EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C:2012:197:FULL

Publicatieblad van de Europese Unie, C 197, 5 juli 2012


Display all documents published in this Official Journal
 

ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2012.197.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 197

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
5 juli 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 197/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6593 — Audi/Ducati Motor Holding) ( 1 )

1

2012/C 197/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 2 )

2

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 197/03

Wisselkoersen van de euro

7

2012/C 197/04

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 4 juli 2012 betreffende de financiering voor 2012 van activiteiten op veterinair gebied in verband met het voorlichtingsbeleid van de Europese Unie en de ondersteuning van internationale organisaties door de Europese Unie, diverse maatregelen om de toepassing van Verordening (EG) nr. 882/2004 te garanderen, en een proefproject voor een gecoördineerd Europees dierenwelzijnsnetwerk

8

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2012/C 197/05

Samenvatting van het Advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid

21

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2012/C 197/06

Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

24

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2012/C 197/07

Uitnodiging om opmerkingen te maken overeenkomstig artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol 3 bij de overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie over staatssteunvraagstukken met betrekking tot mogelijke steun voor AS Oslo Sporveier en AS Sporveisbussene in Noorwegen

25

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2012/C 197/08

Aankondiging van algemene vergelijkende onderzoeken

28

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2012/C 197/09

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

29

 

Rectificaties

2012/C 197/10

Rectificatie van de mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 27 lidstaten, zoals die vanaf 1 juli 2008 gelden (PB C 166 van 1.7.2008)

33

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

 

(2)   Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6593 — Audi/Ducati Motor Holding)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 197/01

Op 28 juni 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6593. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/2


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)

2012/C 197/02

Datum waarop het besluit is genomen

13.5.2011

Referentienummer staatssteun

SA.32733 (11/NN)

Lidstaat

Griekenland

Regio

Attiki

Niet-steungebieden

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Μέτρα υπέρ των κτηνοτρόφων της Ανατολικής Αττικής, των οποίων οι βοσκήσιμες εκτάσεις καταστράφηκαν από πυρκαγιές κατά τη χρονική περίοδο Αυγούστου 2009

Rechtsgrondslag

ΝΟΜΟΣ3698/2008/ΕΛΟΓΑΚ(ΠΑΡ.4 του άρθρού 11)

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Natuurrampen of uitzonderlijke gebeurtenissen

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 0,06 EUR (in miljoen)

 

Jaarbudget: 0,06 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

2,50 %

Looptijd (periode)

9.10.2009-2.11.2009

Economische sectoren

Veeteelt

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Υπουργείο Αγροτικής Ανάπτυξης και Τροφίμων

Δ/νση Zωïκής παραγωγής και ΑΠΑ

Βερανζέρου 46

104 38 Τ.Κ.

ΕΛΛΑΔΑ/GREECE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

9.11.2011

Referentienummer staatssteun

SA.32904 (11/N)

Lidstaat

Griekenland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Αποκατάσταση δασοκομικού δυναμικού και εισαγωγή δράσεων πρόληψης

Rechtsgrondslag

Εκχώρηση αρμοδιοτήτων της Ειδικής Υπηρεσίας Διαχείρισης του Προγράμματος Αγροτικής Ανάπτυξης της Ελλάδας 2007-2013 (ΕΥΔ ΠΑΑ) στις Υπηρεσίες: Δ/νση Διαχείρισης Δασών και Δασικού Περιβάλλοντος, Δ/νση Αισθητικών Δασών, Δρυμών και Θήρας, Δ/νση Προστασίας Δασών και Φ.Π. και Δ/νση Αναδασώσεων και Ο.Υ. της Γενικής Δ/νσης Ανάπτυξης και Προστασίας Δασών και Φ.Π. της Ειδικής Γραμματείας Δασών του ΥΠΕΚΑ. (ΦΕΚ: 1492, τ.Β' 6.9.2010)

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Bosbouw

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 174 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

9.11.2011-31.12.2013

Economische sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ειδική Υπηρεσία Διαχείρισης του Προγράμματος Αγροτικής Ανάπτυξης της Ελλάδας 2007-2013

Λ. Αθηνων 58

104 41 Αθήνα/Athens

ΕΛΛΑΔΑ/GREECE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

16.5.2012

Referentienummer staatssteun

SA.34152 (11/N)

Lidstaat

Tsjechische Republiek

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Příspěvek na zpracování lesních hospodářských plánů

Rechtsgrondslag

1)

Závazná pravidla poskytování finančních příspěvků na hospodaření v lesích a způsobu kontroly jejich využití (příloha zákona o státním rozpočtu České republiky)

2)

Zákon č. 289/1995 Sb., o lesích a o změně a doplnění některých zákonů (lesní zákon)

3)

Vyhláška č. 84/1996 Sb., o lesním hospodářském plánování

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Bosbouw, Milieubescherming, Plattelandsontwikkeling (AGRI)

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 280 CZK (in miljoen)

 

Jaarbudget: 40 CZK (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2018

Economische sectoren

Bosbouw en de exploitatie van bossen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerstvo zemědělství

Těšnov 17

117 05 Praha 1

ČESKÁ REPUBLIKA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

12.4.2012

Referentienummer staatssteun

SA.34253 (12/NN)

Lidstaat

Nederland

Regio

Noord-Limburg

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Investeringssteun voor de vermindering van geuremissies van Knoops Lottum B.V. (varkenshouderij)

Rechtsgrondslag

Algemene subsidieverordening Horst aan de Maas 2011; Algemene Wet Bestuursrecht; Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg; Wet geurhinder en veehouderij; en Regeling geurhinder en veehouderij

Type maatregel

Individuele steun

Knoops Lottum B.V., Oude Goorenweg 4, 5715 PH Lierop. Knoops Lottum B.V. beschikt over diverse bedrijfslocaties. Het adres waarop onderhavige steun betrekking heeft betreft de locatie: Zandterweg 39, 5973 RB Lottum.

Doelstelling

Investeringen in landbouwbedrijven, Milieubescherming

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 0,09 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

60 %

Looptijd (periode)

22.11.2011

Economische sectoren

Fokken van varkens

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Gemeente Horst aan de Maas

Wilhelminaplein 6

5961 ES Horst

NEDERLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

31.5.2012

Referentienummer staatssteun

SA.34291 (12/N)

Lidstaat

Tsjechische Republiek

Regio

Moravskoslezko

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Dotační program Poskytování příspěvků na podporu hospodaření v lesích v Moravskoslezském kraji pro období let 2013–2019

Rechtsgrondslag

1)

Dotační program Poskytování příspěvků na podporu hospodaření v lesích v Moravskoslezském kraji pro období let 2013–2019

2)

Zákon č. 129/2000 Sb., o krajích, ve znění pozdějších předpisů

3)

Zákon č. 289/1995 Sb., o lesích a o změně a doplnění některých zákonů (lesní zákon)

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Bosbouw

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 350 CZK (in miljoen)

 

Jaarbudget: 50 CZK (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

1.1.2013-31.12.2019

Economische sectoren

Bosbouw en de exploitatie van bossen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Moravskoslezský kraj

28. října 117

702 18 Ostrava

ČESKÁ REPUBLIKA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/7


Wisselkoersen van de euro (1)

4 juli 2012

2012/C 197/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2560

JPY

Japanse yen

100,28

DKK

Deense kroon

7,4366

GBP

Pond sterling

0,80320

SEK

Zweedse kroon

8,6876

CHF

Zwitserse frank

1,2013

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,5165

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,500

HUF

Hongaarse forint

285,36

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6964

PLN

Poolse zloty

4,2066

RON

Roemeense leu

4,4764

TRY

Turkse lira

2,2677

AUD

Australische dollar

1,2221

CAD

Canadese dollar

1,2726

HKD

Hongkongse dollar

9,7397

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5635

SGD

Singaporese dollar

1,5876

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 428,07

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,2134

CNY

Chinese yuan renminbi

7,9727

HRK

Kroatische kuna

7,4933

IDR

Indonesische roepia

11 748,77

MYR

Maleisische ringgit

3,9621

PHP

Filipijnse peso

52,275

RUB

Russische roebel

40,5534

THB

Thaise baht

39,533

BRL

Braziliaanse real

2,5362

MXN

Mexicaanse peso

16,7927

INR

Indiase roepie

68,4360


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/8


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 2012

betreffende de financiering voor 2012 van activiteiten op veterinair gebied in verband met het voorlichtingsbeleid van de Europese Unie en de ondersteuning van internationale organisaties door de Europese Unie, diverse maatregelen om de toepassing van Verordening (EG) nr. 882/2004 te garanderen, en een proefproject voor een gecoördineerd Europees dierenwelzijnsnetwerk

2012/C 197/04

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1) (hierna het „Financieel Reglement” genoemd), en met name artikel 49, lid 6, onder a), en artikel 75,

Gezien Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (2), en met name de artikelen 20, 23 en 27,

Gezien Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (3), en met name artikel 66, lid 1, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 75 van het Financieel Reglement en artikel 90, lid 1, van de uitvoeringsvoorschriften moet de vastlegging van een uitgave uit de begroting van de Europese Unie worden voorafgegaan door een financieringsbesluit waarin de essentiële elementen worden vastgesteld van de actie die een uitgave meebrengt, en dat is vastgesteld door de instelling of door de door haar gedelegeerde autoriteiten.

