heer Landsbergis stelde het volgende mondeling amendement op overweging A voor:

    A.

    overwegende dat het op 27 januari 2005 zestig jaar geleden is dat Hitlers nazi- vernietigingskamp in Auschwitz-Birkenau werd bevrijd, waar honderdduizenden joden, Roma, homoseksuelen, Polen en gevangenen van diverse andere nationaliteiten zijn vermoord; en dat dit niet alleen een belangrijke gelegenheid voor de Europese burgers is om de enorme verschrikking en tragedie van de holocaust te herdenken en te veroordelen, maar ook om in te gaan op de verontrustende opkomst van het antisemitisme en vooral van antisemitische voorvallen in Europa, en om andermaal te beseffen hoe gevaarlijk het is zich tegen mensen te keren op grond van hun ras, etnische afkomst, godsdienst, sociale indeling , politieke of seksuele voorkeur,


    BIJLAGE II

    UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

    Gemeenschappelijke resolutie B6-0069/2005 — Antisemitisme

    Resolutie

    Voor: 617

    ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Birutis, Bonino, Bourlanges, Budreikaitė, Carlshamre, Cavada, Chatzimarkakis, Cocilovo, Cornillet, Costa Paolo, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Dičkutė, Di Pietro, Duff, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Huhne, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Karim, Klinz, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Lehideux, Letta, Ludford, Lynne, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Pistelli, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Savi, Sbarbati, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

    GUE/NGL: Adamou, Brie, Catania, Flasarová, Guidoni, Kaufmann, Kohlíček, Krarup, Liotard, McDonald, Markov, Meijer, Meyer Pleite, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Remek, Sjöstedt, Stroz, Triantaphyllides, Verges, Wagenknecht, Wurtz

    IND/DEM: Adwent, Batten, Belder, Blokland, Bloom, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Salvini, Sinnott, Speroni, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise, Wohlin, Železný

    NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kilroy-Silk, Kozlík, Martin Hans-Peter, Martinez, Masiel, Mote, Resetarits, Rutowicz

    PPE-DE: Albertini, Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Barsi-Pataky, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Berend, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Callanan, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Cesa, Chichester, Chmielewski, Coelho, Coveney, De Poli, Dehaene, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Freitas, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, de Grandes Pascual, Graça Moura, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hennicot-Schoepges, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Hybášková, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Lamassoure, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, López-Istúriz White, Lulling, Maat, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mathieu, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Novak, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Peterle, Pieper, Pīks, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Pál, Schmitt Ingo, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Seeberg, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stevenson, Strejček, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Toubon, Trakatellis, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vatanen, Ventre, Vernola, Vlasák, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

    PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bersani, Bösch, Bono, Bourzai, Bozkurt, Bresso, Bullmann, van den Burg, Busquin, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbey, Correia, Costa António, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, De Vits, Díez González, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fava, Fazakas, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Golik, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Harangozó, Haug, Hazan, Hedh, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Le Foll, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Lienemann, McAvan, McCarthy, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Navarro, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Paleckis, Panzeri, Patrie, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Poignant, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Savary, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Siwiec, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Szejna, Tabajdi, Tarand, Thomsen, Titley, Trautmann, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Xenogiannakopoulou, Yañez-Barnuevo García, Zani

    UEN: Angelilli, Aylward, Bielan, Didžiokas, Foglietta, Fotyga, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Libicki, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Vaidere

    Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Cramer, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hammerstein Mintz, Harms, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Joan i Marí, Jonckheer, Kallenbach, Kusstatscher, Lagendijk, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Özdemir, Onesta, Rühle, Schlyter, Schmidt, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

    Onthoudingen: 10

    GUE/NGL: Henin, Manolakou, Toussas

    NI: Claeys, Dillen, Schenardi, Vanhecke

    PPE-DE: Lombardo

    UEN: Camre

    Verts/ALE: van Buitenen


    AANGENOMEN TEKSTEN

     

    P6_TA(2005)0013

    Stabilisatie- en associatieovereenkomst EU/Kroatië ***

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting van een Protocol bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (COM(2004)0370 — 14211/2004 — C6-0028/2005 — 2004/0119(AVC))

    (Instemmingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie aan het Europees Parlement (COM(2004)0370 — 14211/2004) (1),

    gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 300, lid 3, tweede alinea, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin en artikel 310 van het EG-Verdrag (C6-0028/2005),

    gelet op artikel 75, artikel 83, lid 7 en artikel 43, lid 1 van zijn Reglement,

    gezien de aanbeveling van de Commissie buitenlandse zaken (A6-0011/2005),

    1.

    stemt in met sluiting van het Protocol;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Republiek Kroatië.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P6_TA(2005)0014

    Stabilisatie- en associatieovereenkomst EU/FYROM ***

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie betreffende de sluiting van het Protocol bij de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (COM(2004)0354 — 9856/2004 — 14025/2004 — C6-0003/2005 — 2004/0115(AVC))

    (Instemmingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel voor een besluit van de Raad en de Commissie aan het Europees Parlement (COM(2004)0354 — 9856/2004 — 14025/2004) (1),

    gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 300, lid 3, tweede alinea juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, tweede zin en artikel 310 van het EG-Verdrag (C6-0003/2005),

    gelet op artikel 75, artikel 83, lid 7 en artikel 43, lid 1 van zijn Reglement,

    gezien de aanbeveling van de Commissie buitenlandse zaken (A6-0011/2005),

    1.

    stemt in met de sluiting van het Protocol;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P6_TA(2005)0015

    Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst EU/Chili ***

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (COM(2004)0566 — C6-0022/2005 — 2004/0195(AVC))

    (Instemmingsprocedure)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2004)0566) (1),

    gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 300, lid 3, tweede alinea, juncto artikel 310 en artikel 300, lid 2, eerste alinea van het EG-Verdrag (C6-0022/2005),

    gelet op artikel 75, artikel 83, lid 7 en artikel 43, lid 1 van zijn Reglement,

    gezien de aanbeveling van de Commissie internationale handel (A6-0007/2005),

    1.

    stemt in met de sluiting van het protocol bij de overeenkomst;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Republiek Chili.


