This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Mutual recognition of probation measures and alternative sanctions
Wederzijdse erkenning van proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen
Wederzijdse erkenning van proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen
Wederzijdse erkenning van proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen
Met dit kaderbesluit wordt getracht het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen voor de tenuitvoerlegging van niet-vrijheidsbenemende straffen uit te breiden.
BESLUIT
Kaderbesluit 2008/947/JBZ van de Raad van 27 november 2008 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning op vonnissen en proeftijdbeslissingen met het oog op het toezicht op proeftijdvoorwaarden en alternatieve straffen
SAMENVATTING
WAT DOET DIT KADERBESLUIT?
In het kaderbesluit staan regels die door alle EU-landen gevolgd moeten worden om vonnissen te erkennen en toezicht te houden op proeftijdvoorwaarden (waardoor vervroegde vrijlating mogelijk wordt) en alternatieve straffen (alternatieven voor detentie) van andere EU-landen. Er wordt getracht:
BELANGRIJKSTE ELEMENTEN
Proefvoorwaarden en alternatieve straffen
In het kaderbesluit staan een aantal maatregelen waarop ieder EU-land toezicht moet kunnen houden (zoals de noodzaak om zich bij de uitvoerende autoriteit te melden, de veroorzaakte schade te herstellen, bepaalde plaatsen niet te bezoeken, contact met mensen of voorwerpen te vermijden, taakstraffen uit te voeren, enz.).
Procedures, termijnen en redenen voor weigering
Het vonnis (of de proeftijdbeslissing) vergezeld van een certificaat wordt door de bevoegde autoriteit van het beslissingsland rechtstreeks overgedragen aan die van het tenuitvoerleggingsland.
60 dagen na ontvangst van het vonnis of de proeftijdbeslissing en het certificaat, moet het tenuitvoerleggingsland beslissen of het het vonnis of de proeftijdbeslissing erkent en of het de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de uitvoering ervan op zich neemt; in het kaderbesluit staan een aantal redenen waarom een land de erkenning van een vonnis mag weigeren.
De wet van het tenuitvoerleggingsland is van toepassing op het toezicht en de toepassing van de proeftijdbeslissingen en de alternatieve straffen.
De bevoegde autoriteit van het tenuitvoerleggingsland:
In een verslag gepubliceerd in 2014 heeft de Commissie een beroep gedaan op de EU-landen die dit nog niet hebben gedaan om snel de benodigde maatregelen te nemen om dit kaderbesluit ten uitvoer te leggen.
WANNEER TREEDT DIT KADERBESLUIT IN WERKING?
Het kaderbesluit moest uiterlijk 6 december 2011 ten uitvoer gelegd zijn.
ACHTERGROND
Jaarlijks worden er tienduizenden EU-burgers vervolgd voor vermeende strafbare feiten of veroordeeld in andere EU-landen. Wederzijdse erkenning van vonnissen vormt de hoeksteen voor justitiële samenwerking in stafzaken binnen de EU.
REFERENTIES
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Kaderbesluit 2008/947/JBZ |
16.12.2008 |
6.12.2011 |
Wijzigingsbesluit(en) |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Kaderbesluit 2009/299/JBZ |
28.3.2009 |
28.3.2011 |
GERELATEERDE BESLUITEN
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering door de lidstaten van de Kaderbesluiten 2008/909/JBZ, 2008/947/JBZ en 2009/829/JBZ inzake de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen betreffende vrijheidsstraffen of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregelen, inzake proeftijdbeslissingen en alternatieve straffen en inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis (COM(2014) 57 final van 5 februari 2014 - niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
Laatste bijwerking 03.03.2015