(2)

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4) (hierna de „uitvoeringsvoorschriften” genoemd) geeft de mate van gedetailleerdheid aan die voldoende wordt geacht om het in een financieringsbesluit vastgestelde kader te beschrijven.

(3)

Overeenkomstig artikel 110 van het Financieel Reglement wordt jaarlijks een werkprogramma voor subsidies vastgesteld.

(4)

Er moet een werkprogramma worden vastgesteld voor de activiteiten van de Europese Unie op veterinair gebied in verband met het voorlichtingsbeleid, de ondersteuning van internationale organisaties en de informatisering van de veterinaire procedures.

(5)

Aangezien het werkprogramma in de bijlagen een voldoende gedetailleerd kader vormt in de zin van artikel 90, leden 2 en 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie, vormt dit besluit een financieringsbesluit voor de uitgaven waarin wordt voorzien in het werkprogramma voor subsidies en aanbestedingen.

(6)

Krachtens artikel 22 van Beschikking 2009/470/EG kan de Unie de nodige technische en wetenschappelijke maatregelen nemen voor de ontwikkeling van de veterinaire wetgeving van de Unie en voor de ontwikkeling van voorlichting en opleiding op veterinair gebied, of kan zij de lidstaten of internationale organisaties daarin bijstaan.

(7)

Krachtens artikel 19 van Beschikking 2009/470/EG moet de Unie een financiële bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een voorlichtingsbeleid met betrekking tot diergezondheid, dierenwelzijn en de voedselveiligheid van producten van dierlijke oorsprong, waaronder de verrichting van de nodige studies ter voorbereiding en ontwikkeling van wetgeving op het gebied van dierenwelzijn.

(8)

In artikel 19, onder a), i), van Beschikking 2009/470/EG wordt bepaald dat de Unie een financiële bijdrage levert aan het verzamelen en opslaan van alle informatie over de wetgeving van de Unie inzake diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid van producten van dierlijke oorsprong.

(9)

Er is een financiële bijdrage nodig om Vetlex (de interactieve databank met de wetgeving op veterinair gebied), die oorspronkelijk is opgezet voor de kandidaat-lidstaten, de potentiële kandidaat-lidstaten en de partnerlanden in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, voor alle lidstaten beschikbaar te maken.

(10)

De voorafgaande jaren werd de aanzet gegeven tot communicatieactiviteiten om diergezondheidskwesties en de beginselen van de strategie voor diergezondheid onder de aandacht te brengen van belanghebbenden, organisaties en de samenleving in haar geheel. Deze communicatieactiviteiten, met inbegrip van de horizontale activiteiten, dienen in 2012 te worden voortgezet.

(11)

Artikel 27 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad voorziet in een financiële bijdrage van de Unie voor de uitvoering van nationale uitroeiings/bewakingsprogramma’s. Volgens datzelfde artikel moet de Commissie deze programma's beoordelen. Teneinde te voorzien in een aanvullend instrument zullen externe technische assistenten een beoordeling vooraf van deze voor 2013 ingediende programma's uitvoeren.

(12)

Verordening (EG) nr. 882/2004 stelt voorschriften vast voor de uitvoering van officiële controles op de naleving van voorschriften die zijn gericht op het voorkomen, wegnemen of tot een aanvaardbaar niveau terugbrengen van rechtstreekse of door het milieu veroorzaakte risico's voor mens en dier, het zorgen voor eerlijke praktijken in de handel in levensmiddelen en diervoeders en het beschermen van de belangen van de consument, onder meer door de etikettering van diervoeders en levensmiddelen en andere vormen van consumentenvoorlichting.

(13)

Overeenkomstig artikel 66, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 882/2004 worden de vereiste kredieten voor de financiering van andere maatregelen om de toepassing van deze verordening te garanderen elk jaar toegestaan in het kader van de begrotingsprocedure. Tot de in artikel 66 genoemde maatregelen behoren met name het verrichten van onderzoek, de publicatie van informatie, het beleggen van vergaderingen en de organisatie van conferenties.

(14)

De verslagen van het Voedsel- en veterinair bureau over in de jaren 2007-2011 uitgevoerde inspecties betreffende officiële controles in de lidstaten op materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, vertoonden enkele tekortkomingen. Er werden met name tekortkomingen geconstateerd met betrekking tot de handhaafbaarheid van de algemene veiligheidsvoorschriften en de goede fabricagepraktijken op die gebieden waarvoor geen specifieke EU-maatregelen gelden („niet-geharmoniseerde gebieden”). Daarom is in 2012 een studie gepland om na te gaan in hoeverre specifieke bepalingen op EU-niveau nodig zijn, en zo ja welke, om de handhaafbaarheid van de algemene veiligheidsvoorschriften te verbeteren en gegevens beschikbaar te stellen over het economische, sociale en milieueffect ervan (met inbegrip van de administratieve lasten).

(15)

De communicatie over de controle op levensmiddelen en diervoeders kan niet altijd aan een specifiek onderwerp worden gerelateerd. Daarom moet worden voorzien in middelen voor horizontale communicatieactiviteiten in verband daarmee.

(16)

In de voedselketen doet zich een aantal risico's voor die de levering van veilige en gezonde levensmiddelen aan de Europese consumenten in gevaar kunnen brengen. Er is in 2012 een studie gepland om die risico's in de voedselketen in kaart te brengen, toekomstige scenario's te ontwikkelen en te beoordelen, en beleidsreacties te definiëren.

(17)

Overeenkomstig artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (5) moeten de Unie en de lidstaten bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie op bepaalde gebieden ten volle rekening houden met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren als wezens met gevoel. Daarom moet een proefproject worden gefinancierd dat de lidstaten en de belanghebbenden zal helpen om de voorschriften van de Unie inzake dierenwelzijn toe te passen.

(18)

Artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (6) verplicht de lidstaten te zorgen voor wetenschappelijke ondersteuning van de bevoegde autoriteiten door het beschikbaar stellen van wetenschappelijke, technische en onderwijskundige expertise om de toepassing van deze wetgeving inzake dierenwelzijn te vergemakkelijken. Het lijkt relevant een proefproject te ontwikkelen om te zorgen voor een betere coördinatie tussen de nationale technische ondersteuningsmechanismen die vóór 2013 tot stand moeten worden gebracht met het oog op de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1099/2009.

(19)

In de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité over de strategie van de Europese Unie voor de bescherming en het welzijn van dieren 2012-2015 (7) wordt ook de mogelijkheid in overweging genomen om een Europees netwerk van referentiecentra op te richten dat er met name voor zou kunnen zorgen dat de bevoegde autoriteiten samenhangende en uniforme technische informatie ontvangen over de wijze waarop de EU-wetgeving moet worden toegepast, met name in de context van resultaatgerichte dierenwelzijnsindicatoren. Daarom is het relevant dat de Unie een proefproject bevordert teneinde de haalbaarheid en de efficiëntie van een dergelijk netwerk te beoordelen alvorens toekomstige wetgeving voor te stellen.

(20)

Het is passend de financiering van dat proefproject door de Unie te handhaven. In de algemene begroting van de Europese Unie voor 2012 heeft de begrotingsautoriteit 1 000 000 EUR bestemd voor een proefproject voor een gecoördineerd Europees dierenwelzijnsnetwerk.

(21)

Dit financieringsbesluit kan ook bepalingen over de betaling van achterstandsrente omvatten op basis van artikel 83 van het Financieel Reglement en artikel 106, lid 5, van de uitvoeringsvoorschriften.

(22)

Voor de toepassing van dit besluit wordt de term „belangrijke wijziging” omschreven in de zin van artikel 90, lid 4, van de uitvoeringsvoorschriften.

(23)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

BESLUIT:

TITEL I

Werkprogramma ter uitvoering van Beschikking 2009/470/EG van de Raad

Artikel 1

Het in bijlage I opgenomen jaarlijkse werkprogramma ter uitvoering van de artikelen 20, 23 en 27 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze titel toegestane maximumbijdrage voor de uitvoering van het programma wordt vastgesteld op 3 254 600 EUR, te financieren uit begrotingsonderdeel 17 04 02 01 van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2012.

Artikel 3

De uitvoering van de begroting met betrekking tot de taken in verband met punt 2 van bijlage I kunnen worden toevertrouwd aan de volgende internationale organisatie, die inzake boekhouding, audit, interne controle en aanbestedingen normen toepast waarvan de garanties gelijkwaardig zijn aan die van internationaal erkende normen: de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE).

TITEL II

Werkprogramma ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van de Raad

Artikel 4

Het in bijlage II opgenomen jaarlijkse werkprogramma ter uitvoering van artikel 66, lid 1, onder c), wordt vastgesteld.

Artikel 5

De bij deze titel toegestane maximumbijdrage voor de uitvoering van het programma wordt vastgesteld op 277 650 EUR, te financieren uit begrotingsonderdeel 17 04 07 01 van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2012.