    (1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P6_TA(2005)0016

    Meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa *** II

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (10458/4/2004 — C6-0140/2004 — 2004/0025(COD))

    (Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

    Het Europees Parlement,

    gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (10458/4/2004 — C6-0140/2004),

    gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0096) (2),

    gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2004)0367) (3),

    gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

    gelet op artikel 62 van zijn Reglement,

    gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0002/2005),

    1.

    wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  Aangenomen teksten van 22 april 2004, P5_TA(2004)0364.

    (2)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    (3)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

    P6_TC2-COD(2004)0025

    Standpunt van het Europees Parlement, in tweede lezing vastgesteld op 27 januari 2005, met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2005/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 157, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

    Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

    Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De ontwikkeling van de informatiemaatschappij en de opkomst van breedband zullen gevolgen hebben voor het leven van elke burger in de Europese Unie, onder meer omdat zij de toegankelijkheid van kennis en nieuwe vormen van kennisverwerving stimuleren, waardoor de vraag naar nieuwe inhoud, toepassingen en diensten stijgt.

    (2)

    De internetpenetratie in de Gemeenschap groeit nog steeds in hoog tempo. De door het internet geboden mogelijkheden moeten worden benut om elk individu en elke organisatie in de Gemeenschap de maatschappelijke en economische voordelen van informatie- en kennisoverdracht te bieden. In Europa is nu de weg vrijgemaakt voor de benutting van het potentieel van digitale inhoud.

    (3)

    In de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 werd er de nadruk op gelegd dat de overgang naar een digitale kenniseconomie onder invloed van nieuwe goederen en diensten een sterke motor zal zijn voor groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid. Bovendien werd uitdrukkelijk erkend dat de inhoudindustrie een meerwaarde schept door de Europese culturele diversiteit te exploiteren en via netwerken te verspreiden.

    (4)

    In het Actieplan e-Europa 2005, waarin de strategie van Lissabon wordt uitgewerkt, wordt opgeroepen tot acties die de opkomst van veilige, via breedbandnetwerken te leveren diensten, toepassingen en inhoud moeten stimuleren om aldus een gunstig klimaat voor particuliere investeringen en het creëren van nieuwe banen te scheppen, de productiviteit te verhogen, overheidsdiensten te moderniseren en iedereen de gelegenheid te geven een rol te spelen in de wereldwijde informatiemaatschappij.

    (5)

    In Europa is er een duidelijk toenemende vraag naar digitale inhoud van hoge kwaliteit, met evenwichtige toegangs- en gebruikersrechten voor een brede gemeenschap: burgers, studenten, onderzoekers, kleine en middelgrote ondernemingen en andere zakelijke gebruikers, of mensen met specifieke behoeften, die hun kennis willen vergroten, of „hergebruikers” die digitale inhoudbronnen willen benutten om nieuwe diensten te creëren.

    (6)

    Deelnemers op de markt voor digitale inhoud zijn aanbieders van inhoud (met inbegrip van openbare en particuliere organisaties en instellingen die digitale inhoud creëren, verzamelen of bezitten) en gebruikers van inhoud (met inbegrip van organisaties en bedrijven die als eindgebruikers digitale inhoud hergebruiken en/of daar een meerwaarde aan geven). Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de deelneming van het midden- en kleinbedrijf.

    (7)

    Het programma e-Inhoud (2001-2004), aangenomen bij Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 (3), heeft de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op internet en de taaldiversiteit van Europese websites in de informatiemaatschappij bevorderd. In de mededeling van de Commissie van 10 oktober 2003 betreffende de tussentijdse evaluatie van het programma e-Inhoud wordt het belang van maatregelen op dit gebied bevestigd.

    (8)

    Door het voortschrijden van de technologie is het mogelijk inhoud een meerwaarde te geven in de vorm van ingebedde kennis en de interoperabiliteit op dienstenniveau te verbeteren, hetgeen fundamenteel is voor de toegang tot en de verspreiding van digitale inhoud. Dit geldt met name voor de sectoren van algemeen belang waarop dit programma zich moet richten.

    (9)

    Het bevorderen van solide bedrijfsmodellen zal de continuïteit van de in het kader van het programma opgestarte projecten ten goede komen en aldus betere voorwaarden scheppen voor een groter economisch rendement van diensten die zijn gebaseerd op toegang tot en hergebruik van digitale inhoud.

    (10)

    Er wordt een regelgevingskader gedefinieerd om in te spelen op de uitdagingen van digitale inhoud in de informatiemaatschappij (4)  (5)  (6).

    (11)

    Door uiteenlopende praktijken in de lidstaten blijven er technische belemmeringen bestaan voor grootschalige toegang, gebruik, hergebruik en exploitatie van overheidsinformatie in de Gemeenschap.

    (12)

    Wanneer digitale inhoud ook betrekking heeft op persoonsgegevens, dienen de Richtlijnen 95/46/EG (7) en 2002/58/EG (8) in acht te worden genomen en moet de technologie de privacy eerbiedigen en, waar mogelijk, verhogen.

    (13)

    Acties van de Gemeenschap ten aanzien van de inhoud van informatie dienen het meertalige en multiculturele karakter van de Gemeenschap te versterken.

    (14)

    De voor de uitvoering van dit besluit vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (9).

    (15)

    De Commissie dient zorg te dragen voor de complementariteit en synergie met verwante initiatieven en programma's van de Gemeenschap, in het bijzonder die op het gebied van onderwijs en cultuur en het Europese interoperabiliteitskader.

