Wählen Sie die experimentellen Funktionen, die Sie testen möchten.

Dieses Dokument ist ein Auszug aus dem EUR-Lex-Portal.

Dokument L:2017:094:FULL

Publicatieblad van de Europese Unie, L 94, 7 april 2017


Alle in diesem Amtsblatt veröffentlichten Dokumente anzeigen
 

ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 94

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

60e jaargang
7 april 2017


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

 

*

Besluit (EU) 2017/657 van de Raad van 3 april 2017 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020

1

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2017/658 van de Raad van 6 april 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/659 van de Commissie van 6 april 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/141 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op bepaalde roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen, door stomplassen te bevestigen, al dan niet afgewerkt, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Taiwan

9

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/660 van de Commissie van 6 april 2017 inzake een in 2018, 2019 en 2020 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie tot naleving van de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan bestrijdingsmiddelenresiduen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong ( 1 )

12

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/661 van de Commissie van 6 april 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

25

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/662 van de Commissie van 6 april 2017 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

35

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (EU, Euratom) 2017/663 van de Raad van 3 april 2017 tot benoeming van een lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, voorgedragen door het Koninkrijk Zweden

37

 

*

Besluit (EU) 2017/664 van de Raad van 3 april 2017 tot benoeming van vijf leden en vijf plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's, voorgedragen door het Verenigd Koninkrijk

38

 

*

Besluit (EU) 2017/665 van de Raad van 3 april 2017 houdende benoeming van vijf leden en negen plaatsvervangers van het Comité van de Regio's, voorgedragen door Roemenië

40

 

*

Besluit (GBVB) 2017/666 van de Raad van 6 april 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

42

 

*

Besluit (GBVB) 2017/667 van de Raad van 6 april 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

45

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/1


BESLUIT (EU) 2017/657 VAN DE RAAD

van 3 april 2017

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, en artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit 2017/47 (2) is de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 („de overeenkomst”) op 5 december 2016 door de Commissie ondertekend, onder voorbehoud van sluiting ervan op een later tijdstip.

(2)

In Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3) is bepaald dat de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, overeenkomstig deze verordening aan het instrument deelnemen, en dat er regelingen worden vastgesteld inzake de financiële bijdragen van deze landen en de extra voorschriften voor deze deelname, waarbij ook de bescherming van de financiële belangen van de Unie en de controlebevoegdheid van de Rekenkamer dienen te worden geregeld.

(3)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het besluit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad dit besluit heeft vastgesteld, of het dit besluit in nationale wetgeving zal omzetten.

(4)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (4); het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit, en dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(5)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG (5); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit, en dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(6)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 wordt namens de Unie goedgekeurd (6).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Europese Unie de in artikel 19, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving, waarmee de instemming van de Europese Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uiting wordt gebracht (7).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 3 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

R. GALDES


(1)  Goedkeuring van 2 maart 2017.

(2)   PB L 7 van 12.1.2017, blz. 2.

(3)  Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

(4)  Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).

(5)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(6)  De overeenkomst is samen met het ondertekeningsbesluit bekendgemaakt in PB L 7 van 12 januari 2017.

(7)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


VERORDENINGEN

7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/3


VERORDENING (EU) 2017/658 VAN DE RAAD

van 6 april 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad van 27 mei 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2013/183/GBVB (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad (2) geeft uitvoering aan de maatregelen waarin is voorzien bij Besluit (GBVB) 2016/849 tot intrekking en vervanging van Besluit 2013/183/GBVB.

(2)

Besluit (GBVB) 2017/666 van de Raad (3) breidt het verbod op EU-investeringen in en met Noord-Korea uit tot de conventionelewapensindustrie, de metaalindustrie, de metaalbewerking en de ruimtevaart, en verbiedt het verlenen van bepaalde diensten aan entiteiten en burgers binnen Noord-Korea.

(3)

Verordening (EG) nr. 329/2007 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

„16.   „diensten die verband houden met”: diensten die voor een vast bedrag of op contractbasis worden verleend door eenheden die voornamelijk betrokken zijn bij de productie van roerende goederen, alsook diensten die specifiek samenhangen met de productie van die goederen.”.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 quater

1.   Er geldt een verbod op:

a)

het direct of indirect verlenen van diensten die verband houden met mijnbouw of met de maakindustrie in de chemische-, mijnbouw- of raffinagesector, als bedoeld in bijlage VIII, deel A, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in, Noord-Korea, alsmede

b)

het direct of indirect verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten, als bedoeld in bijlage VIII, deel B, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in, Noord-Korea.

2.   In afwijking van lid 1, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de in bijlage II vermelde websites, goedkeuring verlenen voor het verlenen van diensten die verband houden met mijnbouw en met de maakindustrie in de chemische, mijnbouw- of raffinagesector, als die diensten bedoeld zijn om uitsluitend te worden gebruikt voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.

3.   De verbodsbepalingen van lid 1, onder b), zijn niet van toepassing op computerdiensten en daarmee samenhangende diensten als die diensten bedoeld zijn om uitsluitend te worden gebruikt voor de officiële doelen van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die in Noord-Korea immuniteiten geniet op grond van het internationaal recht.

4.   De verbodsbepalingen van lid 1, onder b), zijn niet van toepassing op het verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten door overheidsinstanties of door rechtspersonen, entiteiten of lichamen die door de Unie of door lidstaten worden gefinancierd voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.

5.   In gevallen die niet onder lid 4 vallen en in afwijking van lid 1, onder b), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de in bijlage II vermelde websites, goedkeuring verlenen voor het verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten als die diensten bedoeld zijn om uitsluitend te worden gebruikt voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.

6.   De verbodsbepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op het verlenen van diensten tot en met 9 juli 2017 die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór 8 april 2017.”.

3)

In artikel 5 ter wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Er geldt een verbod op:

a)

het oprichten van een joint venture met of het nemen of uitbreiden van een eigendomsbelang, inclusief door volledige verwerving of verwerving van aandelen of effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen, in de in lid 1, onder a) tot en met f), bedoelde rechtspersonen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn bij activiteiten of programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens of bij activiteiten in de mijnbouw, raffinage, chemische industrie, metaalindustrie en metaalbewerking, en ruimtevaartindustrie of conventionelewapensindustrie;

b)

het verlenen van financiering of financiële bijstand aan de in lid 1, onder d) tot en met f), bedoelde rechtspersonen, entiteiten of lichamen of het verlenen van financiering of financiële bijstand met het aantoonbare doel deze te financieren;

c)

het verlenen van investeringsdiensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de onder a) en b) van dit lid bedoelde activiteiten.”.

4)

In artikel 13, lid 1, wordt het volgende punt ingevoegd:

„h)

bijlage VIII te wijzigen om de daarin opgenomen lijst van goederen te verfijnen of aan te passen, rekening houdend met door de lidstaten verstrekte informatie en met eventuele omschrijvingen of richtsnoeren van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties, of om referentienummers toe te voegen uit het systeem van centrale productenclassificatie voor goederen en diensten van de Statistische Commissie van de Verenigde Naties.”.

Artikel 2

De bijlage bij deze verordening wordt als bijlage VIII aan Verordening (EG) nr. 329/2007 toegevoegd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 141 van 28.5.2016, blz. 79.

(2)  Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad van 27 maart 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (PB L 88 van 29.3.2007, blz. 1).

(3)  Besluit (GBVB) 2017/666 van de Raad van 6 april 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea (zie bladzijde 42 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE

„BIJLAGE VIII

Lijst van de in artikel 3 quater bedoelde diensten

OPMERKINGEN:

1.

De codes van de centrale productenclassificatie (Central Products Classification, CPC) zijn opgenomen in de Statistical Papers, Series M, No. 77, Provisional Central Product Classification, 1991, van het Bureau voor de Statistiek van de Verenigde Naties.

2.

Alleen de hieronder beschreven delen van de CPC-codes vallen onder de verbodsbepalingen.

Deel A:

Diensten die verband houden met mijnbouw en met de maakindustrie in de chemische, mijnbouw- en raffinagesector:

Beschrijving van de diensten

Afkomstig uit CPC Code

Boren van tunnels, verwijderen van deklagen en overige werkzaamheden in verband met de ontsluiting van delfstoffen en de voorbereiding van de ontginning, met uitzondering van de ontginning van olie- en gasvelden.

CPC 5115

geologische, geofysische, geochemische en andere wetenschappelijke adviesdiensten met betrekking tot de ligging van mineraalafzettingen, aardolie, aardgas en grondwater door het bestuderen van de eigenschappen van de aarde en rotsformaties en -structuren. Deze omvatten de diensten inzake de analyse van de resultaten van ondergrondse onderzoeken, de studie van aardmonsters en de aardkern, en bijstand en advies bij de ontwikkeling en ontginning van minerale hulpbronnen.

CPC 86751

Verzamelen van informatie over ondergrondse aardformaties door verschillende methoden, waaronder seismografische, gravimetrische, magnetometrische en andere ondergrondse methoden.