TITEL III

Proefproject voor een gecoördineerd Europees dierenwelzijnsnetwerk

Artikel 6

Het in bijlage III beschreven proefproject wordt vastgesteld.

Artikel 7

De bij deze titel toegestane maximumbijdrage voor de uitvoering van het proefproject wordt vastgesteld op 1 000 000 EUR, te financieren uit begrotingsonderdeel 17 04 01 02 van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2012.

TITEL IV

Algemene bepalingen

Artikel 8

De in de titels I, II en III vermelde werkprogramma's zijn financieringsbesluiten in de zin van artikel 75 van het Financieel Reglement.

Artikel 9

1.   De ordonnateur kan wijzigingen in elke titel die niet belangrijk worden geacht in de zin van artikel 90, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 vaststellen overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer en evenredigheid.

2.   Cumulatieve wijzigingen in de toewijzingen voor de onder elk werkprogramma vallende acties die niet meer bedragen dan 10 % van de in de artikelen 2, 5 en 7 van dit besluit bedoelde maximumbijdrage, worden niet belangrijk geacht in de zin van artikel 90, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002, mits zij de aard en de doelstelling van de werkprogramma's niet significant aantasten.

Artikel 10

De in de artikelen 2, 5 en 7 vermelde kredieten kunnen ook de betaling van achterstandsrente dekken.

Artikel 11

Dit besluit is gericht tot de ordonnateurs bij delegatie.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2012.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30.

(3)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1, zoals gerectificeerd in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(5)  PB C 83 van 30.3.2010, blz. 47.

(6)  PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1.

(7)  COM(2012) 6 final.


BIJLAGE I

Beschikking 2009/470/EG van de Raad betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied, en met name de artikelen 20, 23 en 27 — Werkprogramma voor 2012

1.   Inleiding

Dit programma betreft zes hoofdthema's voor het jaar 2012. Op basis van de doelstellingen die zijn omschreven in Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied, zijn de verdeling van de begrotingsmiddelen en de hoofdacties als volgt:

voor subsidies uitgevoerd in gezamenlijk beheer (punt 2):

een financiële bijdrage van de Unie voor de organisatie van wereldconferenties over dierenwelzijn, antimicrobiële resistentie en officiële instanties op veterinair gebied, een regionale conferentie over dierenwelzijn en regionale seminars voor nieuwe OIE-afgevaardigden, contactpunten op het gebied van diergeneesmiddelen, dierenwelzijn en de gezondheid van waterdieren: maximaal 660 000 EUR;

voor aanbestedingen (uitgevoerd in direct gecentraliseerd beheer) (punt 3):

aanbesteding in verband met een bijdrage om administrateurs in de lidstaten toegang tot de Vetlex-databank te verlenen: 150 000 EUR (punt 3.1);

bijdrage voor horizontale communicatie over activiteiten op het gebied van diergezondheid: 49 600 EUR (punt 3.2);

evenementen ter ondersteuning van het lopende beleid inzake dierenwelzijn en onderhoud van de bestaande communicatie-instrumenten: 700 000 EUR (punt 3.3);

publicaties en verspreiding van informatie om diergezondheidskwesties en de beginselen van de strategie voor diergezondheid onder de aandacht te brengen: 1 595 000 EUR (punt 3.4);

externe beoordeling vooraf van de uitroeiings-/bewakingsprogramma's voor 2013: 100 000 EUR (punt 3.5).

2.   Actie in gezamenlijk beheer

Wereldconferenties over dierenwelzijn, antimicrobiële resistentie, officiële instanties op veterinair gebied, en ziekten van in het wild levende dieren; regionale conferentie over dierenwelzijn in Zuid-Amerika; en regionale seminars voor nieuwe OIE-afgevaardigden, contactpunten op het gebied van diergeneesmiddelen, dierenwelzijn en de gezondheid van waterdieren in Europa.

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 23 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 02 01

Bijdragen worden geregeld bij een schriftelijke bijdrageovereenkomst 2012-2013.

UITVOERINGSORGAAN

De Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) is een intergouvernementele organisatie die belast is met de wereldwijde verbetering van de diergezondheid. Om de diergezondheidsstatus wereldwijd te verbeteren en bijgevolg het dierziekterisico in de EU te verminderen, is het van belang dat alle OIE-lidstaten op de hoogte zijn van de EU-benadering van diergezondheid en dierenwelzijn en dat de EU door de OIE georganiseerde conferenties en opleidingsseminars actief steunt, zodat bij deze gelegenheden bekendheid wordt gegeven aan het beleid inzake diergezondheid en dierenwelzijn van de Unie.

Op 7 juni 2010 hebben de Commissie en de OIE een langetermijnkaderovereenkomst met administratieve en financiële bepalingen inzake samenwerking (hierbij gevoegd) gesloten, op grond waarvan de „Bijdrageovereenkomst tussen de Europese Unie en een internationale organisatie” (de „Standaardbijdrageovereenkomst”) van toepassing is op mondiale, regionale of nationale, door de OIE beheerde en door de Europese Unie gefinancierde of medegefinancierde programma's en acties.

De OIE had reeds eerder door middel van een „vier pijler”-beoordeling een grondige en volledige evaluatie uitgevoerd, aan de hand waarvan werd vastgesteld dat de OIE inzake boekhouding, audit, controle en aanbestedingen normen toepast waarvan de garanties gelijkwaardig zijn aan die van internationaal erkende normen.

TE VERWEZENLIJKEN DOELSTELLINGEN EN VERWACHTE RESULTATEN

Alle OIE-lidstaten op de hoogte brengen van de EU-benadering van diergezondheid, dierenwelzijn en volksgezondheid uit veterinair oogpunt door tijdens door de OIE georganiseerde conferenties en opleidingsseminars bekendheid te geven aan het beleid van de Unie. Met als uiteindelijk doel de diergezondheidsstatus, de dierenwelzijnsstatus en de volksgezondheidsstatus uit veterinair oogpunt wereldwijd te verbeteren en het risico in de EU te verkleinen.

BESCHRIJVING EN DOELSTELLINGEN VAN DE UITVOERINGSMAATREGEL

De onderstaande tabel bevat een overzicht van de diverse in het kader van dit punt te financieren acties.

UITVOERING

Gezamenlijk beheer

MAXIMUMBEDRAG VAN DE BIJDRAGE

660 000 EUR

Overzicht van de in 2012-2013 door de OIE te organiseren activiteiten, zoals bedoeld in punt 2

Activiteit

Locatie

Maximumbedrag in euro's

Indicatieve data

(2012-2013)

1.   

Wereldconferenties

1.1.

Derde OIE-wereldconferentie over dierenwelzijn „Toepassing van de OIE-normen — Aandacht voor regionale verwachtingen”

Kuala Lumpur (Maleisië)

100 000

6-8 november 2012

1.2.

OIE-wereldconferentie over het verstandige gebruik van antimicrobiële stoffen bij dieren — Internationale solidariteit in de strijd tegen antimicrobiële resistentie

Parijs (Frankrijk)

100 000

13-15 maart 2013

1.3.

Officiële instanties op veterinair gebied (OIV) — Opstelling van een OIV-jumelageprogramma

Nog te bevestigen

80 000

2e halfjaar 2013

2.   

Regionale conferenties en seminars

2.1.

Regionale conferentie voor de Amerika's over „Wereldhandel en dierenwelzijnsnormen” (follow-up van de in 2009 in Brussel georganiseerde conferentie)

Zuid-Amerikaans land

80 000

14-16 oktober 2013

2.2.

Regionaal seminar voor de nieuwe OIE-afgevaardigden van Europa

Europees land

60 000

19 mei 2012

2.3.

Regionaal seminar voor de OIE-contactpunten van Europa voor diergeneesmiddelen

Europees land

80 000

2e halfjaar 2012

2.4.

Regionaal seminar voor de OIE-contactpunten van Europa voor dierenwelzijn

Europees land

80 000

1e halfjaar 2013

2.5.

Regionaal seminar voor de OIE-contactpunten van Europa voor de gezondheid van waterdieren

Europees land

80 000

1e halfjaar 2013

3.   Aanbestedingen

De totale in 2012 voor aanbestedingscontracten uitgetrokken begrotingsmiddelen bedragen 2 594 600 EUR.

3.1.   Beschikbaarheid van Vetlex voor de overheidsdiensten van de lidstaten

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 20 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 02 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Eén dienstencontract.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

De Vetlex-databank is een bestaande interactieve databank van alle wetgeving op veterinair gebied, die door een externe onderneming wordt beheerd. De databank wordt geactualiseerd binnen 24 uur nadat nieuwe wetgeving wordt gepubliceerd en bevat de geconsolideerde versie van de desbetreffende wetgeving.

De databank is steeds toegankelijk geweest voor kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en de partnerlanden in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid via een contract tussen de onderneming en DG Uitbreiding van de Europese Commissie. Zij is niet beschikbaar voor de lidstaten.

Dankzij de geplande bijdrage zal Vetlex ook ter beschikking kunnen worden gesteld van administrateurs in de lidstaten.

UITVOERING

Direct gecentraliseerd

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Derde kwartaal 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

150 000 EUR

SPECIFIEK CONTRACT (INDIEN VAN TOEPASSING)

Nvt.