    (16)

    Bij dit besluit wordt voor de totale duur van het programma een financieel kader vastgesteld dat voor de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure het voornaamste referentiepunt zal zijn in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (10).

    (17)

    Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk de verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa, wegens het transnationale karakter van de onderliggende vraagstukken niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, wegens de Europese dimensie en gevolgen van de actie, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel als opgenomen in dat artikel gaat dit besluit niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstellingen te bereiken,

    BESLUITEN:

    Artikel 1

    Doelstelling van het programma

    1.   Bij dit besluit wordt een programma van de Gemeenschap voor de periode 2005-2008 vastgesteld dat de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa moet verbeteren om aldus de ontwikkeling en verspreiding van informatie — op gebieden van algemeen belang — op het niveau van de Gemeenschap te bevorderen.

    Het programma wordt het „e-Inhoud-plus”-programma genoemd („het programma”).

    2.   Om de algemene doelstelling van het programma te verwezenlijken, worden de volgende actielijnen gevolgd:

    a)

    bevordering op communautair niveau van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud;

    b)

    bevordering van kwaliteitsverbetering en stimulering van de beste praktijken in verband met digitale inhoud onder aanbieders van inhoud en gebruikers, in alle sectoren;

    c)

    verbetering van de samenwerking tussen en voorlichting aan marktdeelnemers op het gebied van digitale inhoud.

    Zoals aangegeven in bijlage I zijn de in het kader van deze actielijnen te verrichten activiteiten gericht op de doelgebieden overheidsinformatie, ruimtelijke informatie, en educatieve, culturele en wetenschappelijke inhoud. Het programma wordt uitgevoerd overeenkomstig bijlage II.

    Artikel 2

    Deelname

    1.   Deelname aan het programma staat open voor in de lidstaten gevestigde juridische eenheden. In de kandidaat-lidstaten gevestigde juridische eenheden kunnen eveneens aan het programma deelnemen overeenkomstig bestaande of te sluiten bilaterale overeenkomsten met die landen.

    2.   Deelname aan het programma is mogelijk voor juridische eenheden die gevestigd zijn in EVA-landen die partij zijn bij de EER-overeenkomst, zulks in overeenstemming met het bepaalde in die overeenkomst.

    3.   Deelname aan het programma zonder financiële steun van de Gemeenschap is mogelijk voor in derde landen gevestigde juridische eenheden en internationale organisaties, op voorwaarde dat deze deelname werkelijk bijdraagt tot de uitvoering van het programma. Een besluit daarover wordt genomen overeenkomstig de in artikel 4, lid 2, bedoelde procedure.

    Artikel 3

    Bevoegdheden van de Commissie

    1.   De Commissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma.

    2.   De Commissie stelt op basis van dit besluit een werkprogramma op.

    3.   Bij de uitvoering van het programma zorgt de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten voor de algehele samenhang en complementariteit met andere communautaire beleidsmaatregelen, programma's en acties die van invloed zijn op de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud en de bevordering van taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij, meer in het bijzonder met de communautaire programma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling IDA, eTen, e-insluiting, e-leren, MODINIS en veiliger internet.

    4.   De Commissie neemt volgens de procedure van artikel 4, lid 2, een besluit over de volgende aangelegenheden:

    a)

    goedkeuring en wijziging van het werkprogramma;

    b)

    bepaling van de criteria voor en de inhoud van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen overeenkomstig de doelstelling van artikel 1;

    c)

    beoordeling van de projecten die in het kader van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen worden ingediend voor communautaire financiering met een geraamde communautaire bijdrage van 1 000 000 EUR of meer;

    d)

    afwijkingen van de regels van bijlage II.

    5.   De Commissie houdt het comité van artikel 4 op de hoogte van de voortgang bij de uitvoering van het programma.

    Artikel 4

    Comité

    1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

    2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

    De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

    3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 5

    Toezicht en evaluatie

    1.   Om te waarborgen dat de steun van de Gemeenschap doeltreffend wordt aangewend, draagt de Commissie er zorg voor dat de acties uit hoofde van dit besluit vooraf beoordeeld, tijdens de uitvoering gevolgd en achteraf geëvalueerd worden.

    2.   De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van projecten in het kader van dit programma. De Commissie evalueert de wijze waarop de projecten zijn uitgevoerd en het effect ervan om na te gaan of de oorspronkelijke doelstellingen zijn bereikt.

    3.   De Commissie legt uiterlijk medio 2006 een verslag over de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde actielijnen voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. Daarin deelt de Commissie mee of de bedragen voor 2007-2008 binnen de financiële vooruitzichten blijven. In voorkomend geval neemt de Commissie de nodige maatregelen in het kader van de begrotingsprocedures voor 2007-2008 om te waarborgen dat de jaarlijkse toewijzingen binnen de financiële vooruitzichten blijven. De Commissie dient na afloop van het programma een definitief evaluatieverslag in.

    4.   De Commissie doet het Europees Parlement en de Raad de resultaten van haar kwantitatieve en kwalitatieve evaluaties toekomen tezamen met alle passende voorstellen tot wijziging van dit besluit. De resultaten worden voorgelegd vóór de indiening van de ontwerp-begrotingen voor de jaren 2007 en 2009.

    Artikel 6

    Financieel kader

    1.   Het financiële kader voor de uitvoering van de acties van de Gemeenschap krachtens dit besluit voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 bedraagt 149 000 000 EUR , waarvan 55 600 000 EUR voor de periode tot en met 31 december 2006.

    2.   Voor de periode na 31 december 2006 wordt het bedrag geacht te zijn bevestigd indien het in deze fase binnen de financiële vooruitzichten blijft die gelden voor de periode die in 2007 begint.