CPC 86752

Verzamelen van informatie over de vorm, de ligging en/of de grenzen van een gedeelte van het aardoppervlak door verschillende methoden, waaronder transiet-, fotogrammetrisch en hydrografisch onderzoek, voor het maken van kaarten.

CPC 86753

De volgende voor een vast bedrag of op contractbasis verleende diensten in olie- en gasvelden: gericht boren en overboren; aanzetten („spudding in”); bouw van boortorens, reparatie en ontmanteling; cementering van olie- en gasbronnen; pompen in bronnen en opvullen en uit gebruik nemen van bronnen.

CPC 8830

Vervaardiging van cokes — exploitatie van cokeovens, voornamelijk voor de productie van cokes en halfcokes uit steenkool en bruinkool, van retortenkool en restproducten als steenkoolteer of -pek;

Persen van cokes;

Vervaardiging van geraffineerde aardolieproducten — productie van vloeibare of gasvormige brandstoffen (bijv. ethaan, butaan of propaan), lampoliën, smeeroliën of -vetten of andere producten van ruwe aardolie of bitumineuze mineralen of fractioneringsproducten daarvan;

Vervaardiging of ontginning van producten als vaseline, paraffine, andere aardoliewassen en restproducten als petroleumcokes en petroleumbitumen;

Vervaardiging van kernbrandstof — ontginning van uraniummetaal uit pekblende of andere uraniumhoudende ertsen;

Vervaardiging van legeringen, dispersies of mengsels van natuurlijk uranium or verbindingen daarvan;

Vervaardiging van verrijkt uranium en verbindingen daarvan, plutonium en verbindingen daarvan, of legeringen, dispersies of mengsels van deze verbindingen;

Vervaardiging van uranium waaruit U 235 is afgescheiden, en verbindingen daarvan, thorium en verbindingen daarvan, of legeringen, dispersies of mengsels van deze verbindingen;

Vervaardiging van andere radioactieve elementen, isotopen of verbindingen, en

Vervaardiging van niet-bestraalde splijtstofelementen voor gebruik in kernreactoren.

CPC 8845

Vervaardiging van chemische basisproducten, met uitzondering van kunstmeststoffen en stikstofverbindingen;

Vervaardiging van kunstmeststoffen en stikstofverbindingen;

Vervaardiging van kunststoffen in primaire vormen en van synthetische rubber;

Vervaardiging van pesticiden en andere chemische producten ten behoeve van de landbouw;

Vervaardiging van verf, vernis en dergelijke, drukinkt en mastiek;

Vervaardiging van botanische producten;

Vervaardiging van zeep en wasmiddelen, poets- en reinigingsmiddelen; parfums en toiletartikelen, en

Vervaardiging van synthetische of kunstmatige vezels.

CPC 8846

Vervaardiging van metalen in primaire vorm, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8851

Vervaardiging van werken van metaal, andere dan machines, toestellen en werktuigen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8852

Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8853

Vervaardiging van kantoormachines, boekhoudmachines en computers, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8854

Vervaardiging van elektrische machines en toestellen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8855

Vervaardiging van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8858

Vervaardiging van andere transportmiddelen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8859

Reparatie van werken van metaal, andere dan machines, toestellen en werktuigen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8861

Reparatie van machines, apparaten en werktuigen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8862

Reparatie van kantoormachines, boekhoudmachines en computers, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8863

Reparatie van elektrische machines en toestellen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8864

Reparatie van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8867

Reparatie van andere transportmiddelen, voor een vast bedrag of op contractbasis, in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector.

CPC 8868

Deel B:

Computerdiensten en daarmee samenhangende diensten (CPC: 84)

Beschrijving van de diensten

Afkomstig uit CPC Code

Advies met betrekking tot de installatie van computerapparatuur;

Diensten in verband met de installatie van software;

Gegevensverwerking;

Databanken;

Onderhoud en reparatie van kantoormachines en -toestellen, met inbegrip van computers;

Voorbereiding van gegevens;

Opleidingen voor het personeel van klanten.

CPC 84”


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/659 VAN DE COMMISSIE

van 6 april 2017

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/141 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op bepaalde roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen, door stomplassen te bevestigen, al dan niet afgewerkt, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Taiwan

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 9, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/141 van de Commissie (2) zijn definitieve antidumpingrechten ingesteld op bepaalde roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen, door stomplassen te bevestigen, al dan niet afgewerkt, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Taiwan.

(2)

In overweging 285 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/141 wordt gesteld dat de ondernemingen met individuele antidumpingrechten een geldige handelsfactuur moeten overleggen aan de douaneautoriteiten van de lidstaten. Deze voorwaarde werd in de vastgestelde verordening echter niet verplicht gesteld.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité.

(4)

Met het oog op het bovengenoemde en ingevolge artikel 9, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 moet artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/141 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/141 van de Commissie wordt vervangen door:

„Artikel 1

1.   Er wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op hulpstukken voor buisleidingen, door stomplassen te bevestigen, van soorten austenitisch roestvrij staal die overeenkomen met AISI-typen 304, 304L, 316, 316L, 316Ti, 321 en 321H en de equivalenten daarvan in de andere normen, met een grootste uitwendige diameter van niet meer dan 406,4 mm en een wanddikte van 16 mm of minder, met een gemiddelde ruwheid (Ra) van de oppervlakteafwerking van niet minder dan 0,8 μm, zonder flens en al dan niet afgewerkt, afkomstig uit de VRC en Taiwan. Het product wordt momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7307 23 10 en ex 7307 23 90 (Taric-codes 7307231015, 7307231025, 7307239015, 7307239025).

2.   De definitieve antidumpingrechten die van toepassing zijn op het in lid 1 omschreven en door onderstaande ondernemingen vervaardigde product zijn als volgt:

Onderneming

Definitief antidumpingrecht (%)

Aanvullende Taric-code

Taiwan

King Lai Hygienic Materials Co., Ltd

0,0

C175

Ta Chen Stainless Pipes Co., Ltd

5,1

C176

Alle andere ondernemingen

12,1

C999

Volksrepubliek China

Zhejiang Good Fittings Co., Ltd

55,3

C177

Zhejiang Jndia Pipeline Industry Co., Ltd

48,9

C178

Suzhou Yuli Pipeline Industry Co., Ltd

30,7

C179

Jiangsu Judd Pipeline Industry Co., Ltd

30,7

C180

Alle andere medewerkende ondernemingen:

Alfa Laval Flow Equipment (Kunshan) Co., Ltd

41,9

C182

Kunshan Kinglai Hygienic Materials Co., Ltd.

41,9

C184

Wifang Huoda Pipe Fittings Manufacture Co., Ltd

41,9

C186

Yada Piping Solutions Co., Ltd

41,9

C187

Jiangsu Huayang Metal Pipes Co., Ltd

41,9

C188

Alle andere ondernemingen

64,9

C999

3.   De toepassing van het individuele antidumpingrecht dat voor de in lid 2 vermelde ondernemingen werd vastgesteld, is afhankelijk van de overlegging aan de douaneautoriteiten van de lidstaten van een geldige handelsfactuur die een verklaring bevat die is gedateerd en ondertekend door een met naam en functie geïdentificeerde medewerker van de entiteit die deze factuur heeft opgesteld, en die luidt als volgt: „Ondergetekende verklaart dat de (hoeveelheid) (betrokken product) die naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop deze factuur betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in het (betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is.”. Als een dergelijke factuur niet wordt overgelegd, wordt het recht toegepast dat voor „alle andere ondernemingen” geldt.

4.   Wanneer een producent-exporteur in de Volksrepubliek China de Commissie voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat:

a)

hij het in artikel 1, lid 1, omschreven product in het onderzoektijdvak (1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015) niet naar de Unie heeft uitgevoerd;

b)

hij niet verbonden is met een exporteur of producent in de Volksrepubliek China voor wie de bij deze verordening ingestelde maatregelen gelden, en

c)

hij het betrokken product daadwerkelijk heeft uitgevoerd na het onderzoektijdvak of een onherroepelijke contractuele verbintenis is aangegaan voor de uitvoer van een aanzienlijke hoeveelheid naar de Unie, kan de tabel in artikel 1, lid 2, worden gewijzigd door toevoeging van de nieuwe producent-exporteur aan de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen en waarvoor dus het gewogen gemiddelde recht voor de ondernemingen in de steekproef geldt.

5.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 april 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/141 van de Commissie van 26 januari 2017 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op bepaalde roestvrijstalen hulpstukken voor buisleidingen, door stomplassen te bevestigen, al dan niet afgewerkt, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Taiwan (PB L 22 van 27.1.2017, blz. 14).


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/660 VAN DE COMMISSIE

van 6 april 2017

inzake een in 2018, 2019 en 2020 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie tot naleving van de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan bestrijdingsmiddelenresiduen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 29, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1213/2008 van de Commissie (2) is een eerste gecoördineerd meerjarig communautair controleprogramma voor de jaren 2009, 2010 en 2011 vastgesteld. Dat programma is vervolgens bij opeenvolgende verordeningen van de Commissie gecontinueerd. De recentste was Uitvoeringsverordening (EU) 2016/662 van de Commissie (3).