3.2.   Horizontale bijdrage voor communicatie over activiteiten op het gebied van diergezondheid

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 20 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 02 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Verschillende specifieke contracten met gebruikmaking van diverse raamcontracten.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

Horizontale bijdrage voor communicatie over activiteiten op het gebied van diergezondheid.

UITVOERING

Direct gecentraliseerd.

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Het hele jaar 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

49 600 EUR

SPECIFIEK CONTRACT (INDIEN VAN TOEPASSING)

Diverse raamcontracten van DG SANCO.

3.3.   Evenementen ter ondersteuning van het lopende beleid inzake dierenwelzijn en onderhoud van de bestaande communicatie-instrumenten

RECHTSGRONDSLAG

De artikelen 20 en 23 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 02 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Zes dienstencontracten met gebruikmaking van een raamcontract en een openbare aanbesteding.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

a)

Organisatie of medeorganisatie van ten hoogste drie workshops voor dierenartsen ter bevordering van de EU-normen voor dierenwelzijn met het oog op een betere toepassing binnen de EU en wederzijds begrip buiten de EU: 150 000 EUR.

b)

Evenementen om de Farmland-websites over dierenwelzijn en de Farmland-toolbox voor leerkrachten op lokaal/regionaal niveau te verspreiden: 100 000 EUR.

c)

Productie van publicaties over dierenwelzijn (nieuwsbrief en brochures over dierenwelzijn, publicaties/materiaal voor evenementen, enz.): 50 000 EUR.

d)

Studie over de mogelijkheid om de consumenten in de EU relevante informatie over de bedwelming van dieren te verstrekken: 200 000 EUR.

e)

Communicatieacties over werkdieren: 50 000 EUR.

f)

Studie over onderwijs- en voorlichtingsactiviteiten op het gebied van dierenwelzijn — Deze studie is een vervolgactie op de mededeling over de strategie van de Europese Unie voor de bescherming en het welzijn van dieren 2012-2015 (COM(2012) 6 final) en heeft tot doel na te gaan in hoeverre er behoefte is aan onderwijs- en voorlichtingsactiviteiten voor het algemene publiek en de consumenten, en welke acties daar eventueel uit kunnen worden afgeleid: 150 000 EUR.

UITVOERING

Direct gecentraliseerd.

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Vanaf het tweede kwartaal tot het derde kwartaal 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

700 000 EUR

SPECIFIEK CONTRACT (INDIEN VAN TOEPASSING)

Sluiting van ten hoogste vijf specifieke dienstencontracten in het kader van raamcontract SANCO/2009/A1/005, perceel 1 en perceel 2.

Sluiting van één specifiek dienstencontract in het kader van raamcontract SANCO/2009/B1/010.

Het startsein voor de onder f) vermelde studie zal na een openbare aanbesteding worden gegeven.

3.4.   Publicaties en verspreiding van informatie om diergezondheidskwesties en de beginselen van de strategie voor diergezondheid onder de aandacht te brengen

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 20 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 02 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Sluiting van ten minste tien specifieke dienstencontracten met gebruikmaking van een raamcontract.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

a)

Met het oog op een betere voorlichting over de werkzaamheden van de Europese Commissie en het beroep van dierenarts zal in Brussel een grote conferentie over de „Economie van de diergezondheid” worden georganiseerd (100 000 EUR) en zal een studentenseminar worden georganiseerd (75 000 EUR).

b)

Zorgen voor een grotere zichtbaarheid van de rol van de Europese Commissie op het gebied van diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid via drie grote beurzen (525 000 EUR) en twee kleinere beurzen (250 000 EUR), en technische ondersteuning voor de volgende beurzen (200 000 EUR): Roskilde Dyrskue, 8-10 juni 2012; Salone del Gusto, 25-29 oktober 2012; Good Food Show, 28 november-2 december 2012; International Green Week, 18-27 januari 2013; Salon International de l'Agriculture, 23 februari-3 maart 2013. Het is de bedoeling via deze beurzen ongeveer twee miljoen burgers te bereiken en op die manier de toegevoegde waarde en de voordelen van ons beleid voor hun dagelijkse leven onder de aandacht te brengen.

c)

Een overzicht geven van de voordelen van het moderne regelgevingskader voor de diergezondheid in de EU via een partnerschap met Euronews (270 000 EUR). Het uitgetrokken bedrag is bedoeld voor de productie van een negentig seconden durende informatievideo, en de verspreiding ervan via Euronews, over het belang van deze wetgeving voor de veiligheid van de voedselketen, de duurzaamheid van onze hulpbronnen en de groei van de belangrijkste economische sector in Europa, namelijk de landbouw.

d)

Productie van publicaties en promotiemateriaal op het gebied van diergezondheid, en actualisering van de website (175 000 EUR). De publicaties en het promotiemateriaal zullen dienen om onze boodschap aan de burgers over de voordelen van diergezondheid te versterken (daar het gaat om voedselveiligheid, de gezondheid van de mens, en de economie) en om activiteiten voor de verspreiding van deze boodschap op lokaal niveau te ondersteunen.

UITVOERING

Direct gecentraliseerd

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Het hele jaar 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

1 595 000 EUR

SPECIFIEK CONTRACT (INDIEN VAN TOEPASSING)

Sluiting van plusminus tien specifieke dienstencontracten in het kader van raamcontract SANCO/2009/A1/005.

3.5.   Externe beoordeling vooraf van de uitroeiings-/bewakingsprogramma's voor 2013

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 27 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 02 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Sluiting van ten minste twintig specifieke dienstencontracten.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

Overeenkomstig het genoemde artikel 27 van Beschikking 2009/470/EG van de Raad moet de Commissie de voor 2013 ingediende programma's beoordelen. Er kunnen voor elf ziekten programma's worden ingediend. Het is de bedoeling deze programma's vooraf te laten beoordelen door twee externe technische assistenten per ziekte.

UITVOERING

Direct gecentraliseerd.

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Mei-juli 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

100 000 EUR

SPECIFIEK CONTRACT (INDIEN VAN TOEPASSING)

Sluiting van twintig specifieke dienstencontracten.


BIJLAGE II

Werkprogramma voor 2012 — Verordening (EG) nr. 882/2004

1.   Inleiding

Dit programma omvat drie uitvoeringsmaatregelen voor het jaar 2012. Op grond van artikel 66, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 882/2004 betreffende financiële steun van de Unie voor maatregelen om de toepassing van de verordening te garanderen zijn de verdeling van de begrotingsmiddelen en de hoofdacties als volgt:

voor aanbestedingen:

onderzoek naar het effect van eventuele bepalingen inzake materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, die zouden worden vastgesteld om de handhaafbaarheid te verbeteren: 125 000 EUR (punt 2.1);

bijdrage voor horizontale communicatie over de controle op levensmiddelen en diervoeders: 52 650 EUR (punt 2.2);

haalbaarheidsstudie betreffende de identificatie, kwantificering en beoordeling van risico's van productie tot consumptie: 100 000 EUR (punt 2.3).

2.   Aanbestedingen

De totale in 2012 voor aanbestedingscontracten uitgetrokken begrotingsmiddelen bedragen 277 650 EUR.

2.1.   Onderzoek naar het effect van eventuele bepalingen inzake materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, die zouden worden vastgesteld om de handhaafbaarheid te verbeteren

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 66, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 882/2004 van de Raad.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 07 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Eén contract.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

Onderzoek naar het effect van eventuele bepalingen inzake materialen die met levensmiddelen in aanraking komen, die zouden worden vastgesteld om de handhaafbaarheid van de bestaande algemene veiligheidsvoorschriften te verbeteren.

UITVOERING

Direct gecentraliseerd.

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Verzending van de uitnodigingsbrief met een beschrijving van de opdracht uiterlijk in september 2012; ondertekening van het contract in november 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

125 000 EUR.

SPECIFIEK CONTRACT

Raamcontract voor diensten: evaluatie, effectbeoordeling en aanverwante diensten SANCO/2008/01/055.

2.2.   Horizontale bijdrage voor communicatie over de controle op levensmiddelen en diervoeders, met name voor de actualisering van relevante delen van websites en voor het ontwerp en de productie van audiovisueel en gedrukt materiaal

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 66, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 882/2004.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 07 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Verschillende dienstencontracten met gebruikmaking van diverse raamcontracten.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

Horizontale bijdrage voor communicatie over de controle op levensmiddelen en diervoeders, met name voor de actualisering van relevante delen van websites en voor het ontwerp en de productie van audiovisueel en gedrukt materiaal.

UITVOERING

Direct gecentraliseerd.

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Het hele jaar 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

52 650 EUR.

SPECIFIEK CONTRACT

Diverse raamcontracten.

2.3.   Haalbaarheidsstudie betreffende de identificatie, kwantificering en beoordeling van risico's van productie tot consumptie

RECHTSGRONDSLAG

Artikel 66, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 882/2004.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 07 01

INDICATIEF AANTAL EN TYPE VOORGENOMEN CONTRACTEN

Eén contract.