    3.   De jaarlijkse toewijzingen voor de periode van 2005 tot en met 2008 worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten. In bijlage III staat een indicatieve verdeling van de uitgaven.

    Gedaan te Brussel, op ...

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    Voor de Raad

    De voorzitter


    (1)  Advies uitgebracht op 29 april 2004(PB C 117 van 30.4.2004, blz. 49).

    (2)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 april 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 24 september 2004 (PB C 25 E van 1.2.2005, blz. 19) en standpunt van het Europees Parlement van 27 januari 2005.

    (3)  PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32.

    (4)  Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 90).

    (5)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

    (6)  Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).

    (7)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31). Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    (8)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

    (9)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    (10)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

    BIJLAGE I

    ACTIES

    I.   INLEIDING

    De algemene doelstelling van e-Inhoud-plus is de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa te verbeteren om aldus de ontwikkeling en verspreiding van informatie — op gebieden van algemeen belang — op het niveau van de Gemeenschap te bevorderen.

    Het moet betere voorwaarden scheppen voor de ontsluiting en het beheer van digitale inhoud en diensten in een meertalige en multiculturele omgeving. Het moet de keuzemogelijkheden van de gebruiker verruimen en ondersteuning bieden voor de nieuwe interactieve gebruiksmogelijkheden van digitale inhoud waarin extra kennisniveaus verwerkt zijn, een inmiddels welhaast essentieel element om inhoud dynamischer te maken en beter op een specifieke context (leren, cultuur, mensen met specifieke behoeften, enz.) af te stemmen.

    Het programma moet de weg effenen voor een gestructureerd kader voor digitale inhoud van hoge kwaliteit in Europa — de Europese digitale-inhoudruimte — door de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken en kruisbestuiving tussen inhoudsectoren, aanbieders van inhoud en gebruikers te stimuleren.

    Er staan drie soorten maatregelen op het programma:

    a)

    bevordering op communautair niveau van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud;

    b)

    bevordering van kwaliteitsverbetering en stimulering van de beste praktijken in verband met digitale inhoud onder aanbieders van inhoud en gebruikers, in alle sectoren;

    c)

    verbetering van de samenwerking tussen en voorlichting aan marktdeelnemers op het gebied van digitale inhoud.

    II.   ACTIELIJNEN

    A.   Bevordering op communautair niveau van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud

    De in het kader van deze actielijnen te verrichten activiteiten omvatten de vorming van netwerken en allianties tussen de diverse marktdeelnemers om de ontwikkeling van nieuwe diensten te bevorderen.

    Doelgebieden zijn overheidsinformatie, ruimtelijke informatie, leren en culturele inhoud.

    De nadruk zal komen te liggen op:

    a)

    bevordering van een groter bewustzijn van het belang, de commerciële waarde en de maatschappelijke implicaties van overheidsinformatie. De activiteiten zullen het daadwerkelijk gebruik en de exploitatie van overheidsinformatie over de grenzen heen tussen openbare instanties en particuliere organisaties, met inbegrip van het MKB, voor informatieproducten en -diensten met een toegevoegde waarde bevorderen;

    b)

    bevordering van een ruimer gebruik van ruimtelijke informatie door overheidsinstanties, particuliere bedrijven,met inbegrip van het MKB, en burgers door middel van samenwerkingsmechanismen op Europees niveau. Bij de activiteiten dient zowel op de technische als op de organisatorische aspecten te worden ingegaan en te worden vermeden dat territoriale gegevensbestanden elkaar overlappen of onvoldoende ontwikkeld worden. Daarbij dient de grensoverschrijdende interoperabiliteit te worden gestimuleerd zodat coördinatie tussen cartografische bureaus mogelijk wordt en op Europees niveau nieuwe diensten voor mobiele gebruikers kunnen worden ontwikkeld. Zij dienen ook het gebruik van open normen te ondersteunen;

    c)

    bevordering van de toename van het aantal open Europese kennispools voor digitale objecten ten behoeve van onderwijs- en onderzoekgemeenschappen en particulieren. Deze activiteiten moeten bijdragen tot het ontstaan van trans-Europese bemiddelingsdiensten voor digitale leerinhoud, met bijbehorende bedrijfsmodellen. Deze activiteiten dienen ook het gebruik van open normen te bevorderen, alsmede de vorming van grote gebruikersgroepen die de normvoorbereidings- en specificatieschema's analyseren en testen, zodat bij de definitie van wereldwijde normen voor digitale leerinhoud rekening wordt gehouden met de Europese meertaligheid en multiculturaliteit;

    d)

    bevordering van het ontstaan van trans-Europese informatie-infrastructuren voor het toegankelijk maken en benutten van hoogwaardige Europese digitale culturele en wetenschappelijke hulpbronnen door de koppeling van virtuele bibliotheken, gemeenschapsgeheugens, enz. De activiteiten dienen mede betrekking te hebben op gecoördineerde werkwijzen voor het digitaliseren en opbouwen van verzamelingen, het bewaren van digitale objecten en het inventariseren van culturele en wetenschappelijke hulpbronnen. Zij dienen de toegang tot digitale culturele en wetenschappelijke hulpbronnen te verbeteren door doeltreffende licentieformules en collectieve voorafgaande vereffening van rechten.

    B.   Bevordering van kwaliteitsverbetering en stimulering van de beste praktijken in verband met digitale inhoud onder aanbieders van inhoud en gebruikers, in alle sectoren

    De in het kader van deze actielijnen te verrichten activiteiten moeten de inventarisatie en brede verspreiding van beste praktijken op het gebied van methoden, processen en operaties vergemakkelijken teneinde een hogere kwaliteit, efficiëntie en doeltreffendheid bij ontwikkeling, gebruik en verspreiding van digitale inhoud te bereiken.