(2)

Dertig tot veertig voedingsmiddelen vormen het hoofdbestanddeel van de voeding in de Unie. Daar de toepassingen van bestrijdingsmiddelen gedurende een periode van drie jaar aanzienlijke veranderingen ondergaan, moet tijdens een reeks van driejarige cycli toezicht worden gehouden op bestrijdingsmiddelen in die voedingsmiddelen om de blootstelling van de consument en de toepassing van de wetgeving van de Unie te kunnen beoordelen.

(3)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft een wetenschappelijk verslag ingediend waarin zij de opzet van het controleprogramma voor bestrijdingsmiddelen evalueert. Zij concludeerde dat een overschrijding van het maximumresidugehalte (MRL) met meer dan 1 % kan worden geschat met een foutmarge van 0,75 % door 683 monstereenheden te selecteren voor ten minste 32 verschillende levensmiddelen (4). Dat aantal monsters moet over de lidstaten worden gespreid op basis van het bevolkingsaantal, met een minimum van twaalf steekproeven per product en per jaar.

(4)

De analyseresultaten van de vorige officiële bestrijdingsprogramma's van de Unie zijn in aanmerking genomen om te verzekeren dat de door het controleprogramma bestreken bestrijdingsmiddelen representatief zijn voor de gebruikte bestrijdingsmiddelen.

(5)

Op de website van de Commissie zijn richtsnoeren voor analytische kwaliteitscontrole en valideringsprocedures voor de analyse van residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen en diervoeders gepubliceerd (5).

(6)

Als andere werkzame stoffen, metabolieten, afbraak- of reactieproducten onder de residudefinitie van een bestrijdingsmiddel vallen, moeten die verbindingen afzonderlijk worden gerapporteerd, voor zover zij afzonderlijk zijn gemeten.

(7)

De lidstaten, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid zijn onderling uitvoeringsmaatregelen overeengekomen voor de informatieverstrekking door de lidstaten, zoals de standaardmonsterbeschrijving (Standard Sample Description, SSD) (6) (7), voor het indienen van analyseresultaten betreffende bestrijdingsmiddelenresiduen.

(8)

Voor de bemonsteringprocedures moet Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie (8) van toepassing zijn, waarin de door de Commissie van de Codex Alimentarius aanbevolen bemonsteringsmethoden en -procedures zijn opgenomen.

(9)

Uitsluitend op grond van de residudefinities van Verordening (EG) nr. 396/2005 moet worden beoordeeld of de maximumresidugehalten voor levensmiddelen voor zuigelingen en peuters, vastgesteld overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie (9) en artikel 7 van Richtlijn 2006/125/EG van de Commissie (10), worden nageleefd.

(10)

Wat betreft specifieke residumethoden, kunnen de lidstaten eventueel aan hun verplichtingen voldoen door een beroep te doen op officiële laboratoria die al over de benodigde gevalideerde methoden beschikken.

(11)

De lidstaten moeten uiterlijk op 31 augustus van elk jaar de informatie met betrekking tot het vorige kalenderjaar overleggen.

(12)

Om elke verwarring als gevolg van een overlapping tussen achtereenvolgende meerjarige programma's te vermijden, moet Uitvoeringsverordening (EU) 2016/662 voor de rechtszekerheid worden ingetrokken. Zij moet echter van toepassing blijven voor in 2017 geteste monsters.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten nemen en analyseren in 2018, 2019 en 2020 monsters van de in bijlage I vermelde combinaties van producten en bestrijdingsmiddelen.

Het aantal monsters van ieder product, met inbegrip van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters, en producten die afkomstig zijn uit de biologische landbouw, wordt vastgesteld in bijlage II.

Artikel 2

1.   De te bemonsteren partij wordt aselect gekozen.

De bemonsteringsprocedure, met inbegrip van het aantal eenheden, moet in overeenstemming zijn met Richtlijn 2002/63/EG.

2.   Alle monsters, met inbegrip van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters, worden geanalyseerd voor de in bijlage I vermelde bestrijdingsmiddelen overeenkomstig de residudefinities bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

3.   Voor levensmiddelen voor zuigelingen en peuters worden monsters beoordeeld op het product als aangeboden voor gebruik of als gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant, rekening houdend met de MRL's die zijn vastgelegd in de Richtlijnen 2006/125/EG en 2006/141/EG. Indien die levensmiddelen zoals verkocht en zoals gereconstitueerd kunnen worden gebruikt, worden de resultaten vermeld op het niet-gereconstitueerde product zoals het wordt verkocht.

Artikel 3

De lidstaten verstrekken de analyseresultaten van de in 2018, 2019 en 2020 geteste monsters uiterlijk op respectievelijk 31 augustus 2019, 31 augustus 2020 en 31 augustus 2021. Die resultaten worden verstrekt overeenkomstig de standaardmonsterbeschrijving (Standard Sample Description, SSD).

Wanneer de residudefinitie van een bestrijdingsmiddel meer dan één verbinding (werkzame stof, metaboliet en/of afbraak- of reactieproduct) omvat, melden de lidstaten de analyseresultaten overeenkomstig de volledige residudefinitie. Daarnaast worden de resultaten van alle analyten die deel uitmaken van de residudefinitie afzonderlijk verstrekt, voor zover zij afzonderlijk zijn gemeten.

Artikel 4

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/662 wordt ingetrokken.

Zij blijft echter van toepassing voor in 2017 geteste monsters.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 april 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 1213/2008 van de Commissie van 5 december 2008 inzake een in 2009, 2010 en 2011 uit te voeren gecoördineerd meerjarig communautair controleprogramma tot naleving van de maximumgehalten en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op voeding van plantaardige of dierlijke oorsprong (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 9).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/662 van de Commissie van 1 april 2016 inzake een in 2017, 2018 en 2019 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie tot naleving van de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan bestrijdingsmiddelenresiduen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 115 van 29.4.2016, blz. 2).

(4)  Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, Pesticide monitoring program: design assessment. EFSA Journal 2015;13(2):4005.

(5)  Document nr. SANTE/11945/2015 http://ec.europa.eu/food/plant/docs/plant_pesticides_mrl_guidelines_wrkdoc_11945_en.pdf in zijn recentste versie.

(6)  Standard sample description for food and feed (EFSA Journal 2010;8(1):1457).

(7)  Use of the EFSA Standard Sample Description ver. 2.0 (SSD) for the reporting of data on the control of pesticide residues in food and feed according to Regulation (EC) No 396/2005. EFSA Supporting publication 2015:EN-918.

(8)  Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie van 11 juli 2002 houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong en tot intrekking van Richtlijn 79/700/EEG (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 30).

(9)  Richtlijn 2006/141/EG van de Commissie van 22 december 2006 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding en tot wijziging van Richtlijn 1999/21/EG (PB L 401 van 30.12.2006, blz. 1).

(10)  Richtlijn 2006/125/EG van de Commissie van 5 december 2006 inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters (PB L 339 van 6.12.2006, blz. 16).


BIJLAGE I

DEEL A

In 2018, 2019 en 2020 te bemonsteren producten van plantaardige oorsprong  (1)

2018

2019

2020

(b)

(c)

(a)

Tafeldruiven (2)

Appelen (2)

Sinaasappelen (2)

Bananen (2)

Aardbeien (2)

Peren (2)

Grapefruits/pompelmoezen (2)

Perziken, inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen (2)

Kiwi's (2)

Aubergines (2)

Wijn (rood of wit) gemaakt van druiven. (Als geen specifieke verwerkingsfactoren voor wijn beschikbaar zijn, kan een standaardfactor van 1 worden toegepast. De lidstaten wordt verzocht de gebruikte wijnverwerkingsfactoren aan te geven in het nationale samenvattende verslag.)

Bloemkolen (2)

Broccoli (2)

Sla (2)

Uien (2)

Meloenen (2)

Sluitkolen (2)

Wortels (2)

Gekweekte paddenstoelen (2)

Tomaten (2)

Aardappelen (2)

Paprika's (2)

Spinazie (2)

Bonen (gedroogd) (2)

Granen van tarwe (3)

Granen van haver (3)  (4)

Granen van rogge (3)

Olijfolie van eerste persing. (Als geen specifieke olieverwerkingsfactor beschikbaar is, kan een standaardfactor van 5 worden toegepast op vetoplosbare stoffen, uitgaande van een standaardopbrengst aan olijfolie van 20 % van de geoogste olijven; voor niet-vetoplosbare stoffen kan een standaardolieverwerkingsfactor van 1 worden gebruikt. De lidstaten wordt verzocht de gebruikte verwerkingsfactoren aan te geven in het nationale samenvattende verslag.)