ONDERWERP VAN DE VOORGENOMEN CONTRACTEN (INDIEN MOGELIJK)

Studie betreffende de identificatie en kwantificering van risico's, met name economische en marktrisico's, milieurisico's, en gezondheids- en welzijnsrisico's, van productie tot consumptie; ontwikkeling en beoordeling van scenario's van toekomstige uitdagingen; definiëren van beleidsreacties.

INDICATIEF TIJDSCHEMA VOOR DE START VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE

Derde kwartaal 2012.

INDICATIEF BEDRAG VAN DE AANBESTEDING

100 000 EUR.

SPECIFIEK CONTRACT

Sluiting van één dienstencontract in het kader van raamcontract SANCO/2009/A1/005, perceel 2.


BIJLAGE III

Proefproject voor een gecoördineerd Europees dierenwelzijnsnetwerk

Inleiding

Dit proefproject omvat één uitvoeringsmaatregel voor 2012.

Op basis van de in het proefproject geformuleerde doelstellingen zijn de uitgetrokken begrotingsmiddelen bestemd voor een subsidie voor de totstandbrenging en de werking van een gecoördineerd Europees dierenwelzijnsnetwerk (uit te voeren in direct gecentraliseerd beheer); het betreft een bedrag van 1 000 000 EUR.

Subsidie voor de totstandbrenging en de werking van een gecoördineerd Europees dierenwelzijnsnetwerk

RECHTSGRONDSLAG

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, onder a), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

BEGROTINGSONDERDEEL

17 04 01 02

PRIORITEITEN VAN HET JAAR, TE VERWEZENLIJKEN DOELSTELLINGEN EN VERWACHTE RESULTATEN

Deze actie betreft de oprichting van een Europees gecoördineerd netwerk voor dierenwelzijn, overeenkomstig het verzoek in de resolutie van het Europees Parlement over de evaluatie en beoordeling van het actieplan inzake het welzijn van dieren 2006-2010 (PE 430.922 v02-00, A7-0053/2010). Het netwerk moet de taken uitvoeren als bedoeld in de mededeling van de Commissie van 28 oktober 2009 over de opties voor etikettering inzake dierenwelzijn en de oprichting van een Europees netwerk van referentiecentra voor de bescherming en het welzijn van dieren (COM(2009) 584).

BESCHRIJVING EN DOELSTELLINGEN VAN DE UITVOERINGSMAATREGEL

Doelstelling 1— Totstandbrenging van een netwerk van technische, wetenschappelijke en educatieve (beroepsonderwijs) hulpmiddelen op het gebied van dierenwelzijn, onafhankelijk van specifieke belangen, waarin de geografische en culturele verscheidenheid van de Unie tot uiting komt.

Doelstelling 2— Aan de hand van specifieke voorbeelden van EU-wetgeving en volgens wetenschappelijk vastgestelde methoden bestaande gegevens verzamelen en analyseren om een stand van zaken op te maken wat betreft de toepassing van de wetgeving in verschillende delen van de EU teneinde de effectiviteit van de geplande acties te benchmarken.

Doelstelling 3— Aan de hand van specifieke voorbeelden van EU-wetgeving strategieën op basis van kennisoverdracht naar de bevoegde autoriteiten en belanghebbenden ontwikkelen en uitvoeren teneinde te zorgen voor een betere tenuitvoerlegging van de wetgeving.

Doelstelling 4— De effecten van de diverse door het proefproject uitgevoerde kennisstrategieën monitoren, analyseren en daarover rapporteren, en aanbevelingen formuleren betreffende de haalbaarheid van de ondersteuning door de Unie van een netwerk van referentiecentra voor dierenwelzijn en betreffende de eventuele voorwaarden waaronder zij dit kan doen.

UITVOERING

Het proefproject wordt in gecentraliseerd direct beheer uitgevoerd.

TIJDSCHEMA EN INDICATIEF BEDRAG VAN DE OPROEP(EN) TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN/ONDERHANDSE GUNNING

In het tweede kwartaal van 2012 wordt één oproep tot het indienen van voorstellen voor een bedrag van 1 000 000 EUR gepubliceerd.

Het proefproject wordt binnen twaalf maanden na de datum van ondertekening van de subsidieovereenkomst uitgevoerd.

MAXIMAAL MOGELIJK MEDEFINANCIERINGSPERCENTAGE

De maximale medefinanciering van de subsidiabele kosten van de actie verschilt naargelang de lidstaat waar de begunstigden gevestigd zijn.

Voor begunstigden die geregistreerd zijn in lidstaten met een bbp per inwoner in KKS van niet meer dan 50 % van het bbp per inwoner van de EU in 2010, bedraagt het maximale medefinancieringspercentage 85 % (Bulgarije, Roemenië).

Voor begunstigden die geregistreerd zijn in lidstaten met een bbp per inwoner in KKS van meer dan 50 % maar niet meer dan 100 % van het bbp per inwoner van de EU in 2010, bedraagt het maximale medefinancieringspercentage 75 % (Tsjechië, Estland, Griekenland, Cyprus, Hongarije, Malta, Polen, Portugal, Slovenië en Slowakije).

Voor de overige begunstigden in de EU bedraagt het maximale medefinancieringspercentage 50 %.

VOORNAAMSTE SELECTIE- EN GUNNINGSCRITERIA

Voornaamste selectiecriteria:

De gegadigden moeten toegang hebben tot solide en toereikende financieringsbronnen zodat zij gedurende de hele looptijd van het gefinancierde project activiteiten kunnen blijven uitvoeren en het project kunnen helpen financieren.

De gegadigden moeten beschikken over de nodige vakbekwaamheid en kwalificaties om de voorgestelde actie volledig uit te voeren. Zij moeten hun kennis en ervaring op de relevante gebieden en met name op het gebied van toegepast onderzoek en/of beroepsonderwijs inzake dierenwelzijn met bewijsmateriaal staven.

Voornaamste gunningscriteria:

deugdelijkheid van de aanpak (15 %);

organisatie van de werkzaamheden en betrokkenheid van de belanghebbenden (25 %);

belang van het project op Europees niveau en multiplicatoreffect (30 %);

efficiëntie en kosteneffectiviteit van het project (30 %).

VORM VAN DE JURIDISCHE VERBINTENIS

Schriftelijke overeenkomst.


De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/21


Samenvatting van het Advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid

(De volledige tekst van dit advies is (in het Duits, Engels en Frans) te vinden op de website van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS): http://www.edps.europa.eu)

2012/C 197/05

I.   Inleiding

1.

De Commissie heeft op 8 december 2011 een voorstel goedgekeurd voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad over ernstige grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid („het voorstel”) en op dezelfde dag ter raadpleging doorgestuurd naar de EDPS. Op 19 januari 2012 stuurde de Raad het voorstel eveneens ter raadpleging.

2.

Voordat het voorstel werd goedgekeurd, had de EDPS de gelegenheid de ontwerptekst informeel van commentaar te voorzien. De EDPS juicht deze vroegtijdige raadpleging toe en stelt met genoegen vast dat een aantal van zijn opmerkingen in de tekst is verwerkt.

3.

Het voorstel beoogt de vervanging van Beschikking 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap (1). Deze beschikking vormt, samen met de uitvoeringsbeschikking (Beschikking 2000/57/EG van de Commissie (2)), de huidige rechtsgrondslag voor het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen („EWRS”). Het EWRS wordt namens de Commissie beheerd door het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding („ECDC”) (3) en wordt door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten gebruikt om informatie uit te wisselen die noodzakelijk is voor de epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten op Europees niveau. In een aantal situaties is met succes gebruikgemaakt van het EWRS, bijvoorbeeld in verband met SARS, de vogelgriep en andere omvangrijke overdraagbare ziekten. Het is een belangrijk instrument voor de bescherming van de volksgezondheid.

4.

Het voorstel is gericht op het versterken van de samenwerking tussen de lidstaten met betrekking tot grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid. Het voorstel houdt onder andere in dat het toepassingsgebied van het huidige EWRS, dat momenteel alleen overdraagbare ziekten omvat, wordt uitgebreid naar andere soorten grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, waaronder gevaren van biologische, chemische, milieu- of onbekende oorsprong die vermoedelijk de nationale grenzen zullen overschrijden.

5.

Het EWRS is zelf het onderwerp geweest van een advies inzake voorafgaande controle van de EDPS, dat is uitgebracht op 26 april 2010 (4). Naar aanleiding van dat advies zijn de waarborgen voor gegevensbescherming voor het EWRS aanzienlijk verbeterd. Zo is in het kader van de vervolgprocedure ook een aanbeveling van de Commissie inzake richtsnoeren betreffende gegevensbescherming voor het EWRS vastgesteld (5).

6.

Dit advies moet worden gelezen in het licht van de reeds geboekte vooruitgang en bevat aanbevelingen voor verdere verbetering van het gegevensbeschermingsniveau in de context van het voorstel.

7.