    Deze activiteiten omvatten experimenten om de zoekmogelijkheden, bruikbaarheid, herbruikbaarheid, combinatiemogelijkheden en interoperabiliteit van digitale inhoud mee aan te tonen binnen de context van het huidige wetgevingskader, waarbij van meet af aan wordt voldaan aan de eisen van de verschillende doelgroepen en -markten in een steeds meertaliger en multiculturelere omgeving, waardoor deze experimenten verder gaan dan gewone lokaliseringstechnologieën.

    Deze activiteiten moeten gebruik maken van de voordelen van de verrijking van digitale inhoud met machineleesbare data (semantisch goed gedefinieerde metagegevens op basis van beschrijvende terminologie, woordenlijsten en ontologieën).

    De experimenten worden themagewijs uitgevoerd. De verzameling, verspreiding en intersectoriële kruisbestuiving van de verworven kennis zijn een integrerend onderdeel van de experimenten.

    De doelgebieden zijn overheidsinformatie, ruimtelijke informatie, digitaal leren en culturele inhoud en wetenschappelijke digitale inhoud.

    C.   Verbetering van de samenwerking tussen en voorlichting aan marktdeelnemers op het gebied van digitale inhoud.

    De in het kader van deze actielijnen te verrichten activiteiten omvatten onder meer flankerende maatregelen voor wetgeving op het gebied van digitale inhoud, maatregelen voor meer samenwerking tussen marktdeelnemers op het gebied van digitale inhoud en voorlichting. Zij dienen bij te dragen tot de ontwikkeling van instrumenten voor benchmarking, toezicht en analyse, de evaluatie van de invloed van het programma en de verspreiding van de resultaten daarvan. Nieuwe mogelijkheden en problemen (zoals vertrouwen, kwaliteitsmerken, intellectuele eigendomsrechten in de educatieve sector) worden in kaart gebracht en geanalyseerd en zo nodig worden er voorstellen voor oplossingen aangedragen.

    BIJLAGE II

    INSTRUMENTEN VOOR DE UITVOERING VAN HET PROGRAMMA

    1.

    De Commissie voert het programma uit met inachtneming van de technische specificaties van bijlage I.

    2.

    Het programma wordt uitgevoerd door middel van onder meer de onderstaande werkzaamheden onder contract:

    a)

    werkzaamheden voor gezamenlijke rekening

    i)

    projecten met het oog op kennisverruiming om bestaande producten, processen en/of diensten te verbeteren en/of te voorzien in de behoeften van het Gemeenschapsbeleid. De bijdrage van de Gemeenschap bedraagt doorgaans niet meer dan 50 % van de kosten van het project. Overheidslichamen kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding op basis van 100 % van de extra kosten;

    ii)

    activiteiten op het gebied van beste praktijken voor kennisverspreiding. Deze vinden gewoonlijk themagewijs plaats en worden onderling gekoppeld door thematische netwerken. De bijdrage van de Gemeenschap voor de onder dit punt bedoelde maatregelen beperkt zich tot de directe uitgaven die noodzakelijk of wenselijk worden geacht voor de specifieke doelstellingen van de actie;

    iii)

    thematische netwerken: netwerken van uiteenlopende marktdeelnemers rond een bepaalde technologische en organisatorische doelstelling om coördinatie en kennisoverdracht te verbeteren. Deze kunnen samenhangen met activiteiten op het gebied van beste praktijken. Steun wordt verleend voor subsidiabele meerkosten voor het coördineren en opzetten van het netwerk. De bijdrage van de Gemeenschap kan de subsidiabele meerkosten van deze maatregelen dekken;

    b)

    begeleidende maatregelen

    begeleidende maatregelen dragen bij tot de uitvoering van het programma of de voorbereiding van toekomstige activiteiten. Maatregelen die gericht zijn op het in de handel brengen van producten, processen of diensten, marketingactiviteiten en verkoopbevordering zijn uitgesloten;

    i)

    studies ter ondersteuning van het programma, met inbegrip van de voorbereiding van toekomstige activiteiten;

    ii)

    informatie-uitwisseling, conferenties, seminars, workshops of andere vergaderingen en het beheer van thematische activiteiten;

    iii)

    verspreidings-, voorlichtings- en communicatieactiviteiten.

    3.

    De selectie van de werkzaamheden voor gezamenlijke rekening geschiedt op basis van op de website van de Commissie te publiceren uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, conform de geldende financiële bepalingen.

    4.

    Aanvragen voor een bijdrage van de Gemeenschap dienen waar zulks van toepassing is vergezeld te gaan van een financieel plan met een uitsplitsing van de kosten per projectonderdeel, onder vermelding van de bijdrage die van de Gemeenschap wordt verlangd en eventuele andere verzoeken om subsidies of toegekende subsidies uit andere bronnen.

    5.

    Begeleidende maatregelen worden uitgevoerd op basis van aanbestedingen conform de geldende financiële bepalingen.

    BIJLAGE III

    INDICATIEVE VERDELING VAN DE UITGAVEN

    1.

    Bevordering op communautair niveau van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud: 40-50 %

    2.

    Bevordering van kwaliteitsverbetering en stimulering van de beste praktijken in verband met digitale inhoud onder aanbieders van inhoud en gebruikers, in alle sectoren: 45-55 %

    3.