Granen van gerst (3)  (5)

Bruine rijst (gedopte rijst), gedefinieerd als rijst na verwijdering van de dop van padie (6)

DEEL B

In 2018, 2019 en 2020 te bemonsteren producten van dierlijke oorsprong  (7)

2018

2019

2020

(d)

(e)

(f)

Vet van runderen (8)

Koemelk (9)

Vet van pluimvee (8)

Kippeneieren (8)  (10)

Vet van varkens (8)

Vet van schapen (8)

DEEL C

Combinaties bestrijdingsmiddel/product waarop toezicht moet worden gehouden in/op producten van plantaardige oorsprong

 

2018

2019

2020

Opmerkingen

2,4-D

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op grapefruits/pompelmoezen, tafeldruiven, aubergines en broccoli; in 2019 in en op sla, spinazie en tomaten; in 2020 in en op sinaasappelen, bloemkolen, bruine rijst en gedroogde bonen.

2-Fenylfenol

(b)

(c)

(a)

 

Abamectine

(b)

(c)

(a)

 

Acefaat

(b)

(c)

(a)

 

Acetamiprid

(b)

(c)

(a)

 

Acrinathrin

(b)

(c)

(a)

 

Aldicarb

(b)

(c)

(a)

 

Aldrin en dieldrin

(b)

(c)

(a)

 

Azinfos-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Azoxystrobin

(b)

(c)

(a)

 

Bifenthrin

(b)

(c)

(a)

 

Bifenyl

(b)

(c)

(a)

 

Bitertanol

(b)

(c)

(a)

 

Boscalid

(b)

(c)

(a)

 

Bromide-ion

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op paprika's; in 2019 in en op sla en tomaten; in 2020 in en op bruine rijst.

Broompropylaat

(b)

(c)

(a)

 

Bupirimaat

(b)

(c)

(a)

 

Buprofezin

(b)

(c)

(a)

 

Captan

(b)

(c)

(a)

 

Carbaryl

(b)

(c)

(a)

 

Carbendazim en benomyl

(b)

(c)

(a)

 

Carbofuran

(b)

(c)

(a)

 

Chlorantraniliprole

(b)

(c)

(a)

 

Chloorfenapyr

(b)

(c)

(a)

 

Chloormequat

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op aubergines, tafeldruiven, gekweekte paddenstoelen en tarwe; in 2019 in en op tomaten en haver; in 2020 in en op wortels, peren, rogge en bruine rijst.

Chloorthalonil

(b)

(c)

(a)

 

Chloorprofam

(b)

(c)

(a)

 

Chloorpyrifos

(b)

(c)

(a)

 

Chloorpyrifos-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Clofentezine

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden voor alle vermelde producten behalve granen.

Clothianidine

(b)

(c)

(a)

 

Cyfluthrin

(b)

(c)

(a)

 

Cymoxanil

(b)

(c)

(a)

 

Cypermethrin

(b)

(c)

(a)

 

Cyproconazool

(b)

(c)

(a)

 

Cyprodinil

(b)

(c)

(a)

 

Cyromazine

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op aubergines, paprika's, meloenen en gekweekte paddenstoelen; in 2019 in en op sla en tomaten; in 2020 in en op aardappelen, uien en wortels.

Deltamethrin

(b)

(c)

(a)

 

Diazinon

(b)

(c)

(a)

 

Dichloorvos

(b)

(c)

(a)

 

Dichloran

(b)

(c)

(a)

 

Dicofol

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden voor alle vermelde producten behalve granen.

Diethofencarb

(b)

(c)

(a)

 

Difenoconazool

(b)

(c)

(a)

 

Diflubenzuron

(b)

(c)

(a)

 

Dimethoaat

(b)

(c)

(a)

 

Dimethomorf

(b)

(c)

(a)

 

Diniconazool

(b)

(c)

(a)

 

Difenylamine

(b)

(c)

(a)

 

Dithianon

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op tafeldruiven; in 2019 in en op appelen en perziken; in 2020 in en op peren en bruine rijst.

Dithiocarbamaten

(b)

(c)

(a)

Moeten geanalyseerd worden in en op alle vermelde producten behalve broccoli, bloemkolen, sluitkolen, olijfolie, wijn en uien.

Dodine

(b)

(c)

(a)

 

Endosulfan

(b)

(c)

(a)

 

EPN

(b)

(c)

(a)

 

Epoxiconazool

(b)

(c)

(a)

 

Ethefon

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op paprika's, tarwe en tafeldruiven; in 2019 in en op appelen, perziken, tomaten en wijn; in 2020 in en op sinaasappelen en peren.

Ethion

(b)

(c)

(a)

 

Ethirimol

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden in en op alle vermelde producten behalve granen.

Etofenprox

(b)

(c)

(a)

 

Famoxadone

(b)

(c)

(a)

 

Fenamidone

(b)

(c)

(a)

 

Fenamifos

(b)

(c)

(a)

 

Fenarimol

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden in en op alle vermelde producten behalve granen.

Fenazaquin

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden in en op alle vermelde producten behalve granen.

Fenbuconazool

(b)

(c)

(a)

 

Fenbutatinoxide

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op aubergines, grapefruits/pompelmoezen, paprika's en tafeldruiven; in 2019 in en op appelen, aardbeien, perziken, tomaten en wijn; in 2020 in en op sinaasappelen en peren.

Fenhexamide

(b)

(c)

(a)

 

Fenitrothion

(b)

(c)

(a)

 

Fenoxycarb

(b)

(c)

(a)

 

Fenpropathrin

(b)

(c)

(a)

 

Fenpropidin

(b)

(c)

(a)

 

Fenpropimorf

(b)

(c)

(a)

 

Fenpyroximaat

(b)

(c)

(a)

 

Fenthion

(b)

(c)

(a)

 

Fenvaleraat

(b)

(c)

(a)

 

Fipronil

(b)

(c)

(a)

 

Flonicamid

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op aubergines, tafeldruiven, grapefruits/pompelmoezen, meloenen, paprika's en tarwe; in 2019 in en op appelen, perziken, spinazie, sla, tomaten, haver en gerst; in 2020 in en op aardappelen, peren, bruine rijst en rogge.

Fluazifop-P

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op aubergines, broccoli, paprika's en tarwe; in 2019 in en op aardbeien, sluitkolen, sla, spinazie en tomaten; in 2020 in en op bloemkolen, gedroogde bonen, aardappelen en wortels.

Flubendiamide

(b)

(c)

(a)

 

Fludioxonil

(b)

(c)

(a)

 

Flufenoxuron

(b)

(c)

(a)

 

Fluopicolide

(b)

(c)

(a)

 

Fluopyram

(b)

(c)

(a)

 

Fluquinconazool

(b)

(c)

(a)

 

Flusilazool

(b)

(c)

(a)

 

Flutriafol

(b)

(c)

(a)

 

Folpet

(b)

(c)

(a)

 

Formetanaat

(b)

(c)

(a)

 

Fosthiazaat

(b)

(c)

(a)

 

Glyfosaat

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op tafeldruiven en tarwe; in 2019 in en op appelen, perziken, wijn, gerst en haver; in 2020 in en op peren, sinaasappelen en rogge.

Haloxyfop met inbegrip van haloxyfop-P

(b)

(c)

 

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op broccoli, grapefruits/pompelmoezen, paprika's en tarwe; in 2019 in en op aardbeien en sluitkolen. In 2020 moet de stof in of op geen enkel product geanalyseerd worden.

Hexaconazool

(b)

(c)

(a)

 

Hexythiazox

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden voor alle vermelde producten behalve granen.

Imazalil

(b)

(c)

(a)

 

Imidacloprid

(b)

(c)

(a)

 

Indoxacarb

(b)

(c)

(a)

 

Iprodion

(b)

(c)

(a)

 

Iprovalicarb

(b)

(c)

(a)

 

Isocarbofos

(b)

(c)

(a)

 

Isoprothiolane

 

 

(a)

Moet in 2020 alleen geanalyseerd worden in en op bruine rijst. In 2018 en 2019 moet de stof in of op geen enkel product geanalyseerd worden.

Kresoxim-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Lambda-cyhalothrin

(b)

(c)

(a)

 

Linuron

(b)

(c)

(a)

 

Lufenuron

(b)

(c)

(a)

 

Malathion

(b)

(c)

(a)

 

Mandipropamid

(b)

(c)

(a)

 

Mepanipyrim

(b)

(c)

(a)

 

Mepiquat

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op gekweekte paddenstoelen en tarwe; in 2019 in en op gerst en haver; in 2020 in en op peren, rogge en bruine rijst.

Metalaxyl en metalaxyl-M

(b)

(c)

(a)

 

Methamidofos

(b)

(c)

(a)

 

Methidathion

(b)

(c)

(a)

 

Methiocarb

(b)

(c)

(a)

 

Methomyl en thiodicarb

(b)

(c)

(a)

 

Methoxyfenozide

(b)

(c)

(a)

 

Monocrotofos

(b)

(c)

(a)

 

Myclobutanil

(b)

(c)

(a)

 

Oxadixyl

(b)

(c)

(a)

 

Oxamyl

(b)

(c)

(a)

 

Oxydemeton-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Paclobutrazool

(b)

(c)

(a)

 

Parathion

(b)

(c)

(a)

 

Parathion-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Penconazool

(b)

(c)

(a)

 

Pencycuron

(b)

(c)

(a)

 

Pendimethalin

(b)

(c)

(a)

 

Permethrin

(b)

(c)

(a)

 

Fosmet

(b)

(c)

(a)

 

Pirimicarb

(b)

(c)

(a)

 

Pirimifos-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Procymidone

(b)

(c)

(a)

 

Profenofos

(b)

(c)

(a)

 

Propamocarb

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op tafeldruiven, meloenen, aubergines, broccoli, paprika's en tarwe; in 2019 in en op aardbeien, sluitkolen, spinazie, sla, tomaten en gerst; in 2020 in en op wortels, bloemkolen, uien en aardappelen.