De EDPS is ingenomen met de verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 45/2001 en Richtlijn 95/46/EG in overweging 18 en artikel 18 van het voorstel, evenals met het feit dat de verwijzing naar de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming in artikel 18 nu de verwerking van alle persoonsgegevens omvat. Ook de specifieke waarborgen voor gegevensbescherming bij het opsporen van contacten die in artikel 18 worden uiteengezet, of door de Commissie moeten worden vastgesteld, hebben de instemming van de EDPS.

8.

De volgende elementen van het voorstel behoeven echter nog verduidelijking, nadere uitwerking of andere verbeteringen vanuit het oogpunt van gegevensbescherming:

opsporing van contacten,

ad-hoccontrole,

de verhouding tussen de voor de verwerking verantwoordelijke en de verwerker,

bewaarperiode, en

beveiligingsmaatregelen.

9.

Ter inleiding merkt de EDPS op dat verscheidene aspecten van het voorstel niet in de tekst zelf worden uitgewerkt, maar het voorwerp zullen zijn van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, bijvoorbeeld de lijst van overdraagbare ziekten waarop het voorstel van toepassing zal zijn (6) en de procedures voor de uitwisseling van informatie in het EWRS (7). Andere aspecten zullen worden verduidelijkt in door de Commissie vast te stellen richtsnoeren en aanbevelingen, bijvoorbeeld de richtsnoeren voor gegevensbescherming in het EWRS (8).

10.

Gedelegeerde handelingen zijn bedoeld voor het wijzigen en nader specificeren van bepaalde niet-essentiële onderdelen van wetgevingshandelingen (artikel 290 VWEU), en uitvoeringshandelingen hebben tot doel eenvormige voorwaarden vast te stellen voor de uitvoering van juridisch bindende handelingen van de Unie (artikel 291 VWEU). Hoewel details uiteraard middels gedelegeerde en uitvoeringshandelingen kunnen worden geregeld, en dergelijke aanvullende bepalingen zonder meer van grote waarde zijn, verdient het volgens de EDPS aanbeveling in het voorstel zelf meer sturing te bieden wat betreft een aantal van de in punt 8 genoemde elementen, zoals hierna verder zal worden besproken.

II.   Conclusie

34.

In het algemeen beveelt de EDPS aan een aantal essentiële elementen, waaronder bepaalde essentiële waarborgen voor gegevensbescherming, ook in de tekst van het voorstel zelf op te nemen. Daarnaast is ook enige verduidelijking noodzakelijk als gevolg van de uitbreiding van het toepassingsgebied van het voorstel naar andere gezondheidsbedreigingen dan alleen overdraagbare ziekten, waarvoor geen voorafgaande toetsingsprocedure is gevolgd en die ook niet worden besproken in de richtsnoeren.

35.

Meer in het bijzonder doet de EDPS de volgende aanbevelingen ter verbetering van het voorstel:

De opsporing van contacten dient duidelijker te worden gedefinieerd, met inbegrip van de doeleinden en het toepassingsgebied ervan, die kunnen verschillen van die voor overdraagbare ziekten en andere bedreigingen van de gezondheid.

Het voorstel dient duidelijker te omschrijven hoe wordt bepaald welke personen worden gekozen voor de opsporing van contacten, van welke bronnen gebruik zou mogen worden gemaakt om contactgegevens te verkrijgen en hoe deze personen op de hoogte worden gesteld van de verwerking van hun persoonsgegevens.

Ook dient het voorstel criteria te bevatten aan de hand waarvan beoordeeld wordt of activiteiten ter opsporing van contacten noodzakelijk en proportioneel zijn.

In het voorstel dienen ten minste de hoofdcategorieën te worden gespecificeerd van de gegevens die ter opsporing van contacten moeten worden verwerkt.

Voor het systeem van ad-hoccontrole dient nader te worden aangeduid welke soorten gegevens verwerkt moeten worden en dienen er maatregelen te worden genomen om de verwerking van persoonsgegevens tot een minimum te beperken, bijvoorbeeld door passende anonimiseringstechnologieën te gebruiken en door de verwerking voor het samenvoegen van gegevens zoveel mogelijk te beperken.

De relatie tussen ad-hocnetwerken voor surveillance en het EWRS dient te worden verduidelijkt.

De rol van het ECDC in ad-hocnetwerken voor surveillance dient te worden verduidelijkt.

De taken en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen vanuit het oogpunt van gegevensbescherming dienen te worden verduidelijkt om ten aanzien van de voor de verwerking verantwoordelijke, rechtszekerheid te bewerkstelligen.

Er dienen voor ten minste de opsporing van contacten juridisch bindende bewaarperioden te worden vastgesteld.

In artikel 18 dient een meer specifieke verwijzing te worden opgenomen naar de vereisten ten aanzien van gegevensbeveiliging en vertrouwelijkheid.

(De volledige tekst van dit advies is (in het Duits, Engels en Frans) te vinden op de website van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS): http://www.edps.europa.eu)

Gedaan te Brussel, 28 maart 2012.

Giovanni BUTTARELLI

Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.

(2)  PB L 21 van 26.1.2000, blz. 32.

(3)  Het ECDC is opgericht bij Verordening (EG) nr. 851/2004 (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

(4)  Beschikbaar op de website van de EDPS: http://www.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/Supervision/Priorchecks/Opinions/2010/10-04-26_EWRS_EN.pdf

(5)  PB L 36 van 9.2.2012, blz. 31.

(6)  Artikel 6, lid 5, onder a), van het voorstel.

(7)  Artikel 8, lid 2, van het voorstel.

(8)  Artikel 18, lid 6, van het voorstel.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/24


Door de lidstaten meegedeelde informatie betreffende sluiting van de visserij

2012/C 197/06

Krachtens artikel 35, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (1), is besloten de visserij te sluiten overeenkomstig de bepalingen in de onderstaande tabel:

Dag en uur van sluiting

13.5.2012

Duur

13.5.2012-31.12.2012

Lidstaat

Portugal

Bestand of groep van bestanden

BUM/ATLANT

Soort

Blauwe marlijn (Makaira nigricans)

Gebied

Atlantische Oceaan

Vissersvaartuigtype(s)

Referentienummer

575665


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1.


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/25


Uitnodiging om opmerkingen te maken overeenkomstig artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol 3 bij de overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie over staatssteunvraagstukken met betrekking tot mogelijke steun voor AS Oslo Sporveier en AS Sporveisbussene in Noorwegen

2012/C 197/07

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft bij Besluit nr. 123/12/COL van 28 maart 2012, dat na deze samenvatting in de authentieke taal is weergegeven, de procedure ingeleid van artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol nr. 3 bij de overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie. De Noorse autoriteiten zijn hiervan in kennis gesteld door middel van een afschrift van het betrokken besluit.

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verzoekt bij dezen de EVA-Staten, de lidstaten van de EU en andere belanghebbenden hun opmerkingen over de betrokken maatregel, kenbaar te maken door deze binnen één maand na publicatie te zenden aan:

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

Griffie

Belliardstraat 35

1040 Brussel

BELGIË

Deze opmerkingen zullen ter kennis van de Noorse autoriteiten worden gebracht. Een belanghebbende die opmerkingen maakt, kan, met opgave van redenen, schriftelijk verzoeken om vertrouwelijke behandeling van zijn identiteit.

SAMENVATTING

Achtergrond

In Noorwegen is de plaatselijke busvervoersector geregeld bij de wet inzake commercieel vervoer van 2002 en de verordening inzake commercieel vervoer van 2003. Bij beide besluiten werd de vorige wetgeving, die in wezen vergelijkbaar was, ingetrokken. Dit wetgevingskader voorziet onder andere in een systeem van concessies die ondernemingen nodig hebben om openbare busdiensten te mogen aanbieden, en kent gemeenten, zoals de gemeente Oslo, de verantwoordelijkheid toe om ondernemingen die onrendabele routes exploiteren te compenseren. Deze compensatie mag worden toegekend om het verschil tussen de inkomsten uit de verkoop van vervoerbewijzen en de kosten voor het uitvoeren van de dienst, te dekken.

In Oslo werd reeds vóór de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst een jaarlijkse compensatie voor onrendabele routes aan de concessiehouders toegekend overeenkomstig de begrotingsprocedure van de stad. Deze compensatie werd jaarlijks betaald door middel van een forfaitair bedrag, dat berekend werd op grond van de in vorige jaren gemaakte kosten, waarbij rekening werd gehouden met uiteenlopende correctiefactoren. Sinds 2008 zijn alle contracten voor geregelde busdiensten aan ondernemingen toegekend via een openbare inschrijvingsprocedure. Sindsdien heeft AS Oslo Sporveier de hierboven beschreven vergoeding voor geregelde busdiensten niet meer ontvangen.

Lang vóór de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst en tot 2008 werden AS Oslo Sporveier en later haar dochteronderneming AS Sporveisbussene belast met de verzorging van geregelde busdiensten in Oslo, overeenkomstig de hierboven bondig beschreven bepalingen.

