Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Operation SOPHIA: de bestrijding van mensenhandel in het Middellandse Zeegebied

Legal status of the document This summary has been archived and will not be updated, because the summarised document is no longer in force or does not reflect the current situation.

Operation SOPHIA: de bestrijding van mensenhandel in het Middellandse Zeegebied

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit (GBVB) 2015/778 inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het zuidelijke deel van het centrale Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED)

WAT IS HET DOEL VAN DIT BESLUIT?

Met dit besluit wordt tot een militaire crisisbeheersingsoperatie door de EU besloten met de bedoeling om de netwerken voor mensensmokkel en -handel in het zuidelijke deel van het centrale Middellandse Zeegebied te verstoren (EUNAVFOR MED, omgedoopt tot EUNAVFOR MED operation SOPHIA nadat er op een van de reddingsschepen een baby was geboren).

Deze operatie zou systematische pogingen inhouden om overeenkomstig het geldend internationaal recht schepen te identificeren, in beslag te nemen en te vernietigen die worden gebruikt of waarvan wordt vermoed dat ze worden gebruikt door smokkelaars of handelaren.

KERNPUNTEN

Taken

De belangrijkste taken van Operation SOPHIA met betrekking tot mensensmokkel en -handel zijn onderverdeeld in drie fases:

  • in een eerste fase: het ondersteunen van de opsporing en de monitoring van de migratienetwerken via het verzamelen van informatie en door te patrouilleren;
  • in een tweede fase:
    • het aan boord gaan, doorzoeken, in beslag nemen en afleiden van vaartuigen in volle zee die ervan worden verdacht voor mensensmokkel of -handel te worden gebruikt, overeenkomstig het internationaal recht;
    • het aan boord gaan, doorzoeken, in beslag nemen en afleiden in volle zee of in de territoriale en binnenwateren* van een kuststaat van vaartuigen die ervan worden verdacht voor mensensmokkel of -handel te worden gebruikt; dit dient te voldoen aan de voorwaarden van elke toepasselijke resolutie van de VN-Veiligheidsraad of de toestemming te hebben van de betrokken kuststaat;
  • in een derde fase: overeenkomstig elke toepasselijke resolutie van de VN-Veiligheidsraad of toestemming van de betrokken kuststaat, het nemen van alle noodzakelijke maatregelen tegen een vaartuig en de desbetreffende middelen die ervan worden verdacht voor mensensmokkel of -handel te worden gebruikt, op het grondgebied van die staat, onder de voorwaarden als vastgesteld in die resolutie of toestemming; hieronder kan zijn begrepen het vernietigen of buiten gebruik stellen van de vaartuigen en/of middelen.

Om over te gaan naar de tweede fase, moet de Raad beoordelen of de voorwaarden voor overgang vanuit de eerste fase zijn vervuld, rekening houdend met elke toepasselijke resolutie van de VN-Veiligheidsraad en met de toestemming van de betrokken kuststaten.

Ondersteunende taken

  • Operation SOPHIA verleent bijstand bij de capaciteitsopbouw en het opleiden van de kustwacht en marine van Libië voor taken op het gebied van de toepassing van de wet op zee, in het bijzonder om mensensmokkel en -handel te voorkomen.
  • Als onderdeel van de ondersteunende taak om het VN-wapenembargo op volle zee voor de kust van Libië ten uitvoer te leggen, wordt in het kader van Operation SOPHIA informatie verzameld en uitgewisseld met relevante partners en agentschappen. Dit draagt bij aan een volledig begrip van de maritieme situatie.

De operationeel commandant en het operationeel hoofdkwartier van de EU

In het besluit wordt een operationeel commandant van de EU benoemd en wordt Rome aangewezen als de vestigingsplaats van het operationeel hoofdkwartier van de EU.

Planning en aanvang van de operatie

Het besluit over de aanvang van Operation SOPHIA wordt door de Raad vastgesteld op aanbeveling van de operationeel commandant na goedkeuring van het operatieplan en van de inzetregels.

Politieke controle en strategische leiding

Onder verantwoordelijkheid van de Raad en de hoge vertegenwoordiger (HV) oefent het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) de politieke controle en strategische leiding van Operation SOPHIA uit. De Raad geeft het PVC toestemming om de noodzakelijke besluiten te nemen overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Onder deze machtiging vallen de bevoegdheden tot wijziging van:

  • de planningsdocumenten, waaronder het operatieplan;
  • de commandostructuur;
  • de inzetregels.

Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad. De voorzitter van het Militair Comité van de EU (EUMC) brengt op zijn beurt op gezette tijden verslag uit aan het PVC over het verloop van Operation SOPHIA.

Militaire leiding

Het EUMC controleert of Operation SOPHIA onder verantwoordelijkheid van de operationeel commandant van de EU correct wordt uitgevoerd.

Samenhang van het optreden van de Unie en coördinatie

De HV draagt er zorg voor dat Operation SOPHIA consistent is met de programma’s voor ontwikkeling en humanitaire bijstand van de Unie. De HV, bijgestaan door de Europese Dienst voor extern optreden, treedt op als eerste contactpunt met de Verenigde Naties, de autoriteiten van de landen in de regio en andere internationale actoren die in de regio actief zijn (bijv. de NAVO, de Afrikaanse Unie en de Liga van Arabische Staten).

Deelname door niet-EU-landen

De EU kan niet-EU-landen uitnodigen om aan Operation SOPHIA deel te nemen. Niet-EU-landen die een aanzienlijke militaire bijdrage leveren, hebben bij de dagelijkse aansturing van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als deelnemende EU-landen.

Financiële regeling

Het besluit bevat ook bepalingen over de financiële regeling met betrekking tot Operation SOPHIA. De gemeenschappelijke kosten van de militaire operatie worden beheerd overeenkomstig Besluit (GBVB) 2015/528.

VANAF WANNEER IS HET BESLUIT VAN TOEPASSING?

Het besluit is vanaf 18 mei 2015 van toepassing. In juli 2017 werd het mandaat van Operation SOPHIA verlengd tot en met 31 december 2018.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Territoriale en binnenwateren: volgens het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee worden, behalve voor archipellanden (die uit eilanden bestaan), de territoriale wateren van een land gevormd door de kustwateren in een strook tot maximaal 12 zeemijlen vanaf de basislijn (de laagwaterlijn), terwijl de wateren van dat land aan de landzijde van die basislijn de binnenwateren vormen, zoals rivieren, kanalen, bepaalde baaien, riviermondingen enz.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Besluit (GBVB) 2015/778 van de Raad van 18 mei 2015 inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het zuidelijke deel van het centrale Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED) (PB L 122 van 19.5.2015, blz. 31-35)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Besluit (EU) 2015/778 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Titel V — Algemene bepalingen betreffende de externe actie van de Unie en specifieke bepalingen betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Hoofdstuk 2 — Specifieke bepalingen betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Afdeling 1 — Gemeenschappelijke bepalingen — Artikel 38 (oud artikel 25 VEU) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 36)

Laatste bijwerking 07.12.2017

Top