Propargiet

(b)

(c)

(a)

 

Propiconazool

(b)

(c)

(a)

 

Propyzamide

(b)

(c)

(a)

 

Prosulfocarb

(b)

(c)

(a)

 

Prothioconazool

(b)

(c)

(a)

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op paprika's en tarwe; in 2019 in en op sluitkolen, sla, tomaten, haver en gerst; in 2020 in en op wortels, uien, rogge en bruine rijst.

Pymetrozine

(b)

(c)

 

Moet in 2018 alleen geanalyseerd worden in en op aubergines, meloenen en paprika's; in 2019 in en op sluitkolen, sla, aardbeien, spinazie en tomaten. In 2020 moet de stof in of op geen enkel product geanalyseerd worden.

Pyraclostrobine

(b)

(c)

(a)

 

Pyridaben

(b)

(c)

(a)

 

Pyrimethanil

(b)

(c)

(a)

 

Pyriproxyfen

(b)

(c)

(a)

 

Quinoxyfen

(b)

(c)

(a)

 

Spinosad

(b)

(c)

(a)

 

Spirodiclofen

(b)

(c)

(a)

 

Spiromesifen

(b)

(c)

(a)

 

Spiroxamine

(b)

(c)

(a)

 

Tau-fluvalinaat

(b)

(c)

(a)

 

Tebuconazool

(b)

(c)

(a)

 

Tebufenozide

(b)

(c)

(a)

 

Tebufenpyrad

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden in en op alle vermelde producten behalve granen.

Teflubenzuron

(b)

(c)

(a)

 

Tefluthrin

(b)

(c)

(a)

 

Terbutylazine

(b)

(c)

(a)

 

Tetraconazool

(b)

(c)

(a)

 

Tetradifon

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden in en op alle vermelde producten behalve granen.

Thiabendazool

(b)

(c)

(a)

 

Thiacloprid

(b)

(c)

(a)

 

Thiamethoxam

(b)

(c)

(a)

 

Thiofanaat-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Tolclofos-methyl

(b)

(c)

(a)

 

Tolylfluanide

(b)

(c)

(a)

Moet geanalyseerd worden in en op alle vermelde producten behalve granen.

Triadimefon en triadimenol

(b)

(c)

(a)

 

Triazofos

(b)

(c)

(a)

 

Trifloxystrobin

(b)

(c)

(a)

 

Triflumuron

(b)

(c)

(a)

 

Vinclozolin

(b)

(c)

(a)

 

DEEL D

Combinaties bestrijdingsmiddel/product waarop toezicht moet worden gehouden in/op producten van dierlijke oorsprong

 

2018

2019

2020

Opmerkingen

Aldrin en dieldrin

(d)

(e)

(f)

 

Bifenthrin

(d)

(e)

(f)

 

Chloordaan

(d)

(e)

(f)

 

Chloorpyrifos

(d)

(e)

(f)

 

Chloorpyrifos-methyl

(d)

(e)

(f)

 

Cypermethrin

(d)

(e)

(f)

 

DDT

(d)

(e)

(f)

 

Deltamethrin

(d)

(e)

(f)

 

Diazinon

(d)

(e)

(f)

 

Endosulfan

(d)

(e)

(f)

 

Famoxadone

(d)

(e)

(f)

 

Fenvaleraat

(d)

(e)

(f)

 

Heptachloor

(d)

(e)

(f)

 

Hexachloorbenzeen

(d)

(e)

(f)

 

Hexachloorcyclohexaan (HCH, alfa-isomeer)

(d)

(e)

(f)

 

Hexachloorcyclohexaan (HCH, bèta-isomeer)

(d)

(e)

(f)

 

Indoxacarb

 

(e)

 

Moet in 2019 alleen geanalyseerd worden in melk.

Lindaan

(d)

(e)

(f)

 

Methoxychloor

(d)

(e)

(f)

 

Parathion

(d)

(e)

(f)

 

Permethrin

(d)

(e)

(f)

 

Pirimifos-methyl

(d)

(e)

(f)

 


(1)  Voor de te analyseren grondstoffen worden de delen van de producten waarvoor de MRL's gelden, geanalyseerd voor het voornaamste product van de groep of subgroep, zoals opgenomen in de lijst in bijlage I, deel A, bij Verordening (EU) nr. 752/2014 van de Commissie van 24 juni 2014 tot vervanging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 208 van 15.7.2014, blz. 1), tenzij anders vermeld.

(2)  Onverwerkte producten (inclusief bevroren producten) moeten geanalyseerd worden.

(3)  Als onvoldoende monsters van granen van rogge, tarwe, haver of gerst beschikbaar zijn, kan ook volkorenmeel van rogge, tarwe, haver of gerst worden geanalyseerd, waarbij een verwerkingsfactor wordt gerapporteerd. Als geen specifieke verwerkingsfactoren beschikbaar zijn, kan een standaardfactor van 1 worden toegepast.

(4)  Als onvoldoende monsters van granen van haver beschikbaar zijn, kan het deel van het vereiste aantal monsters voor granen van haver dat niet kon worden genomen, worden toegevoegd aan het aantal monsters voor granen van gerst, wat leidt tot een beperkter aantal monsters voor granen van haver en een evenredig groter aantal monsters voor granen van gerst.

(5)  Als onvoldoende monsters van granen van gerst beschikbaar zijn, kan het deel van het vereiste aantal monsters voor granen van gerst dat niet kon worden genomen, worden toegevoegd aan het aantal monsters voor granen van haver, wat leidt tot een beperkter aantal monsters voor granen van gerst en een evenredig groter aantal monsters voor granen van haver.

(6)  In voorkomend geval kan ook gepolijste rijst geanalyseerd worden. Aan de EFSA moet worden gerapporteerd of gepolijste dan wel gedopte rijst geanalyseerd is. Indien gepolijste rijst geanalyseerd is, moet een verwerkingsfactor worden gerapporteerd. Als geen specifieke verwerkingsfactoren beschikbaar zijn, kan een standaardfactor van 0,5 worden toegepast.

(7)  Voor de te analyseren grondstoffen worden de delen van de producten waarvoor de MRL's gelden, geanalyseerd voor het voornaamste product van de groep of subgroep, zoals opgenomen in de lijst in bijlage I, deel A, bij Verordening (EU) nr. 752/2014, tenzij anders vermeld.

(8)  Onverwerkte producten (inclusief bevroren producten) moeten geanalyseerd worden.

(9)  Verse (niet-verwerkte) melk moet geanalyseerd worden, inclusief bevroren, gepasteuriseerde, verhitte, gesteriliseerde of gefiltreerde melk.

(10)  Hele eieren zonder de schaal moeten geanalyseerd worden.


BIJLAGE II

Aantal in artikel 1 bedoelde monsters

1.

Het aantal monsters dat elke lidstaat van elk product moet nemen en analyseren voor de in bijlage I vermelde bestrijdingsmiddelen, is opgenomen in de tabel in punt 5.

2.

Naast de vereiste monsters overeenkomstig de tabel in punt 5 neemt en analyseert elke lidstaat in 2018 tien monsters van bewerkte babyvoeding op basis van granen.

Naast de vereiste monsters overeenkomstig die tabel neemt en analyseert elke lidstaat in 2019 tien monsters van andere levensmiddelen voor zuigelingen en peuters dan volledige zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding en bewerkte babyvoeding op basis van granen.

Naast de vereiste monsters overeenkomstig die tabel neemt en analyseert elke lidstaat in 2020 vijf monsters van volledige zuigelingenvoeding en vijf monsters van opvolgzuigelingenvoeding.

3.

Overeenkomstig de tabel in punt 5 moeten de monsters die worden genomen van producten die afkomstig zijn van de biologische landbouw, indien beschikbaar, in verhouding staan tot het marktaandeel van die producten in elke lidstaat, met een minimum van één.

4.

De lidstaten die multiresidumethoden toepassen, mogen gebruikmaken van kwalitatieve screeningmethoden voor maximaal 15 % van de monsters die overeenkomstig de tabel in punt 5 moeten worden genomen en geanalyseerd. Wanneer een lidstaat gebruik maakt van kwalitatieve screeningmethoden, moet het de resterende monsters met kwantitatieve multiresidumethoden analyseren.

Wanneer de resultaten van de kwalitatieve screening positief zijn, passen de lidstaten een gebruikelijke doelwitmethode toe om de bevindingen te kwantificeren.

5.