    Verbetering van de samenwerking tussen en voorlichting aan marktdeelnemers op het gebied van digitale inhoud: 8-12%

    P6_TA(2005)0017

    Situatie in het Midden-Oosten

    Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in het Midden-Oosten

    Het Europees Parlement,

    gezien zijn vorige resoluties over de situatie in het Midden-Oosten, in het bijzonder de resolutie van 23 oktober 2003 (1),

    gezien de resoluties 242, 338, 425, 1373 en 1397 van de VN-Veiligheidsraad,

    gezien de uitkomst van de Palestijnse presidentsverkiezingen,

    gezien de verklaring van de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie en de verklaring van de EP-waarnemersdelegatie,

    gezien de door het Kwartet opgestelde routekaart voor de vrede van 30 april 2003,

    gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de Palestijnse presidentsverkiezingen bevredigend zijn verlopen ondanks de moeilijke omstandigheden als gevolg van de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden; dat deze verkiezingen een cruciale kans bieden om het vredesproces nieuw leven in te blazen en tot voorbeeld kunnen strekken voor andere verkiezingen in de regio,

    B.

    bezorgd over de invloed van de bezetting op de verkiezingen getuige de beperking van de bewegingsvrijheid van zowel kandidaten als stemmers, over de arrestaties van korte duur en het lastig vallen van sommige kandidaten die probeerden potentiële stemmers in Oost-Jeruzalem te bereiken en over de ernstige beperkingen die inwoners van Jeruzalem zijn opgelegd bij de uitoefening van hun stemrecht,

    C.

    overwegende dat de recente terreuraanslagen, bedoeld om de onderhandelingsinspanningen te ondermijnen, zijn gepleegd juist op een moment waarop werkelijk hoop bestaat op hervatting van het politieke proces; bezorgd over de gevolgen van deze aanslagen en van de vergeldingsacties zowel wat betreft de slachtoffers aan beide zijden als de verdere beperkingen voor de Palestijnen,

    1.

    is verheugd over het succes van de eerste presidentsverkiezingen sinds 1996 en met name over de opkomst; prijst het Palestijnse volk en autoriteiten voor de wijze waarop zij ondanks de bezetting hun democratische gezindheid hebben getoond, in het bijzonder de Palestijnse vrouwen die hebben bijgedragen tot een goed verloop van de verkiezingen en in groten getale hebben gestemd;

    2.

    is van oordeel dat de nieuwe president van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas, en de andere kandidaten onder de gegeven omstandigheden op verantwoordelijke wijze campagne hebben gevoerd en de internationale normen in acht hebben genomen;

    3.

    dringt er in het licht van de komende Palestijnse parlementsverkiezingen bij Israël op aan het internationaal erkende recht van alle inwoners van Oost-Jeruzalem om te stemmen, volledig te eerbiedigen en het verkiezingsproces te vergemakkelijken door ervoor te zorgen dat de belemmeringen waarvan sprake was tijdens de presidentsverkiezingen, zijn opgeheven wanneer de parlementsverkiezingen worden gehouden;

    4.

    uit zijn waardering voor het goede werk van de EU-waarnemingsmissie en roept de Raad en de Commissie op een andere missie voor de parlementsverkiezingen in juli 2005 voor te bereiden met het oog op het streven naar ondersteuning van pluralisme en een evenwichtige toegang tot de media voor alle kandidaten en het in samenwerking met de Israëlische autoriteiten zoeken naar wegen om de problemen voor de in Oost-Jeruzalem wonende Palestijnen op te lossen;

    5.

    stelt bezorgd vast dat een groot aantal leden van de Palestijnse centrale kiescommissie is afgetreden uit protest tegen de politieke druk op de verkiezingsdag om de stembureaus langer open te houden;

    6.

    nodigt de nieuwe Israëlische regering en de Palestijnse Autoriteit uit gebruik te maken van de kans die de resultaten van de verkiezingen bieden en de onderhandelingen nieuw leven in te blazen; roept de EU op om in het kader van het Kwartet met spoed initiatieven te ontwikkelen, vooral ten opzichte van de Verenigde Staten, in overeenstemming met hun complementaire rol in het vredesproces, teneinde een nieuwe fase te openen van intensieve wederzijdse samenwerking en zich opnieuw gezamenlijk in te spannen om vrede in de regio te brengen;

    7.

    verzoekt de Raad, de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB en de Commissie in dit proces ten volle hun rol te vervullen, bijstand te blijven verlenen aan de Palestijnse Autoriteit en het Palestijnse volk en de dialoog met Israël te ontwikkelen, in het kader van het proces van Barcelona en het Europese nabuurschapsbeleid, in overeenstemming met de reeds door Raad vastgestelde actieplannen;

    8.

    moedigt president Abbas aan om zijn bereidheid het geweld te beëindigen in daden om te zetten, en is verheugd over de maatregelen van president Abbas, alsmede over zijn bereidheid de Palestijnse veiligheidsdiensten te hervormen en beter te controleren en zich volledig in te zetten voor een dialoog met alle betrokken partijen; meent dat volledige politieke ondersteuning door de VS en de EU, alsmede actieve samenwerking van Israëlische zijde, van essentieel belang is om deze doelstellingen te verwezenlijken;

    9.

    verzoekt de Palestijnse Autoriteit om het streven van het Palestijnse volk naar democratie te erkennen en zich in te zetten voor de rechtsstaat, een onafhankelijke rechterlijke macht, een betere scheiding tussen wetgevende en uitvoerende macht, behoorlijk bestuur — met inbegrip van transparante rekeningen en verantwoording — en de bestrijding van corruptie;

    10.

    verklaart eens te meer, juist op dit specifieke moment, dat een oplossing voor het conflict in het Midden-Oosten alleen haalbaar is indien onderhandelingen tot een solide en definitief vredesakkoord leiden, zoals aangegeven in de routekaart, die nog steeds van kracht is, zonder voorafgaande voorwaarden, gebaseerd op de aanwezigheid van twee democratische, soevereine en levensvatbare staten die vreedzaam naast elkaar bestaan binnen veilige en erkende grenzen:

    11.

    is van oordeel dat een duurzame vrede alleen te realiseren is met een werkelijke benadering van onder uit waarbij, de naar een dialoog strevende maatschappelijke actoren van beide zijden worden betrokken; doet in dit verband een beroep op het Kwartet om ten volle gebruik te maken van het Akkoord van Genève dat een aanvulling vormt op de routekaart en de voortzetting van de onderhandelingen tussen de maatschappelijke actoren in dit kader te vergemakkelijken;

