EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

Administratieve samenwerking op het gebied van belastingen

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2011/16/EU betreffende samenwerking tussen de belastingdiensten van EU-lidstaten

Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/514

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJNEN?

  • Met richtlijn 2011/16/EU (richtlijn betreffende administratieve samenwerking — DAC) wordt een systeem opgesteld voor beveiligde administratieve samenwerking tussen de nationale belastingdiensten van de lidstaten van de Europese Unie (EU) en worden de regels en procedures vastgelegd voor de uitwisseling van inlichtingen voor belastingdoeleinden.
  • Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/514 (beter bekend als “DAC7”) introduceert nieuwe regels om deze samenwerkingsprocedures te verbeteren en omvat de rapportage van verkoop en diensten die worden uitgevoerd via digitale platforms.

KERNPUNTEN

De DAC is van toepassing op alle belastingen, met uitzondering van:

  • belasting over de toegevoegde waarde (btw) en douanerechten;
  • accijnzen die vallen onder andere EU-wetgeving inzake administratieve samenwerking tussen de lidstaten;
  • verplichte socialezekerheidsbijdragen, te betalen aan een lidstaat, aan een onderdeel van een lidstaat of aan publiekrechtelijke socialezekerheidsinstanties.

Dit is gewijzigd in DAC7, waarin wordt verduidelijkt dat inlichtingen die onder de richtlijn DAC7 worden uitgewisseld, kunnen worden gebruikt voor de administratie, vaststelling en handhaving van btw en andere indirecte belastingen.

De desbetreffende nationale autoriteit dient een centraal verbindingsbureau aan te wijzen dat tot taak heeft om:

  • rechtstreeks of via aangewezen diensten en ambtenaren contact te houden met de Europese Commissie en met vergelijkbare instellingen in andere lidstaten;
  • verzoeken om inlichtingen te verwerken.

Verzoeken om inlichtingen moeten op een van de volgende wijzen worden afgehandeld:

  • Ze dienen binnen zeven werkdagen, indien mogelijk elektronisch, te worden bevestigd.
  • Ze dienen zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag te worden beantwoord. Indien de aangezochte autoriteit niet in staat is de aanvraag tijdig te behandelen, dient zij de aanvragende autoriteit hiervan onmiddellijk, en in ieder geval binnen drie maanden na de aanvraag, op de hoogte te stellen. De procedure mag niet langer duren dan zes maanden vanaf de datum van aanvraag.

Verplichte, automatische uitwisseling van inlichtingen

Vanaf 2015 moeten nationale autoriteiten andere lidstaten ten minste een keer per jaar, en waar mogelijk automatisch voorzien van inlichtingen in de volgende inkomsten- en vermogenscategorieën voor ingezetenen van een andere lidstaat:

  • arbeidsinkomen,
  • directiehonoraria,
  • overlijdensverzekeringsstelsels,
  • pensioenen,
  • eigendom van en inkomsten uit onroerend goed.

Met Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/514 wordt aan de bovenstaande lijst een nieuwe inkomenscategorie uit royalty’s toegevoegd. Voor 1 januari 2024 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van ten minste vier categorieën waarvoor hun bevoegde autoriteiten, via elektronische uitwisseling, inlichtingen zullen verstrekken aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat ten aanzien van ingezetenen van de betreffende lidstaat. Dergelijke inlichtingen hebben betrekking op belastingtijdvakken die ingaan op of na 1 januari 2025. Vanaf 2017 moeten nationale autoriteiten automatisch inlichtingen verstrekken aan andere lidstaten over financiële rekeningen van ingezetenen in een andere lidstaat en over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande verrekenprijsafspraken.

Daarnaast moeten nationale autoriteiten vanaf 2017, onder Richtlijn 2016/881/EU, aan lidstaten automatisch inlichtingen verstrekken betreffende landenrapporten — rapporten die worden ingediend door multinationale groepen met activiteiten in de EU. Deze omvatten over elk belastinggebied waarin de groep actief is inlichtingen betreffende het bedrag van de ontvangsten, de winst voor belastingen, de betaalde en verschuldigde inkomstenbelasting, het aantal werknemers, het aandelenkapitaal, de ingehouden winst en de materiële activa.

Vanaf 2018 moeten autoriteiten ook toegang krijgen tot inlichtingen over de uiteindelijk begunstigden, die zijn verzameld overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/849, de wetgeving van de EU tegen witwassen (zie samenvatting).

Vanaf 2020 moeten nationale autoriteiten automatisch inlichtingen verstrekken aan lidstaten over meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies. Richtlijn (EU) 2020/876 voorzag in een optionele verlenging van maximaal zes maanden ten aanzien van de rapportagetermijn voor bindende verplichtingen voor informatieverstrekking door intermediairs en relevante belastingplichtigen onder de DAC6 — en strekte tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/822.