Minimumaantal monsters per lidstaat per product:

Lidstaat

Monsters

 

Lidstaat

Monsters

BE

12

LU

12

BG

12

HU

12

CZ

12

MT

12

DK

12

NL

18

DE

97

AT

12

EE

12

PL

47

EL

12

PT

12

ES

50

RO

20

FR

71

SI

12

IE

12

SK

12

IT

69

FI

12

CY

12

SE

12

LV

12

UK

71

LT

12

HR

12

TOTAAL AANTAL MONSTERS: 683


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/25


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/661 VAN DE COMMISSIE

van 6 april 2017

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad van 27 maart 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (1), en met name artikel 13, lid 1, onder b), c), e), en g),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 329/2007 geeft uitvoering aan de maatregelen waarin is voorzien bij Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad (2).

(2)

Bijlage II bij Verordening (EU) nr. 329/2007 dient te worden geactualiseerd op basis van de meest recente informatie die door de lidstaten is verstrekt met betrekking tot hun bevoegde autoriteiten.

(3)

Op 30 november 2016 hechtte de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn goedkeuring aan Resolutie 2321 (2016) die voorziet in nieuwe maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea, met inbegrip van een invoerverbod voor koper, nikkel, zilver, zink en beelden, en van een uitvoerverbod voor helikopters en vaartuigen. Op 27 februari 2017 stelde de Raad Verordening (EU) 2017/330 (3) vast tot dienovereenkomstige wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007, door toevoeging van de bijlagen I novies, III bis en III ter. De in deze bijlagen op te nemen goederen koper, nikkel, zilver en zink, beelden en helikopters en vaartuigen dienen thans te worden geïdentificeerd en te worden voorzien van de referentienummers uit de gecombineerde nomenclatuur als gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (4).

(4)

Resolutie 2321 (2016) van de VN-Veiligheidsraad verfijnt tevens de lijst van luxegoederen waarvoor reeds een uitvoerverbod geldt, als genoemd in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 329/2007.

(5)

Op 6 april 2017 besloot de Raad vier natuurlijke personen toe te voegen aan de lijst met personen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden.

(6)

De bijlagen I novies, II, III, III bis, III ter en V bij Verordening (EG) nr. 329/2007 dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(7)

Teneinde de effectiviteit te waarborgen van de maatregelen waarin deze verordening voorziet, dient deze verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I novies wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening.

2)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening.

3)

Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

4)

Bijlage III bis wordt vervangen door de tekst in bijlage IV bij deze verordening.

5)

Bijlage III ter wordt vervangen door de tekst in bijlage V bij deze verordening.

6)

Bijlage V wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VI bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 april 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Waarnemend hoofd van de dienst instrumenten voor het buitenlands beleid


(1)   PB L 88 van 29.3.2007, blz. 1.

(2)  Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad van 27 mei 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2013/183/GBVB (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 79).

(3)  Verordening (EU) 2017/330 van de Raad van 27 februari 2017 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (PB L 50 van 28.2.2017, blz. 1).

(4)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


BIJLAGE I

„BIJLAGE Ih

Koper, nikkel, zilver en zink als bedoeld in artikel 2, lid 4, onder b) (1):

Koper

 

2603

Kopererts en concentraten daarvan

 

 

 

 

74

Koper en werken van koper

 

 

 

 

8536 90 95 30

Klinknagels

van koper

bekleed met zilver-nikkellegering AgNi10 of met zilver met 11,2 (± 1,0) gewichtspercenten tinoxide en indiumoxide tezamen

met een dikte van de bekleding van 0,3 mm (– 0/+ 0,015 mm)

 

 

 

ex

8538 90 99

Delen van koper uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd voor de toestellen bedoeld bij post 8535 , 8536 of 8537

 

 

 

 

 

Wikkeldraad:

 

8544 11

– –

van koper

 

 

 

 

 

Andere geleiders van elektriciteit met een kern van koper, voor spanningen van niet meer dan 1 000  V

ex

8544 42

– –

Voorzien van verbindingsstukken

ex

8544 49

– –

Andere

 

 

 

 

 

Andere geleiders van elektriciteit, voor spanningen van meer dan 1 000 V:

 

8544 60 10

– –

Met een kern van koper

Nikkel

 

2604

Nikkelerts en concentraten daarvan

 

 

 

 

 

Ferrolegeringen:

 

7202 60

Ferronikkel

 

 

 

 

 

Draad van roestvrij staal:

 

7223 00 11

– –

Bevattende 28 of meer doch niet meer dan 31 gewichtspercenten nikkel en 20 of meer doch niet meer dan 22 gewichtspercenten chroom

 

 

 

 

75

Nikkel en werken van nikkel

 

 

 

 

8105 90 00 10

Staven of draad van een kobaltlegering bevattende:

35 gewichtspercenten (± 2 gewichtspercenten) kobalt,

25 gewichtspercenten (± 1 gewichtspercent) nikkel,

19 gewichtspercenten (± 1 gewichtspercent) chroom en

7 gewichtspercenten (± 2 gewichtspercenten) ijzer

overeenkomstig de materiaalspecificaties AMS 5842, van een soort gebruikt in de ruimtevaartindustrie

Zilver

 

2616 10

Zilvererts en concentraten daarvan

Zink

 

2608

Zinkerts en concentraten daarvan

 

 

 

 

79

Zink en werken van zink


(1)  De nomenclatuurcodes zijn die welke van toepassing zijn op de desbetreffende producten in de gecombineerde nomenclatuur als gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad en als bepaald in bijlage I daarbij.


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

Websites voor informatie over de in de artikelen 5, 7, 8, 10 en 15 bedoelde bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

BELGIË

http://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CΥΡRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf

MALTA

https://www.gov.mt/en/Government/Government%20of%20Malta/Ministries%20and%20Entities/Officially%20Appointed%20Bodies/Pages/Boards/Sanctions-Monitoring-Board-.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 07/99

B-1049 Brussel

België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu


BIJLAGE III

Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1.

„9. Handgeknoopte tapijten, handgeweven vloerkleden en wandkleden” wordt vervangen door „9. Tapijten, vloerkleden en wandkleden, al dan niet handgeknoopt, met een waarde van meer dan 500 USD”.

2.

„13. Servies van porselein, steen of aardewerk of fijne keramiek van hoge kwaliteit” wordt vervangen door „13. Servies van porselein, steen of aardewerk of fijne keramiek van hoge kwaliteit, met een waarde van meer dan 100 USD”.


BIJLAGE IV

„BIJLAGE III bis

De beelden als bedoeld in artikel 4 quater, lid 1:

ex

4420 10

Beelden en beeldjes van hout

 

 

 

 

 

Beelden en beeldjes van steen

ex

6802 91

– –

Van marmer, van travertijn of van albast

ex

6802 92

– –

Van andere kalksteen

ex

6802 93

– –

Van graniet

ex

6802 99

– –

Van andere steen

 

 

 

ex

6809 90

Beelden en beeldjes van plaaster of andere samenstellingen op basis van plaaster

 

 

 

ex

6810 99

Beelden en beeldjes van cement, van beton of van kunststeen, ook indien gewapend

 

 

 

ex

6913

Beelden en beeldjes van ceramiek

 

 

 

 

 

Edelsmidswerk

 

 

Van edele metalen, ook indien bekleed of geplateerd met edele metalen

ex

7114 11

– –

Beeldjes van zilver, ook indien bekleed of geplateerd met andere edele metalen

ex

7114 19

– –

Beeldjes van andere edele metalen, ook indien bekleed of geplateerd met edele metalen

ex

7114 20

Beelden en beeldjes van onedele metalen geplateerd met edele metalen

 

 

 

 

 

Beelden en beeldjes van onedele metalen

ex

8306 21

– –

Beelden en beeldjes bekleed met edele metalen

ex

8306 29

– –

Andere beelden en beeldjes

 

 

 

ex

9505

Beelden en beeldjes voor feestelijk, carnaval- of ander amusementsgebruik

 

 

 

ex

9602

Beeldjes van bewerkte plantaardige of minerale stoffen geschikt om te worden gesneden

 

 

 

ex

9703

Origineel beeldhouwwerk, ongeacht het materiaal


BIJLAGE V

„BIJLAGE III ter

De helikopters en vaartuigen als bedoeld in artikel 4 quinquies, lid 1

Helikopters

8802 11

Met een leeggewicht van niet meer dan 2 000 kg

8802 12

Met een leeggewicht van meer dan 2 000 kg

Vaartuigen

8901

Passagiersschepen, rondvaartboten, veerboten, vrachtschepen, aken en dergelijke schepen voor het vervoer van personen of van goederen

8902

Vissersvaartuigen; fabrieksschepen en andere schepen voor het behandelen of het conserveren van visserijproducten

8903

Jachten en andere plezier- of sportvaartuigen; roeiboten en kano's

8904

Sleepboten en duwboten

8906

Andere schepen, daaronder begrepen oorlogsschepen en reddingsboten, andere dan roeiboten

8907 10

Opblaasbare vlotten


BIJLAGE VI

In bijlage V bij Verordening (EG) nr. 329/2007 worden in de rubriek „Natuurlijke personen als bedoeld in artikel 6, lid 2, onder a)” de volgende vermeldingen toegevoegd:

„33.