Sinds 1994 is AS Oslo Sporveier vaak geherstructureerd. Zo werd bijvoorbeeld de exploitatie van alle busdiensten (niet enkel de geregelde busdiensten in Oslo, maar ook bijvoorbeeld de toeristische busdiensten), in 1997 uitbesteed aan haar dochteronderneming AS Sporveisbussene. In dat verhand hebben AS Oslo Sporveier en AS Sporveisbussene een zogenaamde vervoersovereenkomst gesloten, zodat AS Sporveisbussene de echte begunstigde van de jaarlijkse compensatie zou worden. Volgens de vervoersovereenkomst werd de compensatie voor geregelde busdiensten betaald overeenkomstig de hierboven beschreven bepalingen. De Noorse autoriteiten betogen dat de Oslo Sporveier groep gedurende de gehele onderzochte periode (1994 tot 2008) de boekhouding voor commerciële en openbare diensten gescheiden heeft gehouden en dat voor de commerciële activiteiten steeds marktprijzen zijn gehanteerd in tegenstelling tot in het kader van de openbare dienst verleende diensten.

In 2004 heeft de gemeente Oslo, toen houder van 98,8 % van de aandelen van AS Oslo Sporveier, een bedrag van 111 760 000 NOK geïnjecteerd om het financierstekort van de pensioenfondsen van AS Sporveisbussene te dekken. Dit tekort was toegenomen in de periode vóór 1997 en betrof de pensioenfondsen van werknemers van zowel de openbare busdiensten als van de toeristische busdiensten van AS Oslo Sporveier. AS Oslo Sporveier moest het tekort verhelpen. De kapitaalinjectie werd door de eigenaar, de gemeente Oslo, gekozen omdat dit de minst dure oplossing was.

Beoordeling van de steunmaatregel

Het bestaan van staatssteun

De Autoriteit is van oordeel is dat zowel de kapitaalinjectie als de jaarlijkse compensatie staatssteun inhouden.

Wat de kapitaalinjectie ter dekking van het financierstekort van de pensioenfondsen van de commerciële activiteiten betreft, kan de Autoriteit in dit stadium niet uitsluiten dat AS Oslo Sporveier hierdoor een economisch voordeel heeft gehad, aangezien uit de ingediende informatie niet blijkt dat het beginsel van de particuliere investeerder in een markteconomie bij de kapitaalinjectie in acht is genomen.

Voorts is de Autoriteit voorlopig van mening dat zowel de jaarlijkse compensatie als de kapitaalinjectie ter dekking van het financieringstekort van de pensioenfondsen van de commerciële activiteiten (in verband met de kosten die ook als basis voor de jaarlijkse compensatie kunnen dienen), niet zijn vastgesteld door middel van een openbare inschrijvingsprocedure en niet overeenkomen met de kosten die een goed beheerde en behoorlijk uitgeruste onderneming zou hebben gemaakt. Er is dus niet voldaan aan het vierde criterium van het Altmark-arrest en derhalve moeten beide maatregelen als staatssteun worden beschouwd in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-overeenkomst.

De aard van de steun

In dit stadium kan de Autoriteit niet concluderen dat de steun in het kader van een bestaande steunregeling is verleend overeenkomstig de wet inzake commercieel vervoer van 2002 en de verordening inzake commercieel vervoer van 2003, zoals die in Oslo reeds vóór de inwerkingtreding van de EER-overeenkomst van toepassing waren. Sinds 2008 is er geen steun meer verleend op grond van bovengenoemde bepalingen. Verondersteld wordt dat een steunregeling sinds 1994 bestaat, maar de Autoriteit is in dit stadium niet in staat te bepalen hoe ver de regeling reikt, noch of alle toegekende steun gebaseerd was op die regeling. Voorts kan zij niet uitsluiten dat de maatregelen, op zijn minst voor een klein deel, onwettige en onverenigbare staatssteun inhouden, met name wat de pensioenfondsen van de commerciële activiteiten betreft.

Verenigbaarheid van de steun

In dit stadium heeft de Autoriteit de indruk dat de betalingen, tot de rechtstreeks toegekende concessie, in 2008 zijn stopgezet en dat de kapitaalinjectie ter dekking van het financieringstekort van het pensioenfonds op zijn minst grotendeels verenigbaar kan zijn met de compensatie voor openbare dienst op grond van artikel 49 van de EER-overeenkomst. Bij de beoordeling van de verenigbaarheid zal in het eindbesluit dus vooral nagegaan worden of er sprake is van overcompensatie. Voorts kan de steun, ten minste gedeeltelijk, verenigbaar zijn met artikel 61, lid 3, onder c).

Conclusie

Gelet op het bovenstaande heeft de Autoriteit besloten de formele onderzoeksprocedure overeenkomstig artikel 1, lid 2, van de van de EER-overeenkomst in te leiden. Belanghebbenden wordt verzocht hun opmerkingen binnen één maand na bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie, kenbaar te maken.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/28


AANKONDIGING VAN ALGEMENE VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN

2012/C 197/08

Het Europees Bureau voor Personeelsselectie (EPSO) organiseert de volgende algemene vergelijkende onderzoeken:

CONFERENTIETOLKEN

Deenstalige tolken (DA)

:

EPSO/AD/236/12 (rangen AD 5 en AD 7)

Duitstalige tolken (DE)

:

EPSO/AD/237/12 (rangen AD 5 en AD 7)

Engelstalige tolken (EN)

:

EPSO/AD/238/12 (rang AD 7)

Tolken voor het slowaaks (SK)

:

EPSO/AD/239/12 (rangen AD 5 en AD 7)

De aankondiging van het vergelijkend onderzoek wordt uitsluitend in het Deens, het Duits, het Engels en het Slowaaks bekendgemaakt in Publicatieblad C 197 A van 5 juli 2012.

Aanvullende informatie is beschikbaar op de website van EPSO: http://www.eu-careers.info


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/29


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 197/09

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

AGNELLO DEL CENTRO ITALIA

EG-nummer: IT-PGI-0005-0808-18.05.2010

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Agnello del Centro Italia”

2.   Lidstaat of derde land:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.1.

Vers vlees en slachtafvallen

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

„Agnello del Centro Italia” verwijst naar geslachte lammeren — jonger dan 12 maanden — van de volgende lokale rassen en hybriden daarvan: Appenninica, Bergamasca, Biellese, Fabrianese, Merinizzata Italiana, Pomarancina, Sopravissana, Zerasca; Comisana, Cornella Bianca, Cornigliese (Corniglio), Garfagnina Bianca, Gentile di Puglia, Massese, Pagliarola, Pecora delle Langhe. Er zijn drie types van karkassen, die de volgende kenmerken vertonen: het „lichte lam”, dat een gewicht heeft van 8,01 tot 13 kg en wordt ingedeeld in de EUROP-vetheidsklasse 1, 2 en 3 voor karkassen van lichte lammeren; het „zware lam” met een gewicht dat gelijk is aan of meer bedraagt dan 13,01 kg, dat een bevleesdheid U-R-O heeft en wordt ingedeeld in de EUROP-vetheidsklasse 2, 3 en 4 voor karkassen van schapen; het „gecastreerde lam” met een gewicht dat gelijk is aan of meer bedraagt dan 20,0 kg, dat een bevleesdheid E-U-R heeft en wordt ingedeeld in de EUROP-vetheidsklasse 2, 3 en 4 voor karkassen van schapen;

De pH-waarde van het vlees wordt gemeten op de longissimus thoracis-spier en bedraagt 6,15 à 6,80 wanneer de waarde wordt gemeten na afloop van alle slachtprocessen en vóór de koeling van de karkassen, of 5,15 tot 5,80 wanneer de meting plaatsvindt binnen vierentwintig à dertig uur na de slacht.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

De lammeren worden uitsluitend met melk van het moederdier gevoed tot ze worden gespeend. Vervolgens bestaat het basisvoer uit wilde voedersoorten van de weilanden, voer van de kunstweiden, leguminosen en/of grassen, die alle van oorsprong uit het geografische gebied zijn. Krachtvoer met mineralen en/of vitamines en bereid voedsel zijn toegestaan tot een maximale hoeveelheid van 0,4 kg per dier per dag.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De lammeren worden geboren en gehouden in hetzelfde bedrijf dat zich in het in punt 4 hieronder afgebakende geografische productiegebied bevindt.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz:

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Het vlees „Agnello del Centro Italia” moet voorzien zijn van een etiket waarop de volgende gegevens zijn aangebracht: het logo van het „Agnello del Centro Italia”; het producttype (licht — zwaar — gecastreerd); het grafische symbool van de EU.

Image

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het geografische productiegebied van het „Agnello del Centro Italia” omvat het grondgebied van de volgende regio's: Abruzzo, Lazio, Marche, Toscana en Umbria; Emilia-Romagna, beperkt tot het volledige grondgebied van de provincies Bologna, Rimini, Forlì-Cesena, Ravenna en een gedeelte van het grondgebied van de provincies Modena, Reggio nell’Emilia en Parma, met als grens het traject van de autosnelweg A1 Bologna-Milano beginnend bij de grens van de provincie Bologna, via de aansluiting met de autosnelweg A16 Parma-La Spezia tot aan de grens met de regio Toscana — Passo della Cisa.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Het geografische gebied strekt zich uit over drie hoogten: de Apennijnen, die hoofdzakelijk kalkachtig van aard zijn en de centrale as vormen, de heuvels die hoofdzakelijk kleiachtig van aard zijn en ten slotte de vlakten in de dalen die uit alluviale gronden bestaan.