    12.

    veroordeelt alle terroristische aanvallen en gewelddaden van beide kanten; verzoekt de gewapende Palestijnse groeperingen af te zien van aanslagen en herinnert ze eraan dat alle vormen van terrorisme en geweld niet alleen leiden tot verlies van onschuldige levens maar tevens schadelijk zijn voor het vredesproces en de levensomstandigheden van de burgerbevolking; verzoekt de Israëlische regering af te zien van vergeldingsacties en op te houden met buitengerechtelijke executies;

    13.

    doet een beroep op de Israëlische regering om zich terug te trekken uit de Gazastrook en andere delen van de bezette gebieden, bij wijze van geloofwaardige eerste stap bij de tenuitvoerlegging van de routekaart en de resoluties van de VN-Veiligheidsraad op weg naar een duurzame vrede, en om Egypte, als eerste buurland dat zijn goedkeuring aan dit plan heeft gehecht, en de Palestijnse autoriteiten, onder toezicht van een internationale waarnemersmissie, bij dit proces en de onderhandelingen hierover te betrekken; doet een beroep op de Raad om uit te zoeken hoe hierbij de nodige bijstand te verlenen;

    14.

    herhaalt zijn oproep aan de Israëlische regering om de uitbreiding van nederzettingen te staken, met name in de regio Jeruzalem, de bouw van de muur stop te zetten en de vierde Conventie van Genève volledig te eerbiedigen en aldus een einde te maken aan de schending van het internationale recht;

    15.

    bevestigt de steun van de EU voor het vredesproces en stelt een economisch ontwikkelingsplan voor, waarop door de Europese Unie toezicht moet worden uitgeoefend, om de regio een stevige basis voor welvaart en stabiliteit te bieden;

    16.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse Wetgevende Raad, de Israëlische regering en de Knesset, de regering van de VS, de regering van de Russische Federatie en de secretaris-generaal van de VN.


    (1)  PB C 82 E van 1.4.2004, blz. 610.

    P6_TA(2005)0018

    De holocaust, antisemitisme en racisme

    Resolutie van het Europees Parlement over de herdenking van de holocaust, antisemitisme en racisme

    Het Europees Parlement,

    gezien de artikelen 2, 6, 7 en 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 13 van het EG-Verdrag uit hoofde waarvan de lidstaten verplicht zijn de hoogste normen op het gebied van mensenrechten en niet-discriminatie te handhaven, alsook het Europees Handvest van de grondrechten,

    gezien zijn eerdere resoluties over racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme van 27 oktober 1994 (1), 27 april 1995 (2), 26 oktober 1995 (3), 30 januari 1997 (4) en 16 maart 2000 (5), het verslag van zijn Onderzoekscommissie racisme en vreemdelingenhaat uit 1990 en zijn schriftelijke verklaring van 7 juli 2000 over de herinnering aan de Holocaust (6),

    gezien Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (7), en de diverse rapporten van dit Waarnemingscentrum over racisme in de EU, waaronder „Manifestations of anti-Semitism in the EU 2002-2003” en „Perceptions of anti-Semitism in the European Union”, die beide in maart 2004 zijn verschenen,

    gezien de Verklaring van Berlijn van de tweede OVSE-Conferentie over antisemitisme, die op 28 en 29 april 2004 in Berlijn is gehouden, en de recente benoeming door de OVSE van de persoonlijke vertegenwoordiger voor de bestrijding van antisemitisme,

    gezien de Verklaring van Stockholm van het Internationaal Forum over de holocaust (Stockholm, 26-28 januari 2000), waarin wordt aangedrongen op meer educatie over de holocaust,

    gezien het feit dat 27 januari 2005 in een aantal lidstaten van de EU is uitgeroepen tot herdenkingsdag van de holocaust,

    gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat het op 27 januari 2005 zestig jaar geleden is dat nazi-Duitslands vernietigingskamp in Auschwitz-Birkenau werd bevrijd, waar een gecombineerd totaal van 1,5 miljoen joden, Roma, Polen, Russen en gevangen van diverse andere nationaliteiten, evenals homoseksuelen, zijn vermoord; en dat dit niet alleen een belangrijke gelegenheid voor de Europese burgers is om de enorme verschrikking en tragedie van de holocaust te herdenken en te veroordelen, maar ook om in te gaan op de verontrustende opkomst van het antisemitisme en vooral van antisemitische incidenten in Europa, en om andermaal te beseffen hoe gevaarlijk het is zich tegen mensen te keren op grond van hun ras, etnische afkomst, godsdienst, sociale indeling, politieke of seksuele voorkeur,

    B.

    overwegende dat Europa zijn eigen geschiedenis niet mag vergeten: de door de nazi's gebouwde concentratie- en vernietigingskampen behoren tot de schandelijkste en pijnlijkste bladzijden in de geschiedenis van ons continent; dat de in Auschwitz begane misdaden moeten voortleven in het geheugen van toekomstige generaties, als waarschuwing tegen een dergelijke volkenmoord, die voortsproot uit verachting van andere mensen, haat, antisemitisme, racisme en totalitarisme,

    C.

    overwegende dat discriminatie op grond van godsdienst en etnische afkomst nog steeds op diverse niveaus voorkomt, ondanks de belangrijke maatregelen die de Europese Unie uit hoofde van artikel 13 van het EG-Verdrag heeft genomen,

    D.

    overwegende dat de joden in Europa zich steeds onveiliger voelen ten gevolge van het antisemitisme dat wordt verbreid via internet en dat zich uit in de ontheiliging van synagogen, begraafplaatsen en andere godsdienstige oorden, en in aanvallen op joodse scholen en cultuurcentra, en aanvallen op joden in Europa waarbij talrijke gewonden vallen,