RI Myong Su

Geboortedatum: 1937

Geboorteplaats: Myongchon, North Hamgyong

Vicevoorzitter van het Centraal Militair Comité van de Koreaanse Arbeiderspartij en stafchef van de Volksstrijdkrachten. In deze hoedanigheid bekleedt Ri Myong Su een sleutelpositie voor nationale defensie-aangelegenheden en is hij verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van de programma's van de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

34.

SO Hong Chan

Geboortedatum: 30.12.1957

Geboorteplaats: Kangwon

Paspoortnummer: PD836410105

Uiterste geldigheidsdatum: 27.11.2021

Eerste viceminister van de Volksstrijdkrachten, lid van het Centraal Militair Comité van de Koreaanse Arbeiderspartij en kolonel-generaal van de Volksstrijdkrachten. In deze hoedanigheid verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van programma's van de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

35.

WANG Chang Uk

Geboortedatum: 29.5.1960

Minister voor Industrie en Atoomenergie. In deze hoedanigheid verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van programma's van de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

36.

JANG Chol

Geboortedatum: 31.3.1961

Geboorteplaats: Pyongyang

Paspoortnummer: 563310042

Voorzitter van de Staatsacademie voor Wetenschappen, een organisatie die zich bezighoudt met de ontwikkeling van de technologische en wetenschappelijke capaciteiten van de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea. In deze hoedanigheid bekleedt Jang Chol een sleutelpositie voor de ontwikkeling van de nucleaire activiteiten van de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea en is hij verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van de programma's van de Democratische Volksrepubliek Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.”


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/35


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/662 VAN DE COMMISSIE

van 6 april 2017

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 april 2017.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal

Directoraat-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)   PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

EG

350,6

MA

119,8

SN

284,4

TN

214,0

TR

112,4

ZZ

216,2

0707 00 05

MA

65,6

TR

156,4

ZZ

111,0

0709 93 10

MA

45,2

TR

148,5

ZZ

96,9

0805 10 22 , 0805 10 24 , 0805 10 28

EG

49,4

IL

78,6

MA

48,6

TN

59,1

TR

74,0

ZZ

61,9

0805 50 10

TR

71,4

ZZ

71,4

0808 10 80

BR

108,9

CL

100,6

CN

161,4

US

133,8

ZA

107,7

ZZ

122,5

0808 30 90

AR

96,7

CH

128,6

CL

139,4

CN

114,9

US

174,6

ZA

124,7

ZZ

129,8


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/37


BESLUIT (EU, Euratom) 2017/663 VAN DE RAAD

van 3 april 2017

tot benoeming van een lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité, voorgedragen door het Koninkrijk Zweden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 302,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien de voordracht van de Zweedse regering,

Gezien het advies van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 18 september 2015 en 1 oktober 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU, Euratom) 2015/1600 (1) en (EU, Euratom) 2015/1790 (2) tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2015 tot en met 20 september 2020 vastgesteld.

(2)

In het Europees Economisch en Sociaal Comité is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Oskar WALLNER,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Mevrouw Imse SPRAGG NILSSON, Expert, National Council of Swedish Youth Organisations (LSU), wordt benoemd tot lid van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 20 september 2020.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 3 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

R. GALDES


(1)  Besluit (EU, Euratom) 2015/1600 van de Raad van 18 september 2015 tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2015 tot en met 20 september 2020 (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 53).

(2)  Besluit (EU, Euratom) 2015/1790 van de Raad van 1 oktober 2015 tot benoeming van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor de periode van 21 september 2015 tot en met 20 september 2020 (PB L 260 van 7.10.2015, blz. 23).


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/38


BESLUIT (EU) 2017/664 VAN DE RAAD

van 3 april 2017

tot benoeming van vijf leden en vijf plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's, voorgedragen door het Verenigd Koninkrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht door de Britse regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), (EU) 2015/190 (2) en (EU) 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld.

(2)

In het Comité van de Regio's zijn vijf zetels van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Roger EVANS, de heer Stewart MAXWELL, de heer Mick ANTONIW, mevrouw Patricia FERGUSON en de heer Gordon KEYMER.

(3)

In het Comité van de Regio's zijn vier zetels van plaatsvervangend lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Robert John PRICE, de heer Jim HUME, de heer Rhodri Glyn THOMAS en de heer James MCGRIGOR.

(4)

In het Comité van de Regio's is een zetel van plaatsvervangend lid vrijgekomen door de benoeming van mevrouw Jennette ARNOLD tot lid van het Comité van de Regio's,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's worden de volgende personen benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn:

a)

tot lid:

mevrouw Jennette ARNOLD, Assembly Member, Greater London Authority,

mevrouw Mairi Angela EVANS, Member of the Scottish Parliament,

mevrouw Victoria HOWELLS, Member of the National Assembly of Wales,

de heer John Robert LAMONT, Member of the Scottish Parliament,

de heer David SIMMONDS, Councillor, London Borough of Hillingdon,

alsmede

b)

tot plaatsvervangend lid:

de heer Simon BLACKBURN, Councillor, Blackpool Council,

de heer Roderick Lewis MACDONALD, Member of the Scottish Parliament,

mevrouw Bethan Maeve JENKINS, Member of the National Assembly of Wales,

de heer Keith Anthony PRINCE, Assembly Member, Greater London Authority,

de heer Andrew Dearg WIGHTMAN, Member of the Scottish Parliament.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 3 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

R. GALDES


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/40


BESLUIT (EU) 2017/665 VAN DE RAAD

van 3 april 2017

houdende benoeming van vijf leden en negen plaatsvervangers van het Comité van de Regio's, voorgedragen door Roemenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 305,

Gezien de voordracht van de Roemeense regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 26 januari 2015, 5 februari 2015 en 23 juni 2015 heeft de Raad de Besluiten (EU) 2015/116 (1), 2015/190 (2) en 2015/994 (3) houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 vastgesteld. Op 21 april 2016, is de heer Robert Sorin NEGOIȚĂ bij Besluit (EU) 2016/642 van de Raad (4) als plaatsvervanger vervangen door de heer Ovidiu Iulian PORTARIUC.

(2)

In het Comité van de Regio's zijn vier zetels van lid vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Cristian ADOMNIȚEI, de heer Ovidiu Ion BRĂILOIU, de heer Răducu George FILIPESCU en de heer Cătălin George MUNTEANU.

(3)

In het Comité van de Regio's is een zetel van lid vrijgekomen vanwege het einde van het mandaat op grond waarvan de heer Victor MORARU (Mayor of Amara, Ialomița County) was voorgedragen.

(4)

In het Comité van de Regio's zijn acht zetels van plaatsvervanger vrijgekomen vanwege het einde van de ambtstermijn van de heer Gheorghe CATRINOIU, de heer Ciprian DOBRE, de heer Alexandru DRĂGAN, de heer Ovidiu Iulian PORTARIUC, de heer Emil PROȘCAN, de heer Mihai Adrian ȘTEF, de heer Florin Grigore TECĂU en de heer Ion Marcel VELA.

(5)

In het Comité van de Regio's is een zetel van plaatsvervanger vrijgekomen door de benoeming van de heer Adrian Ovidiu TEBAN tot lid van het Comité van de Regio's,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In het Comité van de Regio's worden de volgende personen benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2020:

a)

tot lid:

de heer Ionel ARSENE, President of Neamț County Council,

de heer Decebal FĂGĂDĂU, Mayor of Constanța,

de heer Victor MORARU, President of Ialomița County Council (wijziging mandaat),

de heer Adrian Ovidiu TEBAN, Mayor of Cugir,

de heer Marius Ioan URSĂCIUC, Mayor of Gura Humorului,

en

b)

tot plaatsvervanger:

de heer Árpád-András ANTAL, Mayor of Sfântu Gheorghe,

de heer Emil BOC, Mayor of Cluj-Napoca,

de heer Dănuț BUHĂESCU, Mayor of Uricani,

de heer Ion DUMITREL, President of Alba County Council,

de heer Viorel IONESCU, Mayor of Hîrșova,

de heer Petre Emanoil NEAGU, President of Buzău County Council,

de heer Cosmin NECULA, Mayor of Bacău,

de heer Nicolae PANDEA, Mayor of Ștefan cel Mare,

de heer Marius Horia ȚUȚUIANU, President of Constanța County Council.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 3 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

R. GALDES


(1)  Besluit (EU) 2015/116 van de Raad van 26 januari 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 20 van 27.1.2015, blz. 42).

(2)  Besluit (EU) 2015/190 van de Raad van 5 februari 2015 tot benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 31 van 7.2.2015, blz. 25).

(3)  Besluit (EU) 2015/994 van de Raad van 23 juni 2015 houdende benoeming van de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's voor de periode van 26 januari 2015 tot en met 25 januari 2020 (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 70).