Het verschil in milieu is verantwoordelijk voor het verschil in de hoeveelheid planten die door de natuur wordt voortgebracht en de kwaliteit ervan. Er treden geleidelijk wijzigingen op in de samenstelling van het voer naarmate men vanuit de dalen naar de hoogste toppen stijgt.

Dankzij deze topografie bestaat het voederrantsoen van de schapen hoofdzakelijk uit weidegrassen en leguminosen.

Dat de schapenhouderij zich uiterst goed aanpast aan de bijzondere kenmerken en aan de moeilijke geografische en klimatologische omstandigheden van deze in het centrum van Italië gelegen zone, is te danken aan de horizontale, maar vooral aan de verticale transhumance (seizoenstrek) die de schapenhoeders van oudsher op kleinere of grotere schaal toepassen en waarbij ze hun kudden in de winter naar de weiden in de vlakten en tot aan de kust, en in lente en de zomer naar de weiden van de Apennijnen brengen met als doel het voer van de weilanden van de verschillende zones te combineren. Deze praktijk is het voorbeeld bij uitstek van ecologische integratie van de lokale productiesystemen en de hulpbronnen in het geografische referentiegebied. Hij kan ook worden beschouwd als een autonome organisatiewijze van de traditionele schapenhouderij die niet alleen ten doel heeft aan de ongunstige klimatologische omstandigheden het hoofd te bieden maar tevens een oplossing aan te reiken voor het gebrek aan evenwicht tussen de voederbehoeften van de schapen en het voederaanbod.

5.2.   Specificiteit van het product:

De kenmerken van het vlees van het „Agnello del Centro Italia” houden verband met de snelheid waarmee het dier in gewicht toeneemt en het rendement.

De vroege ontwikkeling van het spierweefsel zorgt ervoor dat het dier bij de slacht een goede verhouding vlees/bot vertoont en die levert over het geheel genomen een voordeel op in de vorm van een beter commercieel rendement. Het is net het betere commerciële rendement van dit vlees vergeleken met dat van het vlees van andere schapen — met name dat van melkschapen dat op de lokale markten de hoofdmoot uitmaakt — dat ervoor zorgt dat zowel de consument als de handelaren het „Agnello del Centro Italia” ten zeerste weten te waarderen.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

Het product is afkomstig van zuivere en hybride vleesrassen die van oudsher in het productiegebied hun stek hebben en waarvan er sommige hun naam te danken hebben aan de geografische entiteiten waar ze zich het best aan het milieu hebben aangepast en het beste rendement hebben gegeven. Het nauwe verband tussen het geografische gebied en het genetische patrimonium van dit ras, dat met een algemene benaming „Appenninica” wordt genoemd en het vlees levert van het „Agnello del Centro Italia”, is er tevens de oorzaak van dat de schapen van deze rassen sneller groeien dan de andere rassen/genotypes die in de zone worden gehouden.

Bovendien zijn de namen van deze schapenrassen evenveel getuigenissen van de band van de dieren met het geografische gebied. De voortdurende kruisingen en selecties onder de schapenpopulaties van deze centraal-Italiaanse regio hebben dieren opgeleverd die perfect aan de regionale omstandigheden zijn aangepast, in die mate dat ze werden bedacht met de namen van de plaatsen waar ze voor het beste rendement zorgden. Zo staat „Fabrianese” voor het ras van oorsprong uit Fabriano, „Pomarancina” voor het ras uit Pomarance, en „Sopravissana” ten slotte voor het ras uit Visso dat zich in het prille begin van de 20ste eeuw over heel het gebied van de Marche verspreidde en vervolgens Umbria, het grondgebied van Maremma dat zich over Toscana en Latium uitstrekt, en de regio Abruzzo veroverde zodat een zone ontstond die met de opkomst van de transhumance tot de zone van de grote seizoenstrek uitgroeide. Het ras „Massese” stamt uit de Valle del Forno in de provincie Massa Carrara; het ras „Garfagnina Bianca” verspreidde zich in de Valle del Serchio in de regio van Garfagnina en in de Val di Magra (Lunigiana en de regio Pontremoli); de „Zerasca” ten slotte worden gelinkt aan Lunigiana, op het grondgebied van de gemeente Zeri in de provincie Massa-Carrara.

Zijn reputatie dankt het „Agnello del Centro Italia” zowel aan de kwalitatieve vermenging van de van oudsher in het productiegebied aanwezige rassen — waarvan het rendement nog kon worden verhoogd door het kwaliteitsvolle voer dat de schapen toegediend krijgen in het kader van een houderijsysteem waarbij zij gedurende minstens acht maanden in de openlucht worden gehouden zodat algemeen gebruik kan worden gemaakt van voer dat is samengesteld uit endemische weideplanten — als aan de vaardigheden van de schapenhouders bij het runnen van hun bedrijf en bij het toepassen van de selectie met als doel zowel de kwaliteit als de productiviteit te verhogen.

De reputatie die het „Agnello del Centro Italia” geniet en die nu stevig verankerd is, ontstond in 1961. In september van dat jaar werd door de „Associazione Nazionale della Pastorizia” in het kader van de „Rassegna Interregionale ovina” die in Castelluccio di Norcia (provincie Perugia) werd gehouden, een document gepubliceerd waarin men zich tot doel stelde „… in de berggebieden voor betere levensomstandigheden te zorgen door de voorwaarden te scheppen die nodig zijn voor de ontwikkeling van de „herderseconomie” en van het „Agnello del Centro Italia” als product in het bijzonder.”

Verwijzing naar de bekendmaking in het productdossier:

[artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006]

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de beschermde geografische aanduiding „Agnello del Centro Italia” in de Gazette Ufficiale van Italië nr. 66 van 20 maart 2010.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link op het internet: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

of

door rechtstreeks de homepage van de website van het ministerie van Landbouw-, Voeding- en Bosbeleid (www.politicheagricole.it ) te openen en te klikken op „Qualità e sicurezza” (bovenaan, rechts van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Rectificaties

5.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 197/33


Rectificatie van de mededeling van de Commissie betreffende de thans bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 27 lidstaten, zoals die vanaf 1 juli 2008 gelden

( Publicatieblad van de Europese Unie C 166 van 1 juli 2008 )

2012/C 197/10

Bladzijde 2, de volgende tekst wordt toegevoegd:

Mededeling van de Commissie — Bij terugvordering van staatssteun voor de periode 14 april 2008 tot en met 30 juni 2008 toe te passen rentepercentages

Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 794/2004, betreft onder meer de methode voor het vaststellen van de bij de terugvordering te hanteren rentepercentages. In artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 794/2004, gewijzigd bij artikel 1 van Verordening (EG) nr. 271/2008, is bepaald: „Het rentepercentage wordt berekend door de eenjaarlijkse geldmarktrente met 100 basispunt te verhogen.”. Verordening (EG) nr. 271/2008 is op 25 maart 2008 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 82 van 25.3.2008, blz. 1). Volgens artikel 2 van diezelfde Verordening (EG) nr. 271/2008 treedt deze in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in Publicatieblad van de Europese Unie, d.w.z. op 14 april 2008.

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 (bepaling die niet door Verordening (EG) nr. 271/2008 is gewijzigd) maakt de Commissie „de geldende en de relevante vroegere bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en, ter kennisneming, op het internet”. De op grond van Verordening (EG) nr. 271/2008 bij de terugvordering van steun toe te passen rentepercentages zijn nog niet bekendgemaakt voor de periode van 14 april tot en met 30 juni 2008. Om de gegevensreeks voor de bij de terugvordering van steun toe te passen rentepercentages te vervolledigen en om de bekendgemaakte percentages in overeenstemming te brengen met de methode en de bepalingen van Verordening (EG) nr. 271/2008 wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie de volgende tabel bekendgemaakt. Deze aanpassingen van de percentages worden van kracht op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Mededeling van de Commissie — Bij terugvordering van staatssteun voor de periode 14 april 2008 tot en met 30 juni 2008 toe te passen rentepercentages

In Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie is bepaald dat, tenzij in een bijzondere beschikking of een bijzonder besluit anders is bepaald, het bij terugvordering toe te passen rentepercentage wordt berekend door het basispercentage met 100 basispunt te verhogen.

Van

Tot

AT

BE

BG

CY

CZ

DE

DK

EE

EL

ES

FI

FR

HU

IE

IT

LT

LU

LV

MT

NL

PL

PT

RO

SE

SI

SK

UK

1.6.2008

30.6.2008

4,55

4,55

6,58

4,55

4,23

4,55

4,75

6,96

4,55

4,55

4,55

4,55

7,64

4,55

4,55

6,73

4,55

11,09

4,55

4,55

6,14

4,55

11,02

4,66

4,55

4,39

5,60

14.4.2008

31.5.2008

4,55

4,55

6,58

4,55

4,23

4,55

4,75

6,96

4,55

4,55

4,55

4,55

7,64

4,55

4,55

6,73

4,55

11,09

4,55

4,55

6,14

4,55

9,25

4,66

4,55

4,39

5,60


Top