Nieuwe rapportageverplichtingen voor digitale platforms

Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/514 introduceert tevens nieuwe rapportageverplichtingen voor exploitanten van digitale platforms van binnen en buiten de EU waardoor bepaalde verkopers in staat worden gesteld verbonden te zijn met andere gebruikers voor het verrichten van de volgende grensoverschrijdende of binnenlandse activiteiten:

  • verhuur van onroerend goed,
  • persoonlijke diensten,
  • verkoop van goederen,
  • verhuur van transportmiddelen.

Digitale platforms van binnen de EU die in meer dan één lidstaat voldoen aan bepaalde voorwaarden, kunnen ervoor kiezen in een van deze lidstaten aan hun rapportageverplichtingen te voldoen. Exploitanten van digitale platforms van buiten de EU waarop een rapportageverplichting van toepassing is onder DAC7, moeten zich registreren in een lidstaat.

Exploitanten van digitale platforms van buiten de EU kunnen worden vrijgesteld van hun rapportageverplichtingen onder DAC7 als zij in een gekwalificeerd niet-Unierechtsgebied moeten voldoen aan gelijkwaardige rapportageverplichtingen, en dat rechtsgebied deze gelijkwaardige inlichtingen uitwisselt met alle betrokken EU-lidstaten, in overeenstemming met een specifieke overeenkomst.

Een nieuwe bijlage V bevat due diligence-procedures, rapportageverplichtingen en andere voorschriften voor platformexploitanten.

Spontane uitwisseling van inlichtingen

Nationale autoriteiten moeten zo snel mogelijk en uiterlijk een maand nadat deze beschikbaar zijn, spontaan inlichtingen verstrekken aan autoriteiten elders in de EU, indien:

  • ze redenen hebben om aan te nemen dat in de andere lidstaat een derving van belasting bestaat;
  • een persoon in het ene land een belastingvrijstelling of -verlaging krijgt die voor deze persoon een hogere belasting in het andere land zou moeten meebrengen;
  • transacties tussen twee mensen in verschillende landen zouden kunnen leiden tot een belastingbesparing in een van beide of in beide landen;
  • een kunstmatige verschuiving van winsten binnen een groep van ondernemingen zou kunnen leiden tot belastingbesparingen;
  • ze inlichtingen hebben verkregen van een andere autoriteit die voor de vaststelling van de belastingschuld in het andere land van nut kunnen zijn.

Nationale autoriteiten:

  • in twee of meer lidstaten kunnen overeenkomen om gelijktijdige controles uit te voeren bij belastingplichtigen waarin zij een gezamenlijk belang hebben;
  • die zijn verzocht om inlichtingen te verstrekken of die spontaan inlichtingen hebben verstrekt, kunnen verzoeken om terugmelding van de autoriteiten die deze inlichtingen gebruiken, welke terugmelding binnen drie maanden moet worden verstrekt;
  • die inlichtingen ontvangen van een niet-EU-land, kunnen deze uitwisselen met hun EU-tegenhangers als zij van mening zijn dat deze inlichtingen van nut kunnen zijn, op voorwaarde dat zij het betreffende land op de hoogte hebben gebracht van hun voornemen om de inlichtingen uit te wisselen. Het betreffende land heeft het recht dit te weigeren.

Alle tussen nationale autoriteiten uitgewisselde inlichtingen vallen onder de geheimhoudingsplicht.

Elk jaar moeten nationale autoriteiten aan de Commissie gegevens verstrekken over de omvang van de automatische uitwisseling van inlichtingen en moeten zij, voor zover dat mogelijk is, de hieraan verbonden kosten en baten beoordelen.

Gezamenlijke audits

Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/514 bevat een nieuw deel waarin het juridische kader en de principes worden verduidelijkt die van toepassing zijn op het uitvoeren van gezamenlijke audits tussen twee of meer lidstaten. De lidstaten stellen uiterlijk op 31 december 2023 de nodige bepalingen vast en maken deze bekend. Zij passen die bepalingen vanaf uiterlijk 1 januari 2024 toe.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

  • Richtlijn 2011/16/EU is van toepassing sinds 11 maart 2011 en moest vóór 1 januari 2013 in de lidstaten zijn omgezet in nationale wetgeving.
  • Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/514 moet voor 31 december 2022 in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet en is van toepassing vanaf 1 januari 2023.

ACHTERGROND

  • Gezien de toenemende mobiliteit van belastingplichtigen, het groeiende aantal grensoverschrijdende transacties en de introductie van nieuwe financiële instrumenten, moeten nationale belastingdiensten hun administratieve samenwerking versterken om naleving van belastingwetgeving te garanderen en belastingontduiking, belastingontwijking en belastingfraude te verminderen.
  • Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1-12).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2011/16/EU werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PB L 104 van 25.3.2021, blz. 1-26).

Laatste bijwerking 06.12.2021

Top