    E.

    overwegende dat de holocaust weliswaar in het bewustzijn van de Europeanen is gekerfd, vooral door de moordzuchtige haat jegens joden en Roma op basis van hun religieuze en rassenidentiteit, maar dat het antisemitisme, en de op ras en godsdienst gebaseerde vooroordelen toch nog steeds een zeer ernstige bedreiging vormen voor de slachtoffers ervan alsmede voor de Europese en internationale waarden van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat, en derhalve voor de veiligheid van Europa en de wereld als zodanig,

    F.

    overwegende dat met de media een ononderbroken dialoog moet worden gevoerd over de wijze waarop hun verslaggeving en commentaren zowel een positieve als negatieve bijdrage kunnen leveren tot de waarneming en het begrip van religieuze, etnische en rassenkwesties en tot de presentatie van de historische waarheid,

    1.

    bewijst eer aan alle slachtoffers van de nazi's en is ervan overtuigd dat duurzame vrede in Europa gebaseerd moet zijn de herinnering aan de Europese geschiedenis; verwerpt en veroordeelt revisionistische denkbeelden als beschamend en in strijd met de historische waarheid; en spreekt zijn bezorgdheid uit over de opkomst van extremistische en xenofobe partijen en de groeiende acceptatie van hun opvattingen door de publieke opinie;

    2.

    verzoekt de instellingen van de Europese Unie, de lidstaten en alle Europese democratische politieke partijen:

    elke daad van onverdraagzaamheid en het aanzetten tot rassenhaat, alsook elke daad van intimidatie en racistisch geweld te veroordelen;

    met name elke daad of uitdrukking van antisemitisme, van welke aard ook, onvoorwaardelijk te veroordelen;

    met name alle gewelddaden te veroordelen die worden ingegeven door godsdienst- of rassenhaat of onverdraagzaamheid, met inbegrip van aanvallen op religieuze plaatsen, locaties en heiligdommen van joden, moslims of andere geloofsrichtingen, alsmede op minderheden, zoals de Roma;

    3.

    doet een beroep op de Raad en de Commissie, alsmede op de diverse niveaus van plaatselijk, regionaal en nationaal bestuur van de lidstaten om hun optreden ter bestrijding van het antisemitisme en de aanvallen op minderheden als Roma en immigranten in de lidstaten te coördineren, teneinde de beginselen van tolerantie en niet-discriminatie te schragen en de sociale, economische en politieke integratie te bevorderen;

    4.

    is ervan overtuigd dat deze inspanningen ook de bevordering van dialoog en samenwerking tussen de verschillende segmenten van de samenleving op lokaal en nationaal niveau moeten omvatten, waarbij met name ook moet worden gedacht aan dialoog en samenwerking tussen de verschillende culturele, etnische en religieuze gemeenschappen;

    5.

    herhaalt zijn overtuiging dat herinnering en onderwijs een essentiële rol spelen bij de pogingen om een einde te maken aan onverdraagzaamheid, discriminatie en racisme, en doet een beroep op de Raad, de Commissie en de lidstaten om de strijd tegen antisemitisme en racisme te intensiveren door met name jongeren beter te doordringen van de geschiedenis en de lessen van de holocaust door:

    de herinnering aan de holocaust te bevorderen, mede door 27 januari in de gehele Unie uit te roepen tot Europese herdenkingsdag van de holocaust,

    de educatie over de holocaust te stimuleren, door alle instellingen gewijd aan de herinnering aan de holocaust, met name het museum Auschwitz-Birkenau (Państwowe Muzeum Auschwitz-Birkenau w Oświęcimiu) en het voorlichtingscentrum over de holocaust in Berlijn (Stiftung Denkmal für die ermordeten Juden Europas), als Europese bronnen te gebruiken, de behandeling van de holocaust en het Europese burgerschap tot vaste onderdelen van het lesprogramma in de hele EU te maken, en de huidige bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme tegen de achtergrond van de shoah (holocaust) te plaatsten;

    ervoor te zorgen dat de onderwijsprogramma's van de 25 EU-landen de tweede wereldoorlog met de grootst mogelijke historische nauwkeurigheid behandelen, en door gebruik te maken van het feit dat het Parlement in de begroting 2005 middelen heeft opgenomen waarmee scholen in de gehele EU oorlogsgraven en monumenten kunnen adopteren;

    6.

    is verheugd over het door het Luxemburgse voorzitterschap aangekondigde voornemen om de in het slop geraakte besprekingen over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat (8) weer op te starten, en dringt er bij de Raad op aan overeenstemming te bereiken over een Europees verbod op het aanzetten tot religieuze en rassenhaat onder waarborging van de legitieme vrijheid van meningsuiting;

    7.

    verzoekt de Commissie een onderzoek te beginnen naar de toepassing van de op aanscherping van de antidiscriminatiemaatregelen van de Europese Unie gerichte Richtlijn 2000/43/EG (9) (gelijke behandeling ongeacht ras), en een grote conferentie te organiseren met alle betrokken actoren, met name politieke vertegenwoordigers, openbare instellingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau alsmede NGO's en verenigingen die op dit terrein actief zijn;

    8.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en kandidaat-landen.


    (1)  PB C 323 van 21.11.1994, blz. 154.

    (2)  PB C 126 van 22.5.1995, blz. 75.

    (3)  PB C 308 van 20.11.1995, blz. 140.

    (4)  PB C 55 van 24.2.1997, blz. 17.

    (5)  PB C 377 van 29.12.2000, blz. 366.

    (6)  PB C 121 van 24.4.2001, blz. 503.

    (7)  PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1.

    (8)  PB C 75 E van 26.3.2002, blz. 269.

    (9)  PB L 180 van 19.7.2000, blz. 22.


    Top