(4)  Besluit (EU) 2016/642 van de Raad van 21 april 2016 tot benoeming van een lid en een plaatsvervangend lid van het Comité van de Regio's, voorgedragen door Roemenië (PB L 108 van 23.4.2016, blz. 34).


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/42


BESLUIT (GBVB) 2017/666 VAN DE RAAD

van 6 april 2017

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 mei 2016 Besluit (GBVB) 2016/849 (1) betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea („DVK”) vastgesteld, dat onder meer tot uitvoering strekte van Resoluties 1718 (2006), 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013) en 2270 (2016) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („VN”).

(2)

De VN-Veiligheidsraad heeft op 30 november 2016 Resolutie 2321 (2016) aangenomen, waarin hij uiting geeft aan zijn ernstige verontrusting over de kernproef die de DVK op 9 september 2016 in strijd met de toepasselijke resoluties van de VN-Veiligheidsraad heeft uitgevoerd, en voorts zijn veroordeling uitspreekt over de lopende nucleaire activiteiten en de activiteiten met betrekking tot ballistische raketten van de DVK, en verklaart dat deze activiteiten een ernstige schending van de toepasselijke resoluties van de VN-Veiligheidsraad vormen en een duidelijke bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid in de regio en daarbuiten blijven.

(3)

De Raad heeft op 12 december 2016 conclusies aangenomen waarin hij met klem de in 2016 door de DVK uitgevoerde kernproeven en verschillende lanceringen van ballistische raketten veroordeelt, en verklaart dat deze een ernstige bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid vormen en het mondiale regime voor non-proliferatie en ontwapening, dat de Unie al decennialang standvastig verdedigt, ondermijnen.

(4)

In het licht van de acties van de DVK, die als een ernstige bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid in de regio en daarbuiten worden beschouwd, heeft de Raad besloten bijkomende beperkende maatregelen op te leggen.

(5)

De Raad heeft besloten het verbod op investeringen in en met de DVK uit te breiden tot nieuwe sectoren, namelijk de industrie in verband met conventionele wapens, de metaal- en metaalbewerkingsindustrie, en de ruimtevaartindustrie.

(6)

De Raad is overeengekomen een verbod te stellen op het verlenen van bepaalde diensten aan personen of entiteiten in de DVK. Dit verbod heeft betrekking op computerdiensten en daarmee samenhangende diensten, op diensten die verband houden met mijnbouw, op diensten die verband houden met de maakindustrie in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector, en op andere gebieden waarvoor investeringen uit de Unie verboden zijn.

(7)

De Raad roept de DVK andermaal op om opnieuw een geloofwaardige en betekenisvolle dialoog met de internationale gemeenschap aan te gaan, met name in het kader van het zespartijenoverleg, om haar provocaties te staken en om op een volledige, verifieerbare en onomkeerbare wijze af te zien van alle kernwapens en bestaande nucleaire programma's.

(8)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen waarin dit besluit voorziet, is nieuw optreden van de Unie nodig.

(9)

Besluit (GBVB) 2016/849 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2016/849 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 11, lid 2, wordt punt a) vervangen door:

„a)

het verwerven of uitbreiden van een deelneming in entiteiten in de DVK, of entiteiten uit de DVK of entiteiten buiten de DVK die eigendom zijn van de DVK, die betrokken zijn bij de programma's of activiteiten van de DVK in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens, bij de industrie in verband met conventionele wapens, of bij activiteiten in de sectoren mijnbouw, raffinage en chemische industrie, de metaal- en de metaalbewerkingsindustrie, en de ruimtevaartindustrie, inclusief de volledige verwerving van dergelijke entiteiten en de verwerving van aandelen of andere effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen;”.

2)

In artikel 11, lid 2, wordt punt d) vervangen door:

„d)

het verrichten van investeringsdiensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de onder a) tot en met c) bedoelde activiteiten.”.

3)

Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd:

„HOOFDSTUK V bis

BEPERKINGEN OP HET VERLENEN VAN DIENSTEN

Artikel 22 bis

1.   Het verlenen van diensten die verband houden met mijnbouw en het verlenen van diensten die verband houden met de maakindustrie in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector, aan de DVK door onderdanen van lidstaten of vanuit het grondgebied van lidstaten is verboden, ongeacht of die diensten afkomstig zijn van het grondgebied van de lidstaten.

2.   In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming verlenen voor het verlenen van diensten die verband houden met mijnbouw en voor het verlenen van diensten die verband houden met de maakindustrie in de chemische, de mijnbouw- en de raffinagesector, voor zover die diensten bedoeld zijn om uitsluitend te worden gebruikt voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.

3.   De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke diensten onder de leden 1 en 2 moeten vallen.

Artikel 22 ter

De verbodsbepaling in artikel 22 bis laat tot en met 9 juli 2017 de uitvoering van vóór 8 april 2017 gesloten contracten of van voor de uitvoering daarvan benodigde bijkomende contracten onverlet.

Artikel 22 quater

1.   Het verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten aan de DVK door onderdanen van lidstaten of vanuit het grondgebied van lidstaten is verboden, ongeacht of die diensten afkomstig zijn van het grondgebied van de lidstaten.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op computerdiensten en daarmee samenhangende diensten die uitsluitend worden verleend ten behoeve van gebruik door een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht.

3.   Lid 1 is niet van toepassing op computerdiensten en daarmee samenhangende diensten die uitsluitend worden verleend voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering door overheidsinstanties of door rechtspersonen, entiteiten of lichamen die openbare financiering van de Unie of van lidstaten ontvangen.

4.   In gevallen die niet onder lid 3 vallen en in afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten toestemming verlenen voor het verlenen van computerdiensten en daarmee samenhangende diensten die uitsluitend worden verleend voor ontwikkelingsdoeleinden die rechtstreeks dienen ter leniging van de noden van de burgerbevolking of ter bevordering van de denuclearisering.

5.   De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke diensten onder lid 1 moeten vallen.

Artikel 22 quinquies

De verbodsbepaling in artikel 22 quater laat tot en met 9 juli 2017 de uitvoering van vóór 8 april 2017 gesloten contracten of van voor de uitvoering daarvan benodigde bijkomende contracten onverlet.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)  Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad van 27 mei 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2013/183/GBVB (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 79).


7.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/45


BESLUIT (GBVB) 2017/667 VAN DE RAAD

van 6 april 2017

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2016/849 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad van 27 mei 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2013/183/GBVB (1), en met name artikel 33, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 mei 2016 Besluit (GBVB) 2016/849 vastgesteld.

(2)

Gezien de aanhoudende proliferatieactiviteiten van de Democratische Volksrepubliek Korea („de DVK”) dienen vier personen te worden toegevoegd aan de in bijlage II bij Besluit (GBVB) 2016/849 opgenomen lijst van personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de programma's van de DVK in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens en personen en entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen.

(3)

Besluit (GBVB) 2016/849 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Besluit (GBVB) 2016/849 wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 6 april 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

L. GRECH


(1)   PB L 141 van 28.5.2016, blz. 79.


BIJLAGE

De onderstaande personen worden toegevoegd aan de lijst van personen in bijlage II, sectie IA, bij Besluit (GBVB) 2016/849.

I.   Personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de programma's van de DVK in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens en personen en entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, en entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap bij hen berust.

A.   Personen

 

Naam

Alias

Geboortedatum

Datum van aanwijzing

Motivering

31

RI Myong Su

 

Geboortedatum: 1937

Geboorteplaats: Myongchon, Noord-Hamgyong

7.4.2017

Vicevoorzitter van het Centraal Militair Comité van de Koreaanse Arbeiderspartij en chef-staf van de Volksstrijdkrachten. In die hoedanigheid bekleedt Ri Myong Su een sleutelpositie voor nationale defensieaangelegenheden en is hij verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van programma's van de DVK inzake kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

32

SO Hong Chan

 

Geboortedatum: 30.12.1957

Geboorteplaats: Kangwon

Paspoort nr.: PD836410105

Paspoort geldig tot: 27.11.2021

7.4.2017

Eerste viceminister van de Volksstrijdkrachten, lid van het Centraal Militair Comité van de Koreaanse Arbeiderspartij en kolonel-generaal van de Volksstrijdkrachten. In die hoedanigheid is So Hong Chan verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van programma's van de DVK inzake kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

33

WANG Chang Uk

 

Geboortedatum: 29.5.1960

7.4.2017

Minister van Industrie en Kernenergie. In die hoedanigheid is Wang Chang Uk verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van programma's van de DVK inzake kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

34

JANG Chol

 

Geboortedatum: 31.3.1961

Geboorteplaats: Pyongyang,

Paspoort nr.: 563310042

7.4.2017

Voorzitter van de Staatsacademie van wetenschappen, een organisatie voor de ontwikkeling van de technologische en wetenschappelijke capaciteit van de VRK. In die hoedanigheid bekleedt Jang Chol een strategische positie voor de ontwikkeling van de nucleaire activiteiten van de DVK en is hij verantwoordelijk voor de ondersteuning of bevordering van programma's van de DVK inzake kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.